nr. 32
AMENDEMENT VAN HET LID ZIJLSTRA
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
I
Onderdeel DE, onder 3, wordt vervangen door:
3. In het tweede lid vervalt «voorzover de eigen aard van de
bijzondere universiteit zich daartegen naar het oordeel van het bestuur niet
verzet».
II
Onderdeel DE, onder 4, wordt vervangen door:
4. In het derde lid wordt «bestuur» telkens vervangen
door «het college van bestuur» en vervalt: en daartoe in redelijkheid
geen beroep heeft kunnen doen op de eigen aard van de bijzondere universiteit
die zich tegen inachtneming daarvan zou verzetten, of dat onvoldoende aannemelijk
heeft gemaakt.
III
In onderdeel DO wordt artikel 10.3d als volgt gewijzigd:
1. Het zevende lid vervalt.
2. Het achtste lid vervalt.
Toelichting
Momenteel biedt het wetsvoorstel instellingen de ruimte om in verband
met de eigen aard af te wijken van de voor de openbare instellingen geldende
bepalingen omtrent de externe rechtsbescherming en bestuursstructuur en medezeggenschap.
Artikel 9.51 regelt voor wat betreft het onderscheid tussen college van bestuur
en raad van toezicht dat de organieke scheiding alleen geldt voor openbare
instellingen en niet voor bijzondere. Ook biedt het wetsvoorstel een afwijkingsmogelijkheid
van de medezeggenschapsvoorschriften voor bijzondere instellingen. De VVD
wil dergelijke uitzonderingen voor bijzondere instellingen uit de wet halen, zodat iedere bekostigde instellingen onder dezelfde governance-regelgeving
valt.
Onderdeel I van het amendement schrapt zowel de mogelijkheid om een functionele
scheiding tussen toezicht en bestuur aan te brengen als de mogelijkheid om
bij de medezeggenschap af te wijken op grond van de eigen aard van de bijzondere
instelling.
Onderdeel II schrapt eveneens een bepaling over het afwijken op grond
van de eigen aard van de bijzondere instelling Onderdeel III schrapt de mogelijkheid
van functionele scheiding bij hogescholen.
Zijlstra