nr. 8
NOTA VAN WIJZIGING
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel II, onderdeel A, komt te luiden:
A
Artikel 1.1.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanduiding «bb» van de begripsbepaling van sociaal-fiscaalnummer
wordt verletterd tot: cc.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel cc door
een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
dd. meldingsregister relatief verzuim: meldingsregister relatief verzuim
als bedoeld in artikel 9f van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank.
B
Artikel IV, onderdeel F, punt 3, komt te luiden:
3. Na het twaalfde lid worden drie leden toegevoegd, luidende:
13. Uit het basisregister worden aan het meldingsregister relatief
verzuim toegevoegd de persoonsgebonden nummers van de leerlingen en deelnemers,
bedoeld in artikel 9b, onderdelen a tot en met e, met van elke leerling of
deelnemer de naam, het geslacht, de geboortedatum, het adres en het gegeven
of betrokkene al dan niet beschikt over een startkwalificatie.
14. De toevoeging, bedoeld in het dertiende lid, gebeurt op het moment
van de kennisgeving, bedoeld in artikel 21a, eerste lid, van de Leerplichtwet
1969, of de opgave, bedoeld in artikel 8.1.8a, eerste lid, van de Wet educatie
en beroepsonderwijs, artikel 47b, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra
en artikel 28a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs.
15. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld
ter uitvoering van het derde en vierde lid.
C
Na artikel V wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VA
De Wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten
in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs
(Stb. 2001, 681) wordt als volgt gewijzigd:
Artikel V, onderdeel A, komt te luiden:
A
Aan artikel 1.1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
x door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:
x1. persoonsgebonden nummer: burgerservicenummer als bedoeld in artikel
1, onderdeel b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, dan wel
het door de Informatie Beheer Groep uitgegeven onderwijsnummer, bedoeld in
artikel 7.38, derde lid.
Toelichting
Deze nota van wijziging betreft uitsluitend technische verbeteringen.
Onderdeel A herstelt de nu foutieve lettering van de begripsbepalingen
van artikel 1.1.1 van de WEB. Een abusievelijk opgenomen tweede aanduiding «bb»
van een begripsbepaling, wordt vervangen door de aanduiding «cc».
De met dit wetsvoorstel toe te voegen begripsbepaling van meldingsregister
relatief verzuim krijgt vervolgens de aanduiding «dd».
Met onderdeel B wordt het onderhavige wetsvoorstel aangepast aan de wijziging
van artikel 9e van de WVI die het gevolg is van inwerkingtreding van de Wet
van 27 juni 2008 tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs
inzake deregulering en administratieve lastenverlichting (DAL) (Stb. 2008,
267). Deze wet voegde leden toe aan artikel 9e van de WVI. De leden die met
het onderhavige wetsvoorstel worden toegevoegd aan hetzelfde artikel dienen
als gevolg daarvan niet na het tiende, maar na het twaalfde lid te worden
toegevoegd.
Ten slotte is van de gelegenheid gebruik gemaakt om – met onderdeel
C – een verbetering door te voeren van artikel V, onderdeel A, van de
Wet van 6 december 2001 tot wijziging van enkele onderwijswetten in verband
met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs (Stb. 2001,
681). Per 1 december 2009 wordt voorzien in de eerste fase van invoering
van het persoonsgebonden nummer in het hoger onderwijs. Daarvoor is het nodig
artikel V, onderdelen A en C, van de genoemde Wet van 6 december 2001
in werking te laten treden. Daaraan voorafgaand dient de hier voorgestelde
wijziging van artikel V, onderdeel A, te worden gerealiseerd. De aanduiding
van de begripsbepaling van «persoonsgebonden nummer» wordt gewijzigd.
Deze verlettering is nodig ten gevolge van de inwerkingtreding van de Wet
van 14 juni 2007 tot wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering
2000 in verband met onder meer de uitvoerbaarheid van die wet en de invoering
van een kopopleiding in het hoger onderwijs, alsmede van de Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met onder meer
Associate-degreeprogramma’s en masteropleidingen op het gebied van het
hoger onderwijs (Stb. 2007, 254). Bij deze wet zijn begripsbepalingen toegevoegd
aan artikel 1.1 van de WHW.
Verder is de begripsbepaling van «persoonsgebonden nummer»
aangepast aan inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer.
De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart