nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 12 december 2008
De algemene commissie voor Wonen, Wijken en Integratie1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft
de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop
gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling
van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie,
Van Gent
De griffier van de commissie,
Van der Leeden
1
Op welke wijze leggen gemeenten verantwoordelijkheid
af over de besteding van de gelden voor bewonersinitiatieven?
De bewonersbudgetten zijn via een decentralisatie-uitkering van het Gemeentefonds
aan de gemeenten uitgekeerd. Dit betekent dat de gemeenten financiële
verantwoording afleggen aan hun gemeenteraad. Tijdens mijn bestuurlijke overleggen
en wijkbezoeken gemeenten zal ik me laten informeren over de besteding van
deze budgetten en waar nodig de gemeente hierop aanspreken.
2
Houdt u toezicht op de wijze waarop het geld voor bewonersbudgetten
wordt verdeeld? Hoe toetst u of de bewoners daadwerkelijk zijn betrokken bij
de verdeling van het budget?
Gemeenten hebben de regie over bewonersparticipatie. De verdeling en besteding
van de bewonersbudgetten, die via het Gemeentefonds beschikbaar zijn gesteld,
zijn een lokale aangelegenheid van gemeenten en hun bewoners. De gemeenteraad
houdt toezicht op de verdeling van de bewonersbudgetten. Als ik signalen opvang
tijdens mijn wijkbezoeken, via de WWI accounts of het LSA, dat bewoners ergens
niet of onvoldoende betrokken zijn bij de verdeling van het budget, dan wordt
dit uitgezocht en indien nodig zal ik de wethouder(s) hierop aanspreken.
In juli 2008 is de G-31 gemeenten de keuze voorgelegd of ze het vouchersysteem
wilden invoeren of hun eigen verdelingssystematiek wilden handhaven. In de
afgelopen weken is nagegaan hoe de gemeenten deze € 300 000
aan bewonersbudgetten hebben verdeeld. Meer informatie hierover treft u aan
in de brief aan de Tweede Kamer van 8 december jl. (DGWWI/W 2008113015).
Verder vindt in 2009 een evaluatie plaats naar de uitvoering en besteding
van de bewonersbudgetten aan de G-31, met een focus op het vouchersysteem.
3
Is het mogelijk om gemeenten te «dwingen»
de budgetten die zijn bestemd voor bewonersinitiatieven daadwerkelijk aan
dit doel te besteden, als deze worden toegevoegd aan het gemeentefonds? Zo
ja, welke sanctie heeft u in petto voor gemeenten die het geld op een andere
wijze besteden?
De besteding van de bewonersbudgetten, die via het Gemeentefonds worden
verstrekt aan de 40 aandachtswijken en de G31-gemeenten, kan niet worden afgedwongen.
In de brief van 10 juli 2008 aan de G-31 gemeenten staat wel vermeld
dat «Mocht een gemeente de verordening niet overnemen en ook niet schriftelijk
aangeven dat het geld met instemming van de wijkbewoners wordt toegevoegd
aan het reeds bestaande lokale bewonersbudget, dan wordt het verstrekte bedrag
later in mindering gebracht». Ik verwacht dat door regelmatig navraag
te doen naar de besteding van de bewonersbudgetten en waar nodig de bestuurders
hierop aan te spreken, sancties overbodig zijn.
4
Welke gevolgen heeft het verlagen van de budgetten
voor Meer met Minder voor het project? Is het tempo van de ontwikkeling en
uitvoering aangepast naar aanleiding van de verlaging van het budget?
Het betreft hier louter het sturen op realisatie van de budgetten voor
2008, binnen het operationele deel. Er is dan ook slechts sprake van een verlaging
die in latere jaren weer wordt hersteld, en dus zonder gevolgen is voor het
project Meer met Minder. Het thans voorziene tempo van de ontwikkelingen en
uitvoering blijft gehandhaafd.
5
Wat is de reden van het later toekennen van subsidies
voor innovatie energiebesparing gebouwde omgeving?
Begin 2008 is de subsidietender «UKR Naar Energieneutraal Wonen»
gepubliceerd. Het voornemen was om in het vierde kwartaal van 2008, op basis
van de evaluatieresultaten, een volgende UKR te publiceren. Vanwege het succes
van de «UKR Naar Energieneutraal Wonen» is deze in de zomer uitgebreid
met € 3 mln. Daardoor startte de evaluatie later en zijn de evaluatieresultaten
pas eind 2008 beschikbaar gekomen. Het wordt van belang geacht om bij de nieuwe
subsidietender gebruik te maken van deze evaluatie.
Omdat de beleidsdoelstellingen voor innovatie niet worden beïnvloed
door een beperkte vertraging, is besloten om de volgende subsidietender in
de eerste helft van 2009 te publiceren.
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Van de Camp (CDA), Van Gent (GL), voorzitter, Van der Staaij (SGP),
Arib (PvdA), Poppe (SP), Weekers (VVD), ondervoorzitter, Dijsselbloem (PvdA),
Depla (PvdA), Van Bochove (CDA), Van der Ham (D66), Vietsch (CDA), Sterk (CDA),
De Krom (VVD), Verdonk (Verdonk), Jansen (SP), Ortega-Martijn (CU), Wolbert
(PvdA), Van der Burg (VVD), Van Heugten (CDA), Bouchibti (PvdA), Van Dijk
(SP), Thieme (PvdD), Fritsma (PVV), Van Toorenburg (CDA) en Vacature (SP).
Plv. leden: Bilder (CDA), Dibi (GL), Vacature (SGP), Timmer (PvdA), Kant
(SP), Blok (VVD), Bouwmeester (PvdA), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Willemse-van
der Ploeg (CDA), Pechtold (D66), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Vacature (CDA),
Vacature (VVD), Neppérus (VVD), De Wit (SP), Voordewind (CU), Heijnen
(PvdA), Zijlstra (VVD), Sterk (CDA), Leerdam (PvdA), Ulenbelt (SP), Vacature
(PvdD), Madlener (PVV), Vacature (CDA) en Karabulut (SP).