31 839 Jeugdzorg

Nr. 251 MOTIE VAN DE LEDEN KEIJZER EN BERGKAMP

Voorgesteld 31 oktober 2012

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bij het Lenteakkoord besloten is dat er voor de collectieve sector een nominale nullijn wordt aangehouden, met uitzondering van de gepremieerde zorgsectoren;

overwegende dat bij de afsluiting van het OVA-convenant 1999 tussen Rijk en werkgevers is afgesproken dat de besluiten over loonmaatregelen voor de gepremieerde zorg automatisch ook gelden voor de jeugdzorg;

overwegende dat dit betekent dat er bij het Lenteakkoord op basis van dit OVA-convenant uit 1999 extra middelen voor de jeugdzorg beschikbaar gesteld hadden moeten worden. Dit is echter niet gebeurd;

overwegende dat het ministerie van Veiligheid en Justitie deze volumekorting van 2,65% op de jeugdbescherming en -reclassering voor 2013 op nul gesteld heeft en voor 2014 heeft weten terug te brengen tot een korting van 1,4%;

verzoekt de regering om, binnen de begroting van Volksgezondheid, Welzijn en Sport te zoeken naar een oplossing waardoor eenzelfde korting bewerkstelligd kan worden als het ministerie voor Veiligheid en Justitie heeft gedaan en de Kamer hierover een week voor het wetgevingsoverleg jeugd op 3 december a.s. te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Keijzer

Bergkamp

Naar boven