nr. 79
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 september 2009
Op 1 juli 2009 (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009,
nr. 102, blz. 8111–8129) heb ik in een spoeddebat met uw Kamer
gesproken over mogelijke schendingen bij de publieke omroep van de Mediawet
en de eigen gedragscode met betrekking tot inkomsten. Een van de onderwerpen
die aan de orde kwamen was de zaak van het kinderprogramma Bibaboerderij van
de TROS. Dit programma zou tegen de regels van de Mediawet in gesponsord worden.
Eerste bevindingen van het Commissariaat van 25 juli 2009 wijzen in de
richting van overtreding van de sponsorregels door de TROS.
Tijdens het debat is de motie Jasper van Dijk (Kamerstukken II, 31 804,
nr. 75) ingediend, waarin de regering wordt gevraagd al het mogelijke
te doen om uitzending van het programma Bibaboerderij te beëindigen.
In het debat heb ik gezegd dat ik geen mogelijkheden heb om programma’s
van de buis te halen. De indiener van de motie heeft daarop de suggestie gedaan
om een hartig woordje met de TROS te spreken. Ik heb dat toegezegd.
Op 17 augustus heb ik met de voorzitter van de raad van toezicht
en de algemeen directeur van de TROS een gesprek gehad. Gesproken is over
de positie van de TROS in het bestel en het feit dat de TROS in de afgelopen
jaren herhaaldelijk en meer dan andere omroepen door het Commissariaat op
de vingers is getikt voor overtredingen van de wet. De TROS heeft in het gesprek
zijn ongenoegen laten blijken over mijn brief van 29 juni 2009 waarin
ik de TROS wijs op zijn verantwoordelijkheid om zich aan de wet te houden.
De TROS heeft aangegeven nimmer de intentie te hebben bewust de wet te overtreden,
maar juist loyaal en constructief te willen opereren binnen het bestel. Ik
heb aangegeven dat de TROS een waardevolle speler in het bestel is, maar dat
die positie ook meebrengt dat men zich aan de spelregels houdt, en dat ik
vanuit die zorg mijn brief heb geschreven.
Daarnaast heeft de TROS zijn visie gegeven op de specifieke zaak van het
programma Bibaboerderij. Ik heb daar verder geen nader oordeel over uitgesproken
omdat het nu aan het Commissariaat is om volgens de geëigende sanctieprocedure
tot een oordeel te komen. Inmiddels heeft het Commissariaat een sanctievoornemen
geformuleerd. Daarover is op 14 september jl. een hoorzitting met de
TROS bij het Commissariaat geweest. Mede op basis daarvan zal het Commissariaat
een definitief besluit nemen.
Daarmee heb ik mijn toezegging gestand gedaan.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R. H. A. Plasterk