nr. 30
AMENDEMENT VAN HET LID ZIJLSTRA C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel V een onderdeel ingevoegd, luidende:
V1
In artikel 2.12 vervalt «onverwijld».
Toelichting
Academische ziekenhuizen zijn werkzaam op het gebied van de patiëntenzorg
en staan mede ten dienste van het wetenschappelijk geneeskundig onderwijs
en onderzoek aan de universiteiten waaraan zij zijn verbonden. Zij vervullen
mede topklinische en topreferentiefuncties in de gezondheidszorg. Voorts verlenen
zij medewerking aan de opleiding tot medisch specialist.
Aldus wordt in artikel 1.4 WHW de hoofdtaak van een academisch ziekenhuis
geformuleerd.
Voor de vervulling van de in de wet opgedragen werkzaamheden ten dienste
van het wetenschappelijk geneeskundig onderwijs en onderzoek hebben de academische
ziekenhuizen aanspraak op een rijksbijdrage, ook wel de rijksbijdrage werkplaatsfunctie
academisch ziekenhuis genoemd (art 1.14 WHW).
Over de wijze waarop de universiteiten en de academische ziekenhuizen
hun onderlinge werkzaamheden afstemmen moeten de instellingen overleg voeren.
De resultaten van het overleg worden vastgelegd in het document dat genoemd
wordt in art. 12.21 WHW. Dat document wordt vastgesteld door het Gemeenschappelijk
Beleidsorgaan, een orgaan dat tussen universiteit en academisch ziekenhuis
verplicht moet zijn ingesteld.
De rijksbijdrage die bestemd is voor het academisch ziekenhuis verloopt
via de universiteit die op grond van art. 2.12 WHW de bijdrage onverwijld
moet doorgeven.
Het woord «onverwijld» verhindert dat de universiteit eisen
kan stellen aan de werkzaamheden van het academisch ziekenhuis ten dienste
van het geneeskundig onderwijs en onderzoek.
Door het schrappen van het woord «onverwijld» in artikel 2.12
WHW wordt de ruimte aan universiteiten gegeven die eisen wel te
stellen en vervolgens te controleren of de afspraken op de juiste wijze zijn
verwerkt in het document bedoeld in art. 12.21 WHW.
Met het handhaven van de overige tekst van art. 2.12 WHW blijft de taak
van de universiteit om de rijksbijdrage door te geven aan het academisch ziekenhuis
staan, zij het dat voor de universiteit ruimte wordt gecreëerd voor de
beoordeling van de afspraken.
Zijlstra
Besselink
Jan Jacob van Dijk