31 831 Voorstel van wet van het lid Arib tot wijziging van de Wet Nationale ombudsman in verband met de instelling van de Kinderombudsman (Wet Kinderombudsman)

C BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2017

Hierbij doe ik u toekomen, mede namens de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties, het rapport Evaluatie Wet Kinderombudsman1.

De evaluatie van de Wet Kinderombudsman is afgerond. Het doel van deze evaluatie was om de doeltreffendheid en de (neven)effecten van de Wet Kinderombudsman in de praktijk in kaart te brengen. Ik heb de opdracht van deze evaluatie aan ZonMw gegeven, zij hebben de evaluatie aan Universiteit Leiden gegund.

De onderzoekers van de evaluatie concluderen dat de Kinderombudsman zich in vijf jaar heeft ontwikkeld tot een volwaardig toezichthouder op de naleving van kinderrechten in Nederland. De wetsevaluatie heeft aan het licht gebracht dat de huidige constructie, vanuit zowel juridisch als bestuurskundig perspectief, de Kinderombudsman in staat stelt zijn wettelijke taken uit te voeren. In het onderzoek wordt door de onderzoekers aangegeven dat het Instituut Kinderombudsman verder verstevigd zou kunnen worden door het verder uitdiepen van de wettelijke taken, het meer betrekken van jeugdigen en het verstevigen van de autonome positie van de Kinderombudsman.

Verwijzend naar de demissionaire status van het kabinet bied ik u deze stukken zonder inhoudelijke reactie aan. Een gelijkluidende brief is gericht aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Ter inzage gelegd op de afdeling Inhoudelijke ondersteuning onder griffienr. 161438.

Naar boven