nr. 48
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN BESSELINK EN ZIJLSTRA
TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 18
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
I
Onderdeel CS wordt vervangen door:
CS
Artikel 9.30a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. Aan het slot van onderdeel b vervalt «en».
b. De punt aan het slot van onderdeel c wordt vervangen door: , en.
c. Toegevoegd wordt een onderdeel, luidende:
d. de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13, met
uitzondering van het tweede lid, onderdelen a tot en met g, van dat artikel.
2. Het vierde lid vervalt.
II
In artikel I, onderdeel DU, wordt artikel 10.16b, tweede lid, als volgt
gewijzigd:
1. Aan het slot van onderdeel b vervalt «en».
2. De punt aan het slot van onderdeel c wordt vervangen door: , en.
3. Toegevoegd wordt een onderdeel, luidende:
d. de onderwijs- en examenregeling, bedoeld in artikel 7.13, met
uitzondering van het tweede lid, onderdelen a tot en met g, van dat artikel.
Toelichting
Met dit amendement wordt het instemmingsrecht voor de medezeggenschap
op universiteiten en hogescholen met betrekking tot de procedurele elementen
van de onderwijs- en examenregeling alsnog geregeld (op basis van de WOR).
Deze geldt bij ongedeelde medezeggenschap (dus als studenten en
personeel samen in één raad zitten). Bij gedeelde medezeggenschap
op hogescholen (zoals geregeld in het nu voorliggende wetsvoorstel) geldt
die wel voor studentenraad, maar niet voor de ondernemingsraad (personeel).
Dat laatste moet worden toegevoegd omdat de ondernemingsraad dan geen instemmingsrecht
meer zou hebben op de onderwijs- en examenregeling, zoals tot nu toe wel het
geval was. Deze regeling is voor het personeel van groot belang. Het gaat
hier onder andere om nakijktermijnen, geldigheidsduur van tentamenuitslagen,
de wijze van tentaminering (mondeling of schriftelijk) etcetera. Met dit amendement
wordt een reeds bestaand instemmingsrecht behouden voor de gezamenlijke raad
aangezien men schijnbaar is vergeten om dit recht over te zetten naar dit
wetsvoorstel.
Besselink
Zijlstra