nr. 35
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juli 2009
Op 1 en 9 april jongstleden heeft in de Tweede Kamer behandeling
van een wetsvoorstel tot wijziging van de Wmo plaatsgevonden (Handelingen
der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 71, blz. 5622–5662 en
nr. 75, blz. 5899–5922). Op dinsdag 14 april 2009 is gestemd over
de amendementen, de moties en de wetswijziging. Inmiddels is het voorstel
tot wijziging van de Wmo met algemene stemmen aangenomen in de Tweede Kamer
en op 23 juni 2009 als hamerstuk in de Eerste Kamer. Uw Kamer heeft op
14 april ook de motie Wolbert en Sap (TK 2008–2009, 31 795,
nr. 26) aangenomen.
In deze motie wordt gevraagd in overleg met thuiszorgaanbieders te onderzoeken
in hoeverre de omvang van bestaande contracten een beletsel vormt voor mensen
om een dienstverband aan te gaan als thuiszorgmedewerker en te kiezen voor
een contract als alfahulp. Ook verzoekt u mij de mogelijkheden voor contracten
van minder uren te onderzoeken en u over de resultaten hiervan vóór
de zomer te berichten.
De uitvoering van deze motie is in overleg met de werkgeversorganisaties
Actiz en Btn opgepakt. Actiz en Btn hebben vervolgens een enquête onder
hun leden uitgezet. In deze enquête worden vragen gesteld over de relatie
tussen de contractomvang en het in dienst nemen van alfahulpen. De resultaten
van die enquête worden medio augustus verwacht.
Met Actiz en Btn heb ik, los van deze enquête, afspraken gemaakt
dat zij er bij hun leden op zullen aandringen om maatwerkcontracten voor huidige
alfahulpen aan te bieden, passend binnen de bestaande CAO’s. Hiermee
wordt een belangrijke randvoorwaarde gecreëerd waardoor zo veel mogelijk
alfahulpen in loondienst kunnen treden. Ik zal de komende tijd volgen of de
toezeggingen van de zorgaanbieders ook daadwerkelijk het beoogde effect sorteren.
Na het zomerreces wil ik uw Kamer informeren over de verdere voortgang
in de Wmo. Te beginnen eind augustus 2009 met een brief over de huishoudelijke
hulp. Hierin zal ik ingaan op de uitvoering van een aantal moties die zijn
aangenomen bij de plenaire behandeling van de wetswijziging Wmo en diverse
toezeggingen die ik op het terrein van arbeidsmarkt heb gedaan. Ik zal u dan
ook informeren over de resultaten van de hierboven genoemde enquête
van Actiz en Btn.
Medio oktober wil ik de Kamer in de vierde Voortgangsrapportage Wmo informeren
over de initiatieven die ik heb genomen met onder andere Welzijn Nieuwe Stijl
en de manier waarop ik de komende jaren hiermee verder aan de slag ga. Mede
op basis van de bereikte resultaten bij gemeenten wil ik aangeven welke stappen
noodzakelijk zijn om de doelstelling van de Wmo, participatie, dichterbij
te brengen. Ook wil ik in die brief de resultaten verwerken van het Wmo-congres,
van 24 september in Amsterdam, waarin Welzijn Nieuwe Stijl centraal staat.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. Bussemaker