Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31792-XVI nr. 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 31792-XVI nr. 4 |
Vastgesteld 11 december 2008
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Kan een overzicht gegeven worden van de onderuitputting tot dusver in 2008?
De eindejaarsmarge kan worden ingezet voor verplichtingen die in 2008 zijn aangegaan, maar waarvan de betaling pas in 2009 kan plaatsvinden. De maximale eindejaarsmarge bedraagt in 2008 circa € 27 mln. Bij Najaarsnota is binnen de uitvoering van de begroting 2008 van VWS per saldo circa € 21 mln aan onderuitputting opgetreden. In de Tweede suppletore wet zijn de voornaamste knelpunten toegelicht. De definitieve omvang van de eindejaarsmarge wordt bij Slotwet vastgesteld. Vervolgens wordt de eindejaarsmarge bij Eerste suppletore wet 2009 verdeeld.
Hoe groot zijn de maximale eindejaarsmarges voor 2008, en in welke mate zijn die thans benut als gevolg van de tot op heden opgetreden onderuitputting?
Zie antwoord op vraag 1.
Wat zijn de totale kosten voor de doorlopende huurcontracten van de VWA? Waarop is de verdeling van de kosten tussen de ministeries van LNV en VWS gebaseerd?
De kosten voor afstoot van huisvesting als gevolg van doorlopende huurcontracten van VWA, AID en PD worden geraamd op € 30 miljoen. Volgens afspraak tussen VWS en LNV worden de afstootkosten van de bestaande huisvesting gefinancierd naar rato van het aandeel van VWS en LNV in de bijdrage aan de Nieuwe VWA i.o. Omdat de afstootkosten niet doorberekend kunnen worden aan het bedrijfsleven, wordt het aandeel van het bedrijfsleven evenredig verdeeld over beide ministeries.
Nu de inwerkingtreding van het wetsvoorstel medisch noodzakelijke zorg pas per 1 januari 2009 in werking zal treden worden de voor de ziekenhuiszorg beschikbare middelen incidenteel teruggeboekt naar de ziekenhuiszorg. Waarom staat in het uitgavenmutatieoverzicht beschreven dat er een overheveling naar «premiemiddelen» plaatsvindt? Kan worden aangegeven of dit bedrag in de pot dubieuze debiteuren voor 2008 terechtkomt? Waarom wordt ervoor gekozen om dit bedrag over te hevelen van de begroting naar de premie?
Uitstel van invoering heeft consequenties voor verschillende posten op de begroting, zowel in artikel 42 als in 43. Kunnen deze bedragen worden toegelicht, met name in het licht van de wel te verwachten zorg aan illegalen in 2009? Waarom is ervoor gekozen de middelen in artikel 43 zodanig in te zetten als hier wordt gepresenteerd, namelijk een gedeeltelijke overheveling naar het CVZ voor het Programma Ontwikkeling Uitvoeringstaken?
Ook ziekenhuizen zullen na inwerkingtreding van het wetsvoorstel medisch noodzakelijke zorg aan in betalingsonmacht verkerende illegalen een vergoeding voor de kosten van illegalen via het CVZ kunnen ontvangen, waardoor er minder oninbare vorderingen zullen resteren. Daarmee zal ook het gebruik van de beleidsregel dubieuze debiteuren verminderen. Het bedrag dat naar verwachting door het lagere beroep op deze beleidsregel vrij valt is in de begroting 2008 vanuit de premiemiddelen naar de begrotingsmiddelen overgeheveld ter financiering voor het CVZ. Die overheveling wordt ongedaan gemaakt in verband met de uitgestelde inwerkingtreding van het wetsvoorstel.
Mede als gevolg van de uitgestelde inwerkingtreding van het wetsvoorstel blijft een deel van de beschikbare middelen voor AWBZ-zorg aan illegalen onbesteed (€ 12 miljoen). In 2008 was er immers geen regeling voor de vergoeding van aan illegalen verleende AWBZ-zorg. Vanaf 2009 is het ook voor AWBZ-zorg mogelijk een beroep te doen op een bijdrage van het CVZ. Om die reden wordt in 2009 daarvoor eenzelfde bedrag als in 2008 begroot voor AWBZ-zorg.
Van het onbestede bedrag wordt € 3,7 miljoen ingezet als VWS-bijdrage aan het bij CVZ te ontwikkelen plan Programma ontwikkeling uitvoeringstaken (POU). Hiermee worden de verschillende aan het CVZ opgelegde taken met betrekking tot bijzondere regelingen (o.a. illegalen, gemoedsbezwaren, wanbetalers, buitenlandtaak) door één standaard ICT-programma ondersteund.
Het CVZ kan daarmee de verschillende uitvoeringstaken efficiënter en kwalitatief beter uitvoeren.
Waar komt het bedrag van € 101 mln. als gevolg van de ramingbijstelling zorgtoeslag ten goede?
In de budgetbeheersing worden de zorgtoeslag en de nominale premie op vergelijkbare wijze meegenomen. De meevallende zorgtoeslag biedt dus geen ruimte onder het uitgavenkader.
De uitgaven voor een moderne beroepen- en opleidingenstructuur zijn lager dan geraamd als gevolg van vertraagde opstart van een aantal projecten. Deze middelen worden ingezet ter dekking van «de algehele begrotingsproblematiek». Wat houdt dit in? Kan worden aangegeven waaruit de begrotingsproblematiek bestaat? Kan worden aangegeven om welke projecten het gaat, en welke consequenties dit heeft voor een moderne beroepen- en opleidingenstructuur? Verwacht de regering ook in 2009 een onderuitputting?
Het betreft hoofdzakelijk projecten die betrekking hebben op het versterken en vernieuwen van de beroepen- en opleidingenstructuur van de diverse beroepsgroepen.
De bestaande beroepen- en opleidingenstructuur ondervindt geen nadelige gevolgen van de vertraagde opstart van deze projecten. De vertraging betreft slechts een beperkt aantal activiteiten, ten behoeve van het continue proces van modernisering van de beroepenstructuur, die mogelijk wat vertraagd zullen worden gerealiseerd.
In 2009 wordt, op basis van het grote aandeel van de al in het begrotingsjaar 2009 belegde middelen en de daarnaast nog voorgenomen projecten, geen onderuitputting verwacht.
Voor de andere vragen verwijs ik naar het antwoord op vraag 12.
De meest recente ramingen voor het mantelzorgcompliment vallen € 34 mln. lager uit. Kan dit bedrag worden toegelicht? Is dit exclusief het bedrag dat al naar het gemeentefonds is overgegaan? Hoeveel is in 2008 direct aan het mantelzorgcompliment besteed?
Op basis van ramingen van de Sociale Verzekeringsbank die de uitvoering regelt van het mantelzorgcompliment is becijferd dat de verwachte onderuitputting voor 2008 uitkomt op € 34 miljoen. Er wordt minder gebruik gemaakt van de regeling dan geraamd. In het evaluatie onderzoek dat ik de TK (Kamerstukken II, 2007–2008, 30 169, nr. 17) heb toegezonden, ben ik ingegaan op de achtergrond daarvan. Onlangs heeft uw Kamer voorstellen ontvangen om het gebruik van de regeling te vergroten.
In 2008 zijn er geen middelen overgeheveld naar het gemeentefonds, alleen in 2007 is er éénmalig € 32 miljoen overgeheveld naar het gemeentefonds.
De verwachting is dat in 2008 ongeveer 105 000 mantelzorgcomplimenten worden verleend. In totaal is hiermee circa € 26,5 miljoen gemoeid.
Het bedrag voor het EPD is in 2008 vele malen hoger dan in 2009; het moment van de verwachte uitrol. Kan worden aangegeven wat de reden daarvan is?
Deze veronderstelling klopt niet. In 2009 zal de landelijke uitrol van het EPD plaatsvinden. Hiervoor is een subsidieregeling voor zorgaanbieders gemaakt. Dit is een eenmalige financiële tegemoetkoming voor huisartspraktijken, apotheken en huisartsenposten die aansluiting op het landelijk schakelpunt realiseren. Voor 2009 zijn de geraamde kosten hoger dan voor 2008, daar het aantal subsidieaanvragen naar verwachting hoger zal zijn.
In totaal is € 45 miljoen gereserveerd voor de subsidieregeling voor zorgaanbieders. Deze regeling bestrijkt de jaren 2008 en 2009. Er is een schatting gemaakt van de verwachte subsidieaanvragen over deze twee jaren. De ontbrekende € 30 miljoen staat gereserveerd voor 2009.
Wat betekent de forse onderuitputting op het onderdeel kwaliteit voor het bereiken van de beleidsambities van de regering op dit terrein?
Een aantal initiatieven op het onderdeel kwaliteit is later of in een minder grote omvang gerealiseerd dan oorspronkelijk voorzien was. Ook blijken de uitgaven voor een aantal kleinere projecten lager te zijn dan begroot. Dat neemt niet weg dat er op het terrein van kwaliteit in de langdurige zorg stappen voorwaarts zijn gemaakt. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de resultaten van de meting op basis van de indicatoren verantwoorde zorg die op 2 september 2008 zijn gepubliceerd en aan uitbreiding van het programma Zorg voor Beter. Ook komende jaren wordt ingezet op kwaliteit in de zorg. Ik heb er vertrouwen in dat de ambities op dit terrein bereikt worden.
Hoeveel extra plaatsen komen er beschikbaar voor € 9 mln. in het stagefonds? Hoe verhoudt het tekort in het stagefonds zich met de onderuitputting in het opleidingsfonds?
Het budget voor het stagefonds is met € 9 miljoen opgehoogd. Deze middelen komen uit de gereserveerde arbeidsmarktmiddelen voor de thuiszorg, die niet besteed worden.
Deze ophoging komt volledig ten goede aan de begeleidingskosten voor leerlingen van de volgende drie opleidingen: verzorging niveau 3, maatschappelijke zorg niveau 3 en pedagogisch medewerker niveau 3. Bij deze opleidingen gaat het alleen om de beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Met € 9 miljoen krijgen de zorginstellingen voor circa 2 750 stageplaatsen een tegemoetkoming van € 3 257,- in de begeleidingskosten.
Tussen de beide onderwerpen bestaat geen inhoudelijke danwel budgettaire relatie.
De uitgaven voor de pilots dementie zijn lager uitgevallen (€ 2,7 mln.) door een andere organisatorische invulling van de pilots. Kan worden aangegeven wat de reden hiervan is, en hoe de projecten organisatorisch anders ingevuld worden? Is de verwachting dat in 2009 het geraamde bedrag voor de pilots dementie wel volledig benut zal worden?
Gekozen is om niet individuele pilots te subsidiëren, maar de weg via de zorginkoop AWBZ te volgen. Dit heeft gestalte gekregen in de het programma Ketenzorg Dementie. Daarbij is gekozen voor een structuur met landelijke procesbegeleiding vanuit VWS en landelijke bijeenkomsten. VWS neemt de kosten hiervan voor haar rekening.
Omdat verbetering van dementiezorg wordt ingezet via de reguliere zorginkoop, moet dit tot een structureel aanbod van samenhangende dementiezorg leiden. Het geraamde bedrag voor 2009 is aangepast aan deze andere aanpak en zal naar verwachting wel volledig worden benut. Ook in 2009 zal de landelijke procesbegeleiding worden voortgezet.
Kan worden aangegeven waaruit «de algehele begrotingsproblematiek» bestaat? Hoeveel middelen worden er in het totaal ingezet ter dekking van de algehele begrotings-problematiek?
De algehele begrotingsproblematiek betreft alle uitvoeringsknelpunten op de begroting 2008 van VWS. De voornaamste knelpunten zijn toegelicht in de Tweede suppletore wet. De totale uitgaven bij Tweede suppletore wet bedragen circa € 196 mln. Per saldo resteert bij Tweede suppletore wet, na aftrek van alle knelpunten, een onderuitputting van circa € 21 mln. Deze ruimte kan met de eindejaarsmarge worden meegenomen naar het begrotingsjaar 2009.
De uitgaven voor kleinere onderzoeksprojecten zijn lager uitgevallen (€ 2,6 mln.). Om welke kleinere onderzoeksprojecten gaat het precies?
De genoemde projecten betreffen niet alleen onderzoeksprojecten, maar ook meerdere andere voornemens die niet of later ten uitvoer zijn gebracht of goedkoper zijn uitgevallen. Enkele voorbeelden hiervan zijn een evaluatie van het Landelijk Dementie Platform (ca. € 450 000,-), een onderzoek naar effecten van kleinschalig wonen bij dementerenden (ca. € 150 000,-), pilots depressie en schizofrenie (ca. € 350 000,-), pilots E-awareness (ca. €300 000,-) en projecten clientondersteuning bij (invoering van) zzp’s (€ 1 200 000,-).
Hoe kan het dat er minder initiatieven op het gebied van mentorschap voor subsidiëring zijn aangemeld? Kan worden aangegeven of de subsidiemogelijkheden voor mentorschap en cliëntondersteuning voldoende bekend zijn?
De subsidie is bedoeld om initiatieven voor de oprichting van regionale stichtingen mentorschap en een landelijk netwerk van dergelijke stichtingen te stimuleren. Het kost tijd en energie om draagvlak voor dergelijke stichtingen te organiseren, dat nodig is om de vraag naar mentoren en een aanbod van vrijwilligers bij elkaar te brengen. Betrokken organisaties en mijn voorgangster zijn er van uitgegaan dat het aantal initiatieven geleidelijk zou toenemen en dat pas na 3 tot 5 jaar een landelijk dekkend netwerk zou kunnen ontstaan.
Volgens het Mentorschap Netwerk Nederland zullen er begin 2009 circa 18 Stichtingen of Regionale Projecten Mentorschap functioneren. Een aantal nieuwe initiatieven wordt door regionale partners voorbereid. Gelet op de groei van het aantal regionale initiatieven is de mogelijkheid om een tijdelijke stimuleringssubsidie aan te vragen voldoende bekend. Ik zal de voortgang sinds 2006 in 2009 laten evalueren. Ik verwacht dat deze evaluatie na de zomer van 2009 beschikbaar zal komen.
Hoe kan het dat er minder initiatieven op het gebied van mentorschap voor subsidiëring zijn aangemeld? Kan worden aangegeven of de subsidiemogelijkheden voor mentorschap en cliëntondersteuning voldoende bekend zijn?
In totaal is er in 2008 ruim € 1,9 miljoen gereserveerd om de voorlichting richting zorgconsumenten te kunnen uitvoeren.
Op 5 september (MEVA/ICT-2875251) is de Tweede Kamer schriftelijk op de hoogte gesteld van de folder voor zorgconsumenten, de begeleidende conceptbrief en het moment waarop de landelijke mailing zou plaatsvinden.
Hoe kan de loonbijstelling van € 3 mln. worden verklaard?
De bij voorjaarsnota toegekende middelen voor loonbijstelling worden jaarlijks bij 2e suppletore wet verdeeld over de beleidsartikelen. In totaal is € 84,77 miljoen verdeeld, waarvan € 3,97 miljoen is toebedeeld aan de operationele doelstelling «doelmatig systeem van openbare gezondheidszorginstellingen».
Op welke manier zullen de overgehevelde middelen maatschappelijke innovatie tot besteding komen? Worden deze toegevoegd aan de middelen voor het Zorginnovatie-platform?
De middelen maatschappelijke innovatie worden breed ingezet voor innovatieve trajecten vanuit VWS. Het Zorginnovatieplatform (inclusief de trajecten in dat verband) is hiervan een belangrijk onderdeel.
Waarom is niet het gehele bedrag van € 10 mln. besteed aan kwaliteitsbeleid voor medisch specialisten? Kan aangegeven worden waar dit bedrag precies voor bedoeld was, en hoe het uitgegeven bedrag van € 7 mln. wordt verantwoord? Welk resultaat is geboekt met het reeds bestede bedrag van € 7 mln.? Hoe wordt het restant van het bedrag precies besteed in 2009?
Het subsidiebedrag van € 10 200 000 is afkomstig uit het uurtarief medisch specialisten (het gaat hierbij om 50 eurocent per gewerkt uur) en is in 2008 specifiek afgezonderd ten behoeve van het kwaliteitsbeleid medisch specialisten. Het bedrag is in 2008 ter beschikking gesteld via een subsidie aan de Orde van medisch specialisten en wordt volgens de daarvoor geldende regels begroot, besteed en verantwoord. De Orde heeft, in overleg met ZN, een voorstel ingediend voor het project «geïntegreerd kwaliteitsbeleid medisch specialisten 2008–2009». Vanuit de subsidie worden o.a. opstartactiviteiten en coördinerende activiteiten ten behoeve van dit project bekostigd, Per wetenschappelijke vereniging is er een gealloceerd budget uitgetrokken, zodat elke wetenschappelijke vereniging op basis van haar eigen prioriteiten kwaliteitsactiviteiten kan ontwikkelen. Voorbeelden hiervan zijn richtlijnontwikkeling, omvorming van buitenlandse richtlijnen, implementatie van complicatieregistratie etc. Tenslotte worden activiteiten bekostigd binnen het centrale programma, die van belang zijn voor alle medisch specialisten, zoals complicatieregistratie, epd-ontwikkeling, multidisciplinaire richtlijnen en het veiligheidsprogramma. Voorwaarde bij de subsidieverlening was dat deze activiteiten aansluiten bij de lopende activiteiten op het gebied van kwaliteit, zoals «Zichtbare Zorg», het veiligheidsprogramma «Voorkom schade, werk veilig», het programma Kennis Kwaliteit Curatieve Zorg en de Basisset Prestatieindicatoren. De afgelopen maanden zijn bovengenoemde activiteiten met enige vertraging in gang gezet, maar nog niet afgerond.
Voor het stimuleren van deelname aan het landelijk schakelpunt door zorgaanbieders is over 2008 een bedrag gereserveerd van € 45 mln. (volgens de tekst). Naar verwachting wordt er € 3 mln. besteed aan deze regeling. Er wordt echter slechts € 12 mln. ingezet ter dekking van de algehele begrotingsproblematiek. Is hier sprake van een typefout of wordt de ontbrekende € 30 mln. ergens anders ingezet.
Zie antwoord op vraag 8.
Kunt u een toelichting geven op de ontvangstenmeevaller Opleidingsfonds? Zijn nog meer terugbetalingen van verleende subsidies op dit punt te verwachten?
In 2008 worden de voor het jaar 2007 verleende subsidies voor opleidingsplaatsen in het kader van de «subsidieregeling zorgopleidingen 1e tranche» definitief vastgesteld.
Bij dit proces is gebleken dat instellingen niet alle opleidingsplaatsen die ze conform verlening maximaal hadden mogen invullen ook daadwerkelijk ingevuld hebben. Als uitvloeisel van dit lagere aantal gerealiseerde opleidingsplaatsen wordt de definitieve subsidieverlening op een navenant lager niveau vastgesteld. Het deel van de subsidiebevoorschotting waarvoor geen opleidingsplaatsen ingevuld zijn wordt teruggevorderd en als ontvangsten geboekt.
Het proces van subsidievaststellingen is nog niet volledig afgerond. Deze incidentele ontvangstenmeevaller, ten tijde van het opstellen van de najaarsnota nog ruim € 23 miljoen, zal naar de laatste inzichten oplopen tot een bedrag van ongeveer € 40 miljoen.
Er zijn hogere ontvangsten als gevolg van vaststelling van subsidies voor opleidingen tot medisch-specialist. De ziekenhuizen hebben daarom in 2008 € 23,2 mln. terugbetaald. Kan dit bedrag worden toegelicht?
Zie antwoord op vraag 20.
De tijdelijke regeling ontwikkelingssubsidies PGO-organisaties is pas later tot stand gekomen dan gepland. Daarnaast is een aantal projecten niet of vertraagd gestart.
Kan worden aangegeven welke projecten later/vertraagd zijn gestart, en welke projecten (nog) niet zijn gestart? Waarom heeft de regering de middelen voor de patiënten- en cliëntenorganisaties niet via de eindejaarsmarge overgeheveld naar 2009 en zo voor deze doelgroepen behouden?
Voor de ZonMw projecten Meten patiëntenervaringen en Patiëntveiligheid en het project Kiesbeter werden dit jaar aanvullende middelen beschikbaar gesteld. De projecten zijn niet zozeer vertraagd gestart of niet gestart, maar hebben geen doorgang gevonden in uitgebreide vorm.
De Tijdelijke regeling ontwikkelingssubsidies behelsde dat alle pgo-organisaties die op het moment van publicatie van de regeling (4 juni 2008) een subsidie van het Fonds PGO ontvingen, bovenop die subsidie in aanmerking kwamen voor een aanvullende subsidie van € 30 000. Deze was bedoeld om de verdere versterking van deze organisaties mogelijk te maken. De tijdelijke regeling is op 1 september geëxpireerd. In het tijdvak 4 juni tot en met 1 september 2008 hebben in totaal 192 organisaties een subsidieaanvraag in het kader van de Tijdelijke regeling ontwikkelingssubsidie 2008 ingediend. Hiervan zijn 182 subsidieaanvragen gehonoreerd, 9 afgewezen en werd 1 subsidieaanvraag tussentijds ingetrokken. Slechts 20 PGO-organisaties, die in beginsel ook in aanmerking hadden kunnen komen voor deze ontwikkelingssubsidie, hebben om hun moverende redenen geen aanvraag ingediend.
De eindejaarsmarge wordt in principe alleen ingezet voor verplichtingen die in 2008 zijn aangegaan, maar waarvan de betaling uiteindelijk pas in 2009 zal plaatsvinden. Besluitvorming over de eindejaarsmarge vindt in het voorjaar 2009 plaats en tegen die tijd moet bezien worden of middelen worden overgeheveld middels EJM naar 2009.
Het ontwerpen van een geschikte regeling voor kleinschalig wonen heeft meer tijd gekost door overleg met veldpartijen over de invulling van de activiteiten en het (laten) uitvoeren van onderzoek. Het totaalbedrag hiervoor komt uit op € 15 mln. Kan dit bedrag, vanwege de hoogte in relatie tot de genoemde uitvoering, worden toegelicht en gespecificeerd?
In 2008 is het bedrag niet tot besteding gekomen.
Voor 2009 is de regeling op dit moment in voorbereiding. Het streven is de regeling in maart 2009 operationeel te hebben. De Tweede Kamer wordt binnenkort geïnformeerd.
Wat is de reden dat er vertraging is opgelopen bij de opstart van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB)?Wanneer wordt nu het NASB daadwerkelijk gestart? Wat is het actueel tijdpad hiervan?
Er is een geringe vertraging opgetreden bij de verdere intensivering van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen, voortvloeiend uit de beleidsbrief «De kracht van sport». De vertraging is opgetreden als gevolg van nadere afstemming met de verschillende betrokken partijen. Als gevolg daarvan is van de intensivering van € 4,9 miljoen een bedrag van € 0,7 miljoen niet besteed in 2008.
Afgezien daarvan loopt het NASB, met een totaalbudget in 2008 van € 13,3 miljoen, goed. Zo zijn in 2008 onder meer:
– 44 gemeenten uit de eerste tranche met de Impuls NASB gestart;
– in 7 regio’s pilots voor de Beweegkuur begonnen; en
– meerjarige verplichtingen aangegaan voor laagdrempelige sport- en beweegactiviteiten binnen de setting Sport van het NASB.
Bij welke projecten op het terrein van de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang is vertraging opgelopen? Wat is daarvan de oorzaak, en wat zijn de concrete gevolgen van deze vertraging?
In de begroting 2008 was € 17,9 miljoen uitgetrokken voor de dossiers voorkomen eerwraak, genitale verminking, huiselijk geweld, vrouwenopvang, wet tijdelijk huisverbod en middelen enveloppe capaciteit veiligheidsketen en preventie.
In 2008 is het grootste deel van dit budget ook daadwerkelijk besteed aan bovengenoemde dossiers, door verhoging van de specifieke uitkering maatschappelijke opvang en vrouwenopvang of door het verlenen van projectsubsidies.
Een bedrag van € 2,8 mln is echter niet tot besteding gekomen, omdat een aantal projecten pas laat in 2008 zijn gestart en daarom slechts voor een deel op 2008 betrekking hebben, zoals longitudinaal onderzoek dak- en thuislozen en het project verbeterplan vrouwenopvang.
Waarom zij er minder subsidieaanvragen binnengekomen voor de organisatie van topsportevenementen in Nederland? Kan worden aangegeven of de voorlichting over deze subsidies voldoende is? Waaruit bestaat de dekking van de algehele begrotings-problematiek?
Het aantal subsidieaanvragen voor de organisatie van topsportevenementen (inclusief haalbaarheidsonderzoeken en bidprocedures) is niet op voorhand te plannen. Of de organisatie van een topsportevenement aan een Nederlandse kandidaat wordt toegewezen is van veel factoren afhankelijk, waaronder de internationale concurrentie. Daardoor kan het aantal topsportevenementen dat in enig jaar in Nederland wordt georganiseerd fluctueren.
De voorlichting over de beschikbaarheid van deze subsidiemogelijkheid is meer dan voldoende. De sportbonden kennen deze subsidiemogelijkheid en hebben er de afgelopen jaren bijna allemaal gebruik van gemaakt.
De dekking van de algehele begrotingsproblematiek bestaat uit:
– minder aanvragen voor topsportevenementen € 1,36 miljoen
– vertraging bij aanleg topsportaccommodatie € 0,50 miljoen
– vertraging bij intensivering talentontwikkeling € 0,37 miljoen
– vertraging bij intensivering dopingpreventie € 0,27 miljoen +
– totaal € 2,50 miljoen
Kan de relatief geringe mutatie in het Budgettair Kader Zorg van dit jaar worden verklaard?
De van de NZa en het CVZ ontvangen gegevens met betrekking tot 2008 geven, ook gelet op het nog voorlopige karakter daarvan, vooralsnog geen aanleiding om de raming van het Budgettair Kader Zorg, zoals opgenomen in begroting 2009, bij te stellen. In het voorjaar 2009 worden op basis van nieuwe gegevens van het CVZ en de NZa de zorguitgaven geactualiseerd.
Hoe kan er, gezien het feit dat er nog steeds onduidelijkheden zijn over de declaraties over 2006 en 2007, nu al een schatting worden gemaakt over de nog te ontvangen declaraties over het eerste half jaar van 2008? Welk budget wordt er achter de hand gehouden om de onzekerheden op te vangen?
De thans in de 2e suppletore wet opgenomen bijstellingen vloeien niet zozeer voort uit deze gegevens van de NZa en het CVZ met betrekking tot (de eerste helft van) 2008, maar vloeien voort uit de actualisatie van de verwachte BKZ-uitgaven 2008 bij gelegenheid van Miljoenennota 2009 (Begroting 2009), aan de hand van (voorlopige) realisatiegegevens over 2007. Dit met uitzondering van de in paragraaf 4.1 nader toegelichte ijklijnmutaties en de mutaties in verband met het opleidingsfonds. Per saldo leiden deze mutaties tot een bijstelling van de Netto-BKZ-uitgaven met € 23,6 mln ten opzichte van de stand van de Netto-BKZ-uitgaven zoals opgenomen in de begroting 2009, dit is inclusief de reservering op nominaal en onvoorzien van € 19,7 mln.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 27 geven de van de NZa en het CVZ ontvangen gegevens met betrekking tot 2008, mede gelet op het voorlopige karakter daarvan, geen aanleiding tot bijstelling van de stand van het Budgettair Kader Zorg voor 2008 zoals opgenomen in de begroting 2009, en zal in het voorjaar 2009 op basis van nieuwe gegevens van het CVZ en de NZa een actualisatie plaatsvinden van de zorguitgaven.
Zijn al dreigingen 2008 werkelijkheid geworden? Welke mogelijke dreigingen 2008 worden verwacht?
Het cijferbeeld van het CVZ en de NZa is sinds de ontwerpbegroting 2009 ongewijzigd gebleven. In het voorjaar 2009 zal meer duidelijkheid ontstaan over de ontwikkeling van de uitgaven onder Budgettair Kader Zorg in het jaar 2008. Op basis van nieuwe gegevens van het CVZ en de NZa zal het jaar 2008 ten behoeve van het jaarverslag 2008 worden geactualiseerd.
De PGB-regeling kent een sterke groei. De instroom in de regeling zal groter zijn dan waarmee in de ramingen rekening wordt gehouden. Met hoeveel budgethouders zal de regeling kwantitatief in 2008 toenemen?
Het CVZ heeft de volgende cijfers verstrekt: eind december 2007 bedroeg het aantal pgb-houders 89 777 en eind september 2008 zijn dat er 104 284. Het gemiddelde aantal nieuwe pgb-houders per maand van september 2007 t/m september 2008 bedraagt 1732. Uitgaande van dit gemiddelde aantal zullen er naar verwachting eind 2008 zo’n 109 500 budgethouders zijn. Dit is binnen de raming.
Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Snijder-Hazelhoff (VVD), Ferrier (CDA), ondervoorzitter, Joldersma (CDA), De Vries (CDA), Smeets (PvdA), voorzitter, Van Miltenburg (VVD), Schippers (VVD), Smilde (CDA), Koşer Kaya (D66), Willemse-van der Ploeg (CDA), Van der Veen (PvdA), Schermers (CDA), Van Gerven (SP), Wolbert (PvdA), Heerts (PvdA), Zijlstra (VVD), Ouwehand (PvdD), Agema (PVV), Leijten (SP), Bouwmeester (PvdA), Wiegman-van Meppelen Scheppink (CU), Sap (GL) en Vacature (SP).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Van Velzen (SP), Neppérus (VVD), Atsma (CDA), Aasted Madsen-van Stiphout (CDA), Ormel (CDA), van Dijken (PvdA), Verdonk (Verdonk), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Vietsch (CDA), Van der Ham (D66), Uitslag (CDA), Gill’ard (PvdA), Omtzigt (CDA), Langkamp (SP), Vermeij (PvdA), Arib (PvdA), Vacature (algemeen), Thieme (PvdD), Bosma (PVV), Luijben (SP), Tichelaar (PvdA), Ortega-Martijn (CU), Halsema (GL) en De Wit (SP).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31792-XVI-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.