31 813 (R 1873)
Wijziging van de Rijkswet op het Nederlanderschap met betrekking tot meervoudige nationaliteit en andere nationaliteitsrechtelijke kwesties

nr. 9
AMENDEMENT VAN HET LID DE KROM

Ontvangen 13 januari 2010

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

In onderdeel C wordt artikel 6a, tweede lid, als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b vervalt.

2. Onderdeel c vervalt.

3. Onderdeel d wordt verletterd tot onderdeel b.

II

Onderdeel E komt te luiden:

E

In artikel 9, derde lid, komen de onderdelen b, c en d te vervallen en wordt onderdeel e verletterd tot onderdeel b.

Toelichting

Dit amendement beoogt te regelen dat de vrijstelling van de verplichting om bij de verkrijging van het Nederlanderschap afstand te doen van de oorspronkelijke nationaliteit bij bepaalde groepen optanten en naturalisandi komt te vervallen. Het betreft hier verzoekers en personen die bevestiging van hun optierechten vragen die hetzij in Nederland, de Nederlandse Antillen of Aruba zijn geboren en daar ten tijde van het verzoek of de verklaring tot verkrijging van het Nederlanderschap hun hoofdverblijf hebben, hetzij verzoekers en personen die bevestiging van hun optierechten vragen, zoals ook in het wetsvoorstel is geregeld, die voor het bereiken van de meerderjarige leeftijd gedurende een periode van vijf jaar onafgebroken aldaar hun hoofdverblijf hebben gehad, hetzij gehuwd zijn met een Nederlander.

Hiermee wil indiener bereiken dat een van de doelstellingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap namelijk de beperking van meervoudige nationaliteit, meer wordt bereikt dan met het huidige wetsvoorstel, waarbij volgens Jessurun d’Oliveira in de NJB van 18 december 2009 heeft betoogd dat de IND heeft berekend dat de voorgestelde nieuwe maatregel nog geen 100 mensen per jaar zal betreffen.

De Krom

Naar boven