nr. 18
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING
In het voorstel van wet worden de volgende wijzigingen aangebracht:
A
In artikel I, onderdeel F, wordt «2.100» vervangen door «2.100,
tweede lid» en wordt na «2.148, derde lid,» ingevoegd: 2.182,
tweede lid,.
B
In artikel I wordt onderdeel U als volgt gewijzigd:
1. De punten 1 tot en met 4 worden vernummerd tot de punten 2 tot
en met 5.
2. Voorafgaan aan punt 2 wordt een nieuw punt 1 ingevoegd, luidende:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «2.25, 2.26»
vervangen door: 2.25, eerste volzin, onderdelen a en b, 2.26, eerste volzin,
onderdelen a, b en d.
C
In artikel I wordt na onderdeel U een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
Ua
In artikel 2.33, eerste lid, onderdeel a, wordt na «2.28, tweede
lid» ingevoegd: , dan wel niet voldoet aan de artikelen 2.25, eerste
volzin, onderdeel c, en tweede volzin, en 2.26, eerste volzin, onderdeel c,
en tweede volzin.
D
In artikel I, onderdeel VVa, wordt «2.142, tweede lid» vervangen
door: 2.142, eerste lid.
E
In artikel I, onderdeel WW, wordt in artikel 2.142a, tweede lid, «De
landelijke publieke media-instellingen» vervangen door: De NPO en de
landelijke publieke media-instellingen.
F
In artikel I, onderdeel WWa, wordt «artikel 2.143» vervangen
door: artikel 2.143, eerste lid,.
G
Artikel I, onderdeel JJJ, komt te luiden:
JJJ
Artikel 2.171 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «rechtmatigheidscontrole»
vervangen door «rechtmatigheidstoetsing» en wordt «publieke
media-instellingen» vervangen door: NPO, de landelijke publieke media-instellingen
en de Wereldomroep.
2. In het tweede lid wordt «, met uitzondering van de Stichting,»
vervangen door: en de Wereldomroep.
3. In het derde lid wordt «1 juni» vervangen door «1 juli»
en wordt «Stichting» vervangen door: NPO.
H
In artikel II wordt na «artikel 2.24 van de Mediawet 2008»
ingevoegd: voor de erkenningperiode 2010–2015.
TOELICHTING
I. Algemeen
Deze nota van wijziging bevat enkele wijzigingen van uitsluitend technische
en redactionele aard. De wijzigingen strekken tot herstel van omissies of
zijn nodig voor een goede toepassing van de wet. Waar nodig zijn deze wijzigingen
hieronder toegelicht.
II. Onderdelen
Onderdeel A
In onderdeel F van het wetsvoorstel worden artikelen van de Mediawet 2008
opgesomd waarin «Stichting» (dit is de ongedeelde Stichting NOS)
wordt vervangen door «NPO». In dit onderdeel ontbreekt abusievelijk
artikel 2.182, tweede lid.
Onderdelen B en C (artikelen 2.32 en 2.33)
Op grond van de voorgestelde nieuwe onderdelen c van de artikelen 2.25,
eerste volzin, en 2.26, eerste volzin, mogen de aanvragers van een erkenning
of een voorlopige erkenning geen negatieve verenigingsreserve hebben. Peildatum
daarvoor is 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het
jaar waarin de erkenning of de voorlopige erkenning ingaat. De omvang van
de verenigingsreserve moet worden aangetoond door overlegging van de jaarrekening
en een accountantsverklaring. Daardoor kan pas in de loop van het jaar waarin
de erkenning of voorlopige erkenning ingaat, worden geconstateerd of aan de
voorwaarde is voldaan. Omdat de besluiten over de erkenningverlening dan al
zijn genomen (dat moet immers gebeurd zijn voor 1 januari van het jaar
waarin de erkenningen ingaan), dient de minister de verleende erkenning of
voorlopige erkenning te kunnen intrekken. Onderdeel C herstelt deze technische
omissie. Deze wijziging brengt een aanpassing van artikel 2.32 mee die is
opgenomen in onderdeel B.
De eis van een positieve verenigingsreserve geldt overgangsrechtelijk
(artikel II) voor de komende erkenningperiode nog niet voor de omroepverenigingen
waaraan in 2005 reeds een erkenning of voorlopige erkenning is verleend.
Onderdeel E (artikel 2.142a)
De wijzigingsopdracht in onderdeel CC, punt 2, van de nota van wijziging
met betrekking tot het wetsvoorstel (Kamerstukken II 2008–2009, 31 804,
nr. 8) is niet uitvoerbaar. Daarom is een aangepaste wijzigingsopdracht
in deze nota van wijziging opgenomen.
Onderdeel G (artikel 2.171)
In artikel 2.171, eerste lid, dat over de rechtmatigheidstoetsing door
het Commissariaat voor de Media gaat, was verzuimd de Wereldomroep te noemen.
Dat wordt hersteld. Omdat in dit artikel verder nog twee wijzigingen van redactionele
aard zijn aangebracht, dient de wijzigingsopdracht van artikel I, onderdeel
JJJ, van het wetsvoorstel in haar geheel te worden uitgeschreven.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R. H. A. Plasterk