31 839 Jeugdzorg

Nr. 137 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2011

Provincies en stadsregio’s (hierna: provincies) hebben mij geïnformeerd over de toegankelijkheid bij de jeugdzorg op peildatum 1 juli 2011. Het gaat hierbij om informatie over wachtlijsten bij het zorgaanbod zoals overeengekomen tussen Rijk en provincies in het Afsprakenkader jeugdzorg 2010–2011 (hierna: Afsprakenkader). Met deze brief wil ik u hierover informeren. Tevens meld ik u de doorlooptijden bij bureau jeugdzorg. Over de voortgang van andere onderdelen uit het Afsprakenkader zal ik u dit najaar separaat informeren.

Toegankelijkheid jeugdzorg

In het Afsprakenkader is overeengekomen dat aan alle kinderen de zorg wordt geboden die nodig is, waarbij:

• aan kinderen bij wie de veiligheid in het geding is en kinderen in crisissituaties direct de geïndiceerde zorg wordt geboden;

• de inzet is dat kinderen binnen negen weken worden geholpen. Langer wachten kan als dat volgens Bureau Jeugdzorg voor de betreffende jongere inhoudelijk verantwoord is.

Tabel 1 geeft een overzicht van het totaal aantal jeugdigen die wachten op geïndiceerde zorg (peildatum 1 juli 2011), uitgesplitst naar bruto- en nettowachtlijsten. Op de brutowachtlijst staan alle jongeren die geen zorg ontvangen zoals aanvankelijk geïndiceerd door bureau jeugdzorg. Meer dan de helft van die jongeren ontvangt wel een andere vorm van (jeugd)zorg. Op de nettowachtlijst staan jongeren die nog helemaal geen zorg ontvangen. Dat is dus minder dan de helft. Er is tevens aangegeven dat bureau jeugdzorg het bij 6 jongeren onverantwoord vindt dat zij langer dan negen weken geen zorg hebben ontvangen. Het gaat hierbij om 4 jongeren uit de provincie Gelderland en 2 jongeren uit Noord-Holland.

In de bijlage is een uitsplitsing opgenomen van het aantal wachtenden naar provincie.

Tabel 1

	1-jul-10	1-jul-11
Totaal (brutowachtlijsten)	2 873	2 974
– ontvangt al een vorm van provinciale jeugdzorg	1 540	1 583
– ontvangt geen provinciale jeugdzorg (nettowachtlijsten)	1 333	1 391
Totaal nettowachtlijsten	1 333	1 391
– waarvan onverantwoord wachten volgens Bureau Jeugdzorg	18[1]	6[2]

1 Voor dit gegeven geldt peildatum 1 september 2010.

2 Haaglanden heeft dit gegeven voor peildatum 1 september 2011 aangeleverd.

De totale wachtlijsten laten een rustig beeld zien met weinig verandering ten opzichte van vorig jaar. De provincies hebben mij desgevraagd laten weten, dat jeugdigen bij wie de veiligheid in het geding is en jeugdigen in crisissituaties nagenoeg altijd tijdig zorg ontvangen.

Provincies slagen er in voor de meeste jeugdigen zorg te bieden conform de indicatie van bureau jeugdzorg. Waar dit niet lukt, wordt in de meeste gevallen een alternatief gevonden. Er blijft een groep over die op de peildatum nog helemaal geen zorg ontvangen, maar dat leidt naar het oordeel van bureau jeugdzorg in verreweg de meeste gevallen niet tot onverantwoorde situaties.

Mij bereiken signalen dat het aantal onverantwoord wachtenden geen goed beeld zou geven van de werkelijke situatie. Op 12 oktober heb ik een bestuurlijk overleg gevoerd met het IPO, waarbij ik dit onder de aandacht van provincies heb gebracht. Hierop heeft het IPO aangegeven dat zij instaan voor de kwaliteit van de door provincies aangeleverde cijfers.

Om een beter beeld te krijgen van de wijze waarop provincies en bureaus jeugdzorg omgaan met het criterium «onverantwoord wachten» ga ik hierover nader in gesprek met het IPO en Jeugdzorg Nederland. Ik ben in overleg met de Inspectie Jeugdzorg om vast te stellen welke rol zij hierbij kunnen spelen.

Doorlooptijd voor indicatiebesluiten bij bureau jeugdzorg

De gemiddelde doorlooptijd voor alle eerste indicatiebesluiten bij bureau jeugdzorg in het vrijwillig kader is de afgelopen jaren teruggebracht naar gemiddeld 67 dagen in 2010. Ten opzichte van 2009 is er sprake van een daling van 18%. Naast deels een registratief effect, zie ik dit als winst van trajecten als Verbetering Indicatiestelling Bureaus jeugdzorg (VIB) en de doorbraakmethode, die gericht is op het versnellen van processen binnen organisaties.

In de bijlage vindt u een uitsplitsing van de gemiddelde doorlooptijd naar provincies.

Tabel 2

Doorlooptijd tussen aanmelding en eerste indicatiebesluit in het vrijwillig kader	2008	2009	2010
Gemiddelde doorlooptijd in kalenderdagen	90	82	67
Gemiddelde doorlooptijd in weken	13	12	10

Conclusie

De toegankelijkheid van de jeugdzorg laat een stabiel beeld zien. De wachtlijsten bij het zorgaanbod laten weinig verandering zien ten opzichte van vorig jaar. De doorlooptijden bij bureau jeugdzorg vertonen een dalende trend.

Wel heb ik behoefte aan een beter beeld van de wijze waarop provincies en bureaus jeugdzorg omgaan met het criterium «onverantwoord wachten».

De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner

BIJLAGE

Tabel A: Aantal jeugdigen die langer dan negen weken wachten op zorg (brutowachtlijsten)

Provincie/gsr	1 jul 2010	1 jul 2011
Groningen	38	109
Friesland	32	60
Drenthe	9	0
Overijssel	398	322
Gelderland	461	466
Utrecht	112	163
Flevoland	13	8
Noord-Holland	251	248
Zuid-Holland	208	245
Zeeland	5	12
Noord-Brabant	586	573
Limburg	2	23
Amsterdam	473	526
Rotterdam	239	186
Haaglanden	46	33
Totaal	2 873	2 974

Tabel B: Aantal jeugdigen die een vorm van provinciale jeugdzorg ontvangen

Provincie/gsr	1 jul 2010	1 jul 2011
Groningen	19	58
Friesland	13	27
Drenthe	1	0
Overijssel	229	169
Gelderland	295	321
Utrecht	36	26
Flevoland	4	8
Noord-Holland	147	165
Zuid-Holland	53	65
Zeeland	0	0
Noord-Brabant	335	309
Limburg	2	17
Amsterdam	264	322
Rotterdam	118	84
Haaglanden	24	12
Totaal	1 540	1 583

Tabel C: Aantal jeugdigen die wachten zonder dat zij een vorm van provinciale jeugdzorg ontvangen (nettowachtlijsten)

Provincie/gsr	1 jul 2010	1 jul 2011
Groningen	19	51
Friesland	19	33
Drenthe	8	0
Overijssel	169	153
Gelderland	166	145
Utrecht	76	137
Flevoland	9	0
Noord-Holland	104	83
Zuid-Holland	155	180
Zeeland	5	12
Noord-Brabant	251	264
Limburg	0	6
Amsterdam	209	204
Rotterdam	121	102
Haaglanden	22	21
Totaal	1 333	1 391

Tabel D: Doorlooptijd in kalenderdagen tussen aanmelding en eerste indicatiebesluit in het vrijwillig kader

	2008	2009	2010
Groningen	103	65	46
Friesland[1]	93	93	82
Drenthe	122	112	89
Overijssel	101	92	94
Gelderland	80	60	50
Flevoland	75	69	59
Utrecht	87	99	78
Noord-Holland	79	66	61
Zuid-Holland	71	49	54
Zeeland	80	83	83
Noord-Brabant	119	114	61
Limburg	116	115	79
Amsterdam	84	82	70
Rotterdam[2]	73	73	55
Haaglanden	64	59	49
Gemiddelde	90	82	67
Gemiddelde in weken	13	12	10

1 Exclusief eerste indicatiebesluiten voor de AWBZ (PGB en Zorg in natura).

2 Exclusief eerste indicatiebesluiten voor de AWBZ (PGB).