nr. 12
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER HAM EN JASPER VAN DIJK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel U een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ua
Aan artikel 2.33 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Onze Minister kan een erkenning of voorlopige erkenning intrekken
als in de erkenningperiode in twee achtereenvolgende evaluatierapporten, als
bedoeld in artikel 2 186, is vastgesteld dat een omroepvereniging of
een instelling onvoldoende heeft bijgedragen aan de uitvoering van de publieke
mediaopdracht op landelijk niveau door de wijze waarop zij uitvoering heeft
gegeven aan haar publieke taak, bedoeld in artikel 2.24, tweede lid, onderdeel
b, onderscheidenlijk artikel 2.28, tweede lid, onderdeel b.
II
In artikel I wordt na onderdeel PPPa een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:
PPPb
Aan artikel 2.184 wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het tweede lid vindt een evaluatie in elk geval
binnen de erkenningperiode en in elk geval binnen twee jaar na de vorige evaluatie
plaats, indien in het evaluatierapport, bedoeld in artikel 2.186, betreffende
de vorige evaluatie is vastgesteld dat een omroepvereniging of een instelling
onvoldoende heeft bijgedragen aan de uitvoering van de publieke mediaopdracht
op landelijk niveau door de wijze waarop zij uitvoering heeft gegeven aan
haar publieke taak, bedoeld in artikel 2.24, tweede lid, onderdeel
b, onderscheidenlijk artikel 2.28, tweede lid, onderdeel b.
Toelichting
Het wetsvoorstel geeft bestaande omroepen die een negatieve beoordeling
krijgen nog eens vijf jaar de kans om het beter te doen. De indiener meent
dat deze tijdsbepaling te lang is. Daarom bepaalt dit amendement dat een omroepvereniging/educatieve
media-instelling in elk geval binnen de erkenningperiode en in elk geval binnen
twee jaar geëvalueerd dient te worden door de Stichting/Wereldomroep,
indien bij de vorige evaluatie is vastgesteld dat een omroepvereniging of
een educatieve media-instelling onvoldoende heeft bijgedragen aan de uitvoering
van de landelijke publieke mediaopdracht door de wijze waarop zij uitvoering
heeft gegeven aan haar publieke taak. Een omroepvereniging/educatieve media-instelling
heeft na een eerste slechte evaluatie hierdoor binnen de erkenningperiode
maximaal twee jaar de tijd om zich te herstellen. De minister kan bij twee
negatieve evaluaties de erkenning in de erkenningperiode intrekken.
Van der Ham
Jasper van Dijk