31 792 VII
Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2008 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

nr. 3
VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 15 december 2008

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties1, belast met het voorbereidend onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van een vragen met de daarop gegeven antwoorden.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De voorzitter van de commissie,

Leerdam

Adjunct-griffier van de commissie,

Hendrickx

1

Is de onderuitputting van het budget voor de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) enkel en alleen te verklaren uit minder overheidsgebruik en achterblijvende uitgifte van identiteitskaarten voor minderjarigen?

Dit zijn inderdaad de belangrijkste oorzaken van de onderuitputting. Bij de invoering van budgetfinanciering voor het gebruik van de GBA door overheidsinstanties is bij de bepaling van het budget rekening gehouden met het risico van meergebruik; dit meergebruik is wel opgetreden, maar in mindere mate dan geraamd.

2

Waarom worden kosten voor vervroegde uittreding van AIVD-ers geboekt onder verhuiskosten?

De kosten van vervroegde uittreding worden niet onder verhuiskosten geboekt. Omdat beiden worden toegevoegd aan hetzelfde artikelonderdeel is er voor gekozen dit als één bedrag te presenteren.

3

Waarom worden kosten voor de verhuizing van de AIVD uit 2007 pas bij de najaarsnota van 2008 ingeboekt? Om wat voor kosten ging het en waarom waren ze niet eerder bekend?

De uitgaven voor de verhuizing zijn nu pas geboekt omdat er gedurende 2008 nog facturen zijn ontvangen. Deze hebben betrekking op activiteiten die in 2007 zijn uitgevoerd, maar niet meer tijdig in 2007 konden worden gefactureerd, alsmede op aanvullende activiteiten die nog in 2008 zijn uitgevoerd. Het betreft voornamelijk uitgaven voor facilitaire voorzieningen, ICT en herstel/meerwerk.

4

Hoeveel gemeenten ontvangen bijdragen voor compensabele BTW en EU-subsidies?

De mutatie ad 11,6 mln met betrekking tot EU-subsidies en BTW betreft betalingen aan gemeenten van BTW die niet meer in Brussel kan worden gedeclareerd voor EU-projecten. Het budget hiervoor is overgeboekt van de begroting van het ministerie van Financien naar de begroting van BZK. De volgende steden hebben EU-subsidies ontvangen via de Structuurfondsprogramma’s Doelstelling 2-Steden en Urban waarvan de BTW nu gecompenseerd wordt: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Arnhem, Eindhoven, Enschede, Maastricht, Nijmegen en Heerlen.

5

Over hoeveel verschillende e-overheid-projecten wordt het budget dat van EZ wordt ontvangen gespreid?

Over 7 e-overheidprojecten, te weten: e-inspecties (samenwerking Rijksinspecties door ICT), expertteams, basisvoorziening internetstemmen, e-inspecties (maatschappelijke sectoren & ICT), e-awareness (maatschappelijke sectoren & ICT), elektronische gemeenten en persoonlijke internetpagina.

6

Waarom is het overheidsgebruik van de GBA achtergebleven bij de prognose?

Zoals bij vraag 1 al is geantwoord, is bij de invoering van budgetfinanciering voor het overheidsgebruik van de GBA bij de bepaling van het budget rekening gehouden met het risico van meergebruik. In 2008 heeft dit meergebruik zich wel voorgedaan, maar in mindere mate dan geraamd.

7

Mag uit de budgetverruiming voor het project Digitale werkomgeving Rijk worden afgeleid dat de ontwikkeling van een standaard rijkswerkplek voortvarend(er) verloopt? Of duidt het juist op onverwachte tegenvallers?

In 2008 is gestart met het Vernieuwing Rijksdienst programma Digitale Werkomgeving Rijk. De door het kabinet vastgestelde omvang van de investering in het programma is verdeeld over de jaren 2008–2011. Het programma verloopt volgens planning qua tijd en geld; dus niet voortvarender of met onverwachte tegenvallers. Het budget voor het project wordt niet verruimd, de VRD gelden worden alleen bij Najaarsnota toegevoegd aan de begroting van BZK.

8

Vindt de herschikking van het budget programma Preparatie Centraal binnen dat programma plaats of wordt het budget voor andere doelen aangewend? Indien dat laatste het geval is: waarvoor dan?

Het betreft een herschikking van het budget over diverse projecten, die echter allemaal binnen het programma voor Preperatie Centraal vallen.

Er is dus geen sprake van een alternatieve aanwending van het budget voor Preperatie Centraal.

9

Om welke activiteiten gaat het bij de verlaging van post 2.5.c? Gaat het hier alleen om lagere kosten van geplande activiteiten, of hebben niet alle geplande activiteiten plaatsgevonden?

Het betreft lagere kosten binnen de doelstelling Adequaat niveau van politiepersoneel; te weten om lagere kosten dan geraamd in het project extra instroom schaal 15–18 in het kader van diversiteit. De activiteiten hebben wel plaatsgevonden, maar in mindere mate dan verwacht.

10

Waarom zijn de uitgaven aan het programma «Polarisatie en radicalisering» ondergebracht op twee posten, bij artikel 4.2.b. en 4.2.g.? Wat is het verschil tussen de posten 4.2.b. en 4.2.g (beiden «polarisatie en radicalisering»)?

Artikel 4.2.b. betreft de overboeking van budget naar het Gemeentefonds voor de decentralisatie-uitkering Polarisatie en Radicalisering aan gemeenten die daarvoor een aanvraag hebben ingediend. Artikel 4.2.g. betreft budget dat dit jaar vrijvalt door de vertraging bij de uitvoering van het operationeel actieplan 2008.

11

Waarom gaat er minder geld naar gemeenten voor projecten op het gebied van polarisatie en radicalisering (art. 4.2.b)?

Er zijn in 2008 16 aanvragen voor financiële ondersteuning goedgekeurd voor in totaal 21 gemeenten. Er was rekening gehouden met meer gemeenten. Gemeenten blijken echter te aarzelen om de problematiek in de volle breedte aan te pakken en zijn nog niet altijd op de hoogte van de mogelijkheden van financiële ondersteuning (zie antwoord op vraag 13).

12

Betreft de neerwaartse bijstelling van de uitgaven voor «Polarisatie en radicalisering» met € 4,771 mln., naast een kleine overheveling, geheel en al opgelopen vertraging? Hoe wordt met de opgelopen vertraging omgegaan? Betekent dit dat er in de rest van het programma meer ruimte is voor gemeenten om budget aan te vragen?

Zie antwoord op vraag 13.

13

Heeft de regering een verklaring voor de achterblijvende belangstelling van gemeenten en maatschappelijke instellingen voor de aanpak van polarisatie en radicalisering?

Het aantal gemeenten dat in 2008 om ondersteuning heeft gevraagd was nog beperkt. Gemeenten aarzelen om de problematiek in de volle breedte op te pakken en niet alle gemeenten blijken op de hoogte te zijn van de mogelijkheid om en de voorwaarden voor het aanvragen van de financiële ondersteuning.

In 2008 zijn belangrijke stappen gezet om ervoor te zorgen dat in 2009 meer gemeenten de problematiek van polarisatie en radicalisering zullen aanpakken en om meer bekendheid te geven aan de decentralisatieuitkering. Van groot belang daarbij is dat het kenniscentrum Nuansa sinds oktober 2008 operationeel is en dat er vanaf eind 2008 extra aandacht besteed wordt aan de communicatie richting gemeenten. De verwachting is dan ook dat er in 2009 veel gebruik gemaakt gaat worden van de decentralisatieuitkering. Binnen de financiële ruimte die er is zal in 2009 prioriteit worden gegeven aan de lokale ondersteuning.

14

Waardoor wordt de vertraging bij het project Informatie Basisvoorziening Veiligheid veroorzaakt? Wat zijn de consequenties van deze vertraging en wat wordt gedaan om dit project weer op koers te krijgen?

Informatie Basisvoorziening Veiligheid is geen project waarin concrete ICT-voorzieningen worden opgeleverd. Om die reden spreek ik nu van het Informatie Beleid Veiligheid (IBV). Dat brengt tot uitdrukking dat sprake is van een strategisch beleid, dat tot uitvoering komt in projecten die door en onder verantwoordelijkheid van het veld, of door mij in mijn operationele rol in de rampenbestrijding, worden uitgevoerd.

Eén van die projecten betreft de uitvoering van het project Netcentrische Werken (NEC) waarbij vanuit mijn ministerie de regio’s worden ondersteund met de invoering van deze werkwijze met de hulp van eerste versie van een landelijk crisismanagement systeem (Cedric). De € 2 500 000 sub 4.3.g is toegekend aan dit project, Bij de uitrol van dit project in het veld is vertraging opgetreden. Dit hangt samen met de vraag of de Voorziening tot samenwerking Politie Nederland, of een andere partij uit het veld de uitrol van NEC voor zijn rekening neemt. Door deze vertraging valt het voor dit jaar gereserveerde budget vrij.

15

Kan nader uitgelegd worden waar de € 1,0 mln. extra voor nodig is in het kader van de Denk Vooruit Campagne? Hoeveel heeft deze campagne in totaal gekost voor het jaar 2008? En in voorgaande jaren?

BZK heeft op basis van het advies van de in het voorjaar ontwikkelde meerjarenstrategie denk vooruit een extra financiële impuls gegeven aan de campagne Denk Vooruit ad € 950 000,–. Het geld is bestemd voor het wijzigen van de boodschap, het inzetten van meer verschillende media en genereren van meer aandacht voor de campagne op radio en t.v. Met deze investering wordt de effectiviteit van de campagne vergroot, ook als ondersteuning voor de bredere aanpak van de versterking van zelfredzaamheid van burgers.

De kosten van de campagne voor 2008 bedragen € 1,75 miljoen.

De kosten van de campagne over de afgelopen jaren:

• 2006: € 2,8 miljoen

• 2007: € 0,9 miljoen

16

Hoeveel regio’s hebben geen convenant afgesloten, nu dit bij de afboeking van het restant van het convenantbudget ongespecificeerd wordt aangegeven? Wat voor ondersteuning heeft de regering te bieden aan veiligheidsregio’s die in de toekomst nog willen regionaliseren?

Zes regio’s hebben geen convenant afgesloten. Als gevolg hiervan resteert er een deel van het convenantbudget. Ik houd dit beschikbaar voor de doelstelling om eind 2009 de rampenbestrijding op orde te hebben.

Daarnaast zal ten behoeve van de kwaliteit van de brandweer en rampenbestrijding met ingang van 2010 de jaarlijkse bijdrage aan alle regio’s op grond van het Besluit doeluitkering bestijding van rampen en zware ongevallen (BDUR) worden opgehoogd. Met deze middelen kunnen ook de kosten als gevolg van regionalisering worden gefinancierd.

17

Klopt het dat het geld van de stimuleringsbijdrage dat overblijft, uitgesmeerd wordt over de veiligheidsregio’s die wel het convenant hebben ondertekend? Waarom wordt dit geld niet ingezet om de knelpunten te bestrijden die ontstaan in de veiligheidsregio’s die de convenanten niet ondertekend hebben?

Nee. Het deel van het convenantbudget dat resteert houd ik beschikbaar voor de doelstelling om eind 2009 de rampenbestrijding op orde te hebben.

18

Hoe verklaart de regering het – plotselinge? – tekort op de zgn. bommenregeling (financiële bijdrage voor het ruimen van bommen uit de Tweede Wereldoorlog)? Zal dit tekort naar verwachting structureel zijn?

Op basis van de raming in het voorjaar is bij de 1e suppletore wet 2008 een deel van het budget van de bommenregeling ingezet ter dekking van de Politie CAO. De bijgestelde raming aan het eind van het jaar geeft aan dat dit budget weer moet worden aangevuld ter dekking van gemeentelijke aanvragen voor een bijdrage in de ruiming van bommen. Er is geen sprake van een structureel tekort. De bommenregeling kent een bijdrageplafond waarbinnen alle bijdragen moeten worden gefinancierd conform de regeling.

19

Wat wordt concreet bedoeld met «het meeste effectieve instrumentarium voor de implementatie van het beleidsdoel»?

Deze vraag heeft specifiek betrekking op het plan tot vormgeving van een Topmanagementpool opgezet in het kader van beleidsartikel 11.2 professionalisering topmanagement enerzijds en anderzijds mede ter verdere terugdringing van externe inhuur voor de zwaarste (interim)projecten. Het instrumentarium is maatwerk waarbij een match wordt gelegd tussen wensen, kennis en kunde van de Het Topmanagement-lid met klussen en opdrachten. De voorbereiding van het plan lag in 2008 de implementatie vindt plaats vanaf 2009.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van Beek (VVD), Halsema (GL), Van der Staaij (SGP), De Pater-van der Meer (CDA), Van Bochove (CDA), Hessels (CDA), Gerkens (SP), Sterk (CDA), Leerdam (PvdA), voorzitter, De Krom (VVD), ondervoorzitter, Griffith (VVD), Boelhouwer (PvdA), Irrgang (SP), Kalma (PvdA), Schinkelshoek (CDA), Van der Burg (VVD), Brinkman (PVV), Pechtold (D66), Van Raak (SP), Thieme (PvdD), Kuiken (PvdA), Leijten (SP), Heijnen (PvdA), Bilder (CDA) en Anker (CU).

Plv. leden: Teeven (VVD), Azough (GL), Van der Vlies (SGP), Van de Camp (CDA), Smilde (CDA), Knops (CDA), Polderman (SP), Spies (CDA), Wolbert (PvdA), Aptroot (VVD), Zijlstra (VVD), Vermeij (PvdA), Van Gerven (SP), Heerts (PvdA), Çörüz (CDA), Remkes (VVD), De Roon (PVV), Van der Ham (D66), Van Bommel (SP), Ouwehand (PvdD), Timmer (PvdA), De Wit (SP), Kraneveldt-van der Veen (PvdA), Van Haersma Buma (CDA) en Cramer (CU).

Naar boven