31 789 Staatsdeelnemingen Fortis en ABN AMRO

Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juni 2013

Donderdag 25 april jl. (Handelingen II, 2012/13, nr. 80, item 7, blz. 40–51) heb ik met uw Kamer gesproken over de strategiewijziging van Deutsche Bank in Nederland en de gevolgen daarvan voor klanten. In dat debat gaf uw Kamer aan veel belang te hechten aan een snelle en passende oplossing voor de individuele ondernemers die door de strategische keuze van Deutsche Bank in een moeilijke situatie zijn gebracht. In dat kader heb ik met uw Kamer afgesproken om, mede op basis van informatie van ingestelde meldpunten en brancheorganisaties als LTO Nederland en MKB-VNO/NCW Nederland, dit proces nauwgezet te monitoren. Daarbij gaf ik aan dat ik uw Kamer in juni de stand van zaken zou rapporteren, zodat we vervolgens met elkaar kunnen vaststellen of de problemen voor klanten zijn weggenomen en of Deutsche Bank op zorgvuldige wijze omgaat met haar klanten. Middels deze brief wil ik uw Kamer over de stand van zaken informeren.

In de periode vanaf het debat tot aan dit moment hebben mij enkele klachten bereikt van individuele ondernemers die aangeven dat de problemen waarmee zij te maken hebben gekregen door de strategische heroriëntatie van Deutsche Bank nog niet door Deutsche Bank zijn weggenomen. Deze klachten heb ik, conform mijn toezegging in het debat, direct onder de aandacht van Deutsche Bank gebracht. Daarnaast heb ik ook geregeld contact gehad met brancheorganisaties LTO Nederland en MKB/VNO-NCW Nederland en heb ik gesproken met de onlangs opgerichte Stichting Meldpunt Klachten Deutsche Bank.1 Zij geven in die gesprekken aan dat Deutsche Bank met klanten in gesprek is om samen met hen tot een passende oplossing te komen. Daarbij merken ze op dat er tegelijk ook nog enkele klanten blijven bestaan die van mening zijn dat het aanbod van Deutsche Bank voor hen niet redelijk is en waarbij derhalve geen oplossing tussen beide partijen wordt gevonden. Daarnaast is het wat de brancheorganisaties betreft vooral van belang dat Deutsche Bank in de gesprekken met individuele klanten helder toelicht en inzichtelijk maakt waarom ze in specifieke gevallen bepaalde keuzes maakt. De algemene beleidslijnen om te komen tot een passende oplossing die Deutsche Bank naar aanleiding van het debat op haar website heeft gepubliceerd achten LTO Nederland en MKB/VNO-NCW Nederland daarbij behulpzaam. Daarbij vind ik het positief dat deze organisaties bevestigen dat Deutsche Bank klachten van individuele ondernemers actief oppakt en met hen daarover in contact treedt.

De verschillende signalen die mij de afgelopen tijd hebben bereikt – via uw Kamer, ingestelde meldpunten en de brancheorganisaties LTO Nederland en MKB-VNO/NCW Nederland – laten een gemengd beeld zien. Enerzijds constateer ik dat Deutsche Bank inspanningen heeft verricht om haar klanten goed te informeren, adequaat omgaat met binnengekomen klachten en met de klant in gesprek is om tot een passende oplossing te komen. Tegelijk moet ik concluderen dat Deutsche Bank er nog niet in is geslaagd om de problemen voor al haar klanten weg te nemen.

Voorafgaand aan deze tussenrapportage heb ik daarom contact gehad met de CEO van Deutsche Bank NL, de heer Hoving, om ook van hem inzicht te krijgen in de voortgang van het proces. De heer Hoving heeft mij aangegeven dat Deutsche Bank met haar klanten in gesprek is met de intentie om in alle redelijkheid tot een voor beide partijen passende oplossing te komen. In meerdere gevallen hebben deze gesprekken inmiddels tot een oplossing geleid, zo gaf de heer Hoving aan. Ten aanzien van de gevallen waarin partijen er tot op heden niet in zijn geslaagd om tot een redelijke oplossing te komen, doet de heer Hoving een oproep deze direct onder de aandacht van de Raad van Bestuur van Deutsche Bank NL te brengen. Tot slot merkte de heer Hoving op dat het in dit proces om een grote groep klanten gaat, waarbij de individuele omstandigheden steeds per geval kunnen verschillen en waarvan de afwikkeling nog enige tijd kan vergen. Ik heb de heer Hoving in het gesprek aangegeven dat ik daarom ook vinger aan de pols zal blijven houden bij dit proces en ik heb er bij hem op aangedrongen dat ik verwacht dat Deutsche Bank op redelijke en zorgvuldige wijze omgaat met al haar klanten.

Tot slot wil ik van de gelegenheid gebruik maken om nog terug te komen op een

vraag die het lid Nijboer stelde in het debat van 25 april jl. De heer Nijboer sprak tijdens het debat zijn zorgen uit over het gebruik van boeteclausules als verkapt verdienmodel en vroeg mij of hier sprake van is. In het debat heb ik geantwoord dat Deutsche Bank mij verzekerde dat de boeteclausules niet door haar misbruikt worden om geld te verdienen. Ik heb verder overigens geen signalen ontvangen dat er door Deutsche Bank of andere banken misbruik van boeteclausules wordt gemaakt. Daarnaast houdt De Nederlandsche Bank in haar rol als prudentieel toezichthouder doorlopend toezicht op (mogelijk verkapte) verdienmodellen van banken. Ik hoop op deze manier de vraag van de heer Nijboer naar tevredenheid te hebben beantwoord.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven