nr. 23
AMENDEMENT VAN HET LID JAN JACOB VAN DIJK C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I wordt na onderdeel M een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
M1
Na artikel 1.18 wordt een nieuwe titel ingevoegd, luidende:
TITEL 4. OVERIGE VOORSCHRIFTEN
Artikel 1.19. Verplichting tot overleg en aangifte
inzake zedenmisdrijven
1. Indien het instellingsbestuur op enigerlei wijze bekend is geworden
dat een ten behoeve van zijn instelling met taken belast persoon zich mogelijk
schuldig maakt of heeft gemaakt aan een misdrijf tegen de zeden als bedoeld
in Titel XIV van het Wetboek van Strafrecht jegens een minderjarige student
van de instelling, treedt het bevoegd gezag onverwijld in overleg met de vertrouwensinspecteur,
bedoeld in artikel 6 van de Wet op het onderwijstoezicht.
2. Indien uit het overleg, bedoeld in het eerste lid, moet worden
geconcludeerd dat er sprake is van een redelijk vermoeden dat de desbetreffende
persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste
lid jegens een minderjarige student van de instelling, doet het instellingsbestuur
onverwijld aangifte bij een opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 127
juncto artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering, en stelt het instellingsbestuur
de vertrouwensinspecteur daarvan onverwijld in kennis. Voordat het instellingsbestuur
overgaat tot het doen van aangifte, stelt het de ouders van de betrokken student,
onderscheidenlijk de betreffende ten behoeve van de instelling met taken belaste
persoon, hiervan op de hoogte.
3. Indien een personeelslid bekend is geworden dat een ten behoeve
van de instelling met taken belast persoon zich mogelijk schuldig maakt of
heeft gemaakt aan een misdrijf als bedoeld in het eerste lid jegens een minderjarige student van de instelling, stelt het personeelslid het
instellingsbestuur daarvan onverwijld in kennis.
Toelichting
Dit amendement regelt de rechtsbescherming van minderjarigen in het HO.
Hiermee wordt deze gelijk getrokken met deelnemers aan PO, VO en BVE zoals
in de wet 1999–113 op het terrein van seksuele intimidatie.
Jan Jacob van Dijk
Besselink
Anker
Zijlstra