31 821
Wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enige andere wetten onder meer in verband met de verbetering van het bestuur bij de instellingen voor hoger onderwijs, de collegegeldsystematiek en de rechtspositie van studenten (versterking besturing)

nr. 71
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 oktober 2009

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Versterking besturing (Kamerstukken II, 2008–2009, 31 821) op 18 juni 2009 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 97, blz. 7681–7702), heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de uitkomsten van mijn overleg met de HBO-raad over het mogelijk maken van de graden «of Applied Arts» en «of Applied Sciences» op kortere termijn, en voor de langere termijn met de HBO-raad en de NVAO over de vraag onder welke voorwaarden een beperkt aantal hbo-opleidingen de graden «of Arts» en/of «of Science» zou kunnen afgeven.

In vervolg op deze toezegging heb ik dit onderwerp aan de HBO-raad ter bespreking voorgelegd. Met de HBO-raad heb ik geconcludeerd dat er aanleiding is om het overleg over de titulatuur op te schorten. Zoals ik u heb gemeld in mijn brief van 18 september 2009 (Kamerstukken II, 31 288, nr. 64), wordt binnenkort een commissie geïnstalleerd die mij zal adviseren over de toekomstbestendigheid van het Nederlandse hoger onderwijsstelsel. Daarbij wordt ook de internationale herkenbaarheid betrokken. Tegen deze achtergrond ligt het in de rede om het overleg over de titulatuur te betrekken bij het debat naar aanleiding van het advies van de commissie.

Mijn toezegging om u te informeren over de uitkomsten van dit overleg houd ik gezien deze stand van zaken tot nader order aan.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R. H. A. Plasterk

Naar boven