nr. 66
NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN ATSMA EN JASPER VAN DIJK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 61
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Na artikel I, onderdeel HH, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
HH0a
Artikel 2.53 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van onderdeel c vervalt het woord «of».
2. Aan het slot van onderdeel d wordt de punt vervangen door: ; of.
3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. naar aanleiding van een verzoek als bedoeld in artikel 2.54, eerste
lid, tweede volzin.
II
Artikel I, onderdeel HHa, komt te luiden:
HHa
Artikel 2.54 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het eerste lid wordt een volzin toegevoegd, luidende: Indien
en voor zover een of meer landelijke publieke media-instellingen daarom verzoeken
zorgt de raad van bestuur in afwijking van de vorige volzin voor een verdeling
van de uren van deze landelijke publieke media-instellingen tussen 7.00 uur
en 24.00 uur op de algemene televisieprogrammakanalen.
2. In het tweede lid wordt «artikel 2.19» vervangen door:
artikel 2.20.
III
In artikel I, onderdeel II, komt het eerste punt te luiden:
1. Het eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. de omroepverenigingen, de educatieve media-instelling, de NOS
en de NPS van wie een door de raad van bestuur te bepalen belangrijk deel
van de uren, bedoeld in artikel 2.51, eerste lid, is ingedeeld op het desbetreffende
programmakanaal tussen de uren waarvoor een evenwichtige verdeling is gemaakt
als bedoeld in artikel 2.54, eerste lid, benoemen elk één lid;
en.
IV
Na artikel I, onderdeel II, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
II0a
Artikel 2:57 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van onderdeel b vervalt het woord «en».
2. Onder vernummering van onderdeel c tot onderdeel d wordt een onderdeel
ingevoegd, luidende:
c. de beschikbaarheid van budgettering voor de uren bedoeld in artikel
2.54, eerste lid; en
Toelichting
Dit amendement beoogt meer ruimte te geven voor het verzorgen van dagprogrammering
door de publieke omroep, zonder afbreuk te doen aan het recht op een evenwichtige
plaatsing. Dit wordt bereikt door voor alle publieke media-instellingen te
bepalen dat zij zelf kunnen kiezen om het tijdvak waarbinnen de evenwichtige
verdeling van de toegekende uren zoals gesteld in artikel 2.51 Mediawet 2008
plaatsvindt, uit te breiden met de uren tussen 07.00–16.00 uur. Hiermee
tellen de betreffende uren tussen 07.00–16.00 uur tevens mee voor de
publieke mediaopdracht én komen in aanmerking voor financiering. Daarnaast
wordt dit bereikt doordat de raad van bestuur voortaan ook een regeling dient
te treffen voor de beschikbaarheid van budgettering voor de uren van evenwichtige
plaatsing. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de beoogde extra
budgettaire ruimte voor het verzorgen van dagprogrammering.
Atsma
Jasper van Dijk