31 839 Jeugdzorg

Nr. 196 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2012

Bijgaand bied ik u, mede namens de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, het rapport «Een kinderbeschermingsmaatregel?» aan dat de Inspectie Jeugdzorg heeft opgesteld naar aanleiding van haar onderzoek naar de kwaliteit van de meldingen van bureau jeugdzorg aan de Raad voor de Kinderbescherming1. Via een melding aan de Raad verzoekt het bureau jeugdzorg om onderzoek te doen naar een kinderbeschermingsmaatregel. Dit inspectie onderzoek is een vervolg op een onderzoek uit 2010.

De reden voor vervolgonderzoek was de wisselende kwaliteit van de meldingen van bureau jeugdzorg. Uit het vervolgonderzoek blijkt dat de kwaliteit bij 13 bureaus sterk is verbeterd. De meldingen bij deze bureaus zijn voorzien van een risico-inschatting, zijn volledig en gedateerd. Twee bureaus scoren nog onvoldoende. De inspectie heeft deze bureaus aanbevolen om verbeteringen door te voeren en aan de verantwoordelijke provincies gevraagd hier op toe te zien.

Ik ben verheugd over de resultaten van het inspectie onderzoek naar de meldingen van bureaus jeugdzorg. Ik vind het van belang dat kinderen veilig kunnen opgroeien tot volwaardige burgers. Kunnen ouders hier niet volledig in voorzien, dan is het de taak van de overheid om in te grijpen. Daarvoor moeten professionals in het veld goed zijn toegerust bij lastige dilemma’s ten aanzien van beslissingen over de toekomst van een kind. Een goede kwaliteit van de meldingen van bureau jeugdzorg aan de Raad voor de Kinderbescherming is een essentieel onderdeel van die toerusting.

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven