31 789
Staatsdeelnemingen Fortis en ABN AMRO

nr. 27
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 3 december 2009

De vaste commissie voor Financiën1, heeft over de brief van de minister van Financiën d.d. 19 november 2009 over de EC remedy en herkapitalisatie ABN AMRO en Fortis Bank Nederland (Kamerstuknummer 31 789, nr. 23) de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd.

De vragen op 30 november 2009 voorgelegd. Bij brief van 3 december 2009 zijn ze door de minister van Financiën beantwoord.

De voorzitter van de commissie,

Blok

De griffier van de commissie,

Berck

1

Is aan te geven hoe «groot» – gemeten in verschillende dimensies – de combinatie wordt, in vergelijking met vroeger en in vergelijking met andere banken? Heeft de nieuwe combinatie een optimale omvang, vanuit bedrijfseconomische oogpunt en vanuit maatschappelijk oogpunt (too big too fail, concurrentieverhoudingen)?

Het balanstotaal van de gecombineerde bank zal eind 2010 naar inschatting van het transitieteam ongeveer € 350 mrd bedragen. In 2009 hadden zowel ABN AMRO (N-share) als Fortis Bank Nederland ieder een balanstotaal van ongeveer € 200 mrd. Ter vergelijking: geschat wordt dat het bankgedeelte van ING momenteel een balanstotaal heeft van ongeveer € 900 mrd, Rabobank een balanstotaal van ongeveer € 600 mrd en het bankgedeelte van SNS een balanstotaal van ongeveer € 70 mrd.

De gecombineerde bank zal na integratie ruim 25 000 medewerkers hebben. Momenteel heeft ABN AMRO ongeveer 22 000 en Fortis Bank Nederland ongeveer 9 000 medewerkers. Ter vergelijking: geschat wordt dat momenteel (het bankgedeelte van) ING ongeveer 75 000 medewerkers, Rabobank ongeveer 60 000 medewerkers en (het bankgedeelte van) SNS ongeveer 3 000 medewerkers heeft.

Qua kantorennetwerk zal de gecombineerde bank na integratie ongeveer 510 kantoren hebben in Nederland. ABN AMRO heeft er nu ruim 500 en Fortis Bank ongeveer 150. Ter vergelijking: geschat wordt dat (het bankgedeelte van) ING ongeveer 280 kantoren heeft, Rabobank ongeveer 1100 en (het bankgedeelte van) SNS ongeveer 150.

De bank heeft voldoende omvang om schaalvoordelen te kunnen realiseren op het operationele vlak (bijvoorbeeld investeringen in systemen, producten, kapitaaleisen en compliance), maar ook om risico’s voldoende te kunnen spreiden. Daarnaast moet de bank niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten Nederlandse klanten goed kunnen bedienen. Met de integratie wordt een sterke mid-marketspeler op de Nederlandse financiële markt gecreëerd, die synergievoordelen kan benutten en ook Nederlandse klanten in het buitenland kan bedienen.

2

Kan de minister een overzicht geven van alle steunverleningsoperaties aan ABN AMRO en de bedragen daarbij sinds 1 oktober 2008?

De bedragen die ten goede zijn gekomen aan ABN AMRO, zijn beperkt tot de kapitaalinjectie van juli 2009 en het voorliggende voorstel. Het gaat dan om € 2,22 mrd vanwege het Z-share. De N-share ontvangt € 0,57 mrd vanwege separatiekosten, € 0,50 mrd vanwege een prudentiële marge, € 0,30 mrd voor de EC remedy, totaal € 3,59 mrd. Dit bedrag is exclusief de voorziene integratiekosten, die uiteraard niet zijn toe te rekenen aan een van beide banken.

3

Hoe kijkt het kabinet tegen de cijfers voor het derde kwartaal voor het «oude» ABN AMRO aan? Wat zeggen deze cijfers over de toekomst van de nieuwe ABN AMRO Group?

Het resultaat over de eerste negen maanden van 2009 van het N-share is lager dan in de vergelijkbare periode in 2008. Druk op de rentemarges gaf lagere operationele baten, daling van het gemiddeld beheerd vermogen en stijging van bijzondere waardeverminderingen veroorzaakten een daling van de provisiebaten. Tot zover weerspiegelt het resultaat de moeilijke omstandigheden op de kredietmarkten in 2009.

De operationele bedrijfslasten kwamen lager uit dankzij initiatieven voor kostenbeheersing en lagere personeelskosten. Deze daling werd voor een deel teniet gedaan door voortgaande transitiekosten en kosten voor de voorbereiding van integratie in beide periodes.

De komende jaren zal de gecombineerde bank significante integratiekosten moeten boeken, die het resultaat negatief zullen beïnvloeden. Bij het beoordelen van de toekomst van ABN AMRO staan echter de voordelen van deze integratie centraal. Kostenreductie, stroomlijning van activiteiten en bundeling van krachten leveren na enkele jaren synergievoordelen op en zullen naar verwachting de resultaten van de combinatie van banken sterk verbeteren.

4

Wat zijn de huidige schattingen over de werkgelegenheidseffecten van de integratie? Verschillen deze van de schattingen zoals deze in mei 2009 golden? Zo ja, waarom?

De meest recente schattingen van het transitieteam gaan uit van een brutoreductie van ongeveer 6 400 fte’s. Doordat in de geïntegreerde bank ook nieuwe fte’s worden gecreëerd kan een gedeelte van de reductie worden opgevangen door herplaatsingen. Hierdoor wordt er een nettoreductie verwacht van 4 800 fte’s, waarvan 800 door natuurlijk verloop.

5

Hoeveel bedragen het balanstotaal en het eigen vermogen van het Nederlandse deel van ABN AMRO, het zogenaamde N-share?

Op 30 september 2009 bedroeg het balanstotaal van het N-share € 203 mrd. Het eigen vermogen bedroeg op dezelfde datum € 6,9 mrd. Meer informatie is te vinden in de derdekwartaalcijfers die ABN AMRO op 25 november 2009 heeft gepubliceerd.

6

Hoeveel bedragen het balanstotaal en het eigen vermogen van Fortis Bank Nederland?

Op 30 juni 2009 bedroeg het balanstotaal van Fortis Bank Nederland € 199 mrd. Het eigen vermogen bedroeg op dezelfde datum € 3,4 mrd. Meer informatie is te vinden in de halfjaarcijfers die Fortis Bank Nederland op 20 augustus 2009 heeft gepubliceerd.

7

Wat bedragen naar verwachting het balanstotaal en het eigen vermogen van de geïntegreerde bank?

Het balanstotaal en het eigen vermogen van de gecombineerde bank zullen pas na integratie exact bepaald kunnen worden. Het balanstotaal van de gecombineerde bank zal eind 2010 naar inschatting van het transitieteam ongeveer € 350 mrd bedragen.

8 en 100

Kunnen de rentekosten die tot nu toe zijn gemaakt voor de verwerving van Fortis Bank Nederland en inmiddels aan de Staat toekomende deel van ABN AMRO inzichtelijk worden gemaakt? Kan er tevens een raming worden gemaakt voor deze kosten voor de komende jaren?

Kan de minister een overzicht geven waaruit blijkt welk deel van de staatsschuld is toe te schrijven aan ABN AMRO en Fortis en om welke verschillende transacties het gaat?

Het is lastig om het totaal aan geraamde rentelasten toe te schrijven aan reguliere rentelasten en rentelasten ter financiering van maatregelen die zijn genomen voor de verwerving van Fortis Bank Nederland/ABN AMRO. Dit is het gevolg van de gehanteerde integrale benadering van schuldmanagement. Deze benadering houdt in dat de financieringsbehoefte in haar totaliteit wordt gedekt, ongeacht de herkomst van de financiering.

Op basis van een vuistregel kan wel een inschatting worden gemaakt van de rentelasten. Deze inschatting is te vinden in de tabel hieronder.

in € mrd20092010
Rentelasten staatsschuld10,711,1
Gemiddelde staatsschuld (conform EMU-definitie)304,7324,9
Gemiddelde staatsschuld aangegaan voor interventies in ABN AMRO/Fortis Bank Nederland50,332,9
Deel rentelasten toe te rekenen aan interventies in ABN AMRO/Fortis Bank Nederland1,81,1

De rentebaten en premieontvangsten die samenhangen met de interventies in ABN AMRO/Fortis Bank Nederland zijn te vinden in bijlage 2 van de Najaarsnota 2009. Voor de periode 2008–2010 zijn deze rente- en premieontvangsten in totaal circa € 1,6 mld euro.

Het gevraagde overzicht van de staatsschuld kan als volgt worden weergegeven:

Transacties ABN/FBN relevant voor staatsschuld (€ mln)

 200820092010
1. Deelneming Fortis Bank Nederland16 800
2. Verwerving belang RFS/AA6 540
3. Verkoop FCI – 350
4. Overbruggingskredieten FBN44 341
5. Aflossingen overbruggingskredieten FBN– 35 166– 3 250
6. Verstrekte lening800
7. Nieuwe kapitaalinjectie3 030
Totaal67 681– 34 716– 220

9

Uit welke stukken blijkt dat de Tweede Kamer der Staten-Generaal een toezegging heeft gedaan van € 2,5 mrd in juli 2009?

De Kamer heeft materieel haar goedkeuring gegeven door het algemeen overleg en de plenaire behandeling op 2 juli 2009. De wettelijke bekrachtiging vindt plaats door middel van de tweede suppletoire begroting IXb.

10 en 16

Kunt u duidelijk uiteen zetten wat de gevolgen voor ABN AMRO en Fortis Bank Nederland zijn bij het niet verlenen van de resterende kapitaal behoefte van € 4,38 mrd?

Welke gevolgen zijn er indien de Nederlandse Staat niet voldoet aan de volstorting van het Z-share?

De Staat is gebonden aan de overeenkomst die hij is aangegaan met de consortiumpartijen, RBS en Santander. Deze betreffen in ieder geval de afwikkeling van het Z-share en de verrekening van bedrijfsonderdelen tussen de partijen, totaal ongeveer € 3 mrd. Deze verplichting is rechtens afdwingbaar. De kapitaalherijking van Fortis Bank Nederland (€ 1,26 mrd) is niet afdwingbaar, maar de toezichthouder zou vervolgens een herstelplan vragen, met alle gevolgen van dien. Voor de overige posten geldt dat ze ofwel nodig zijn om na separatie een bankvergunning voor het N-share te krijgen, ofwel om de integratie mogelijk te maken.

11

ABN AMRO is getroffen door de uitspraak van de rechter over World Online. In hoeverre valt nog te verwachten dat dit consequenties heeft voor de afwikkeling rondom HBU en de andere voorliggende strategische keuzes voor ABN AMRO?

De afwikkeling van World Online ligt binnen ABN AMRO N.V. bij de business unit Global Clients. Dit gedeelte behoort bij het R-share. Vooralsnog worden geen gevolgen voorzien voor de strategische keuzes die de Staat raken.

12

Heeft Royal Bank of Scotland al voldaan aan zijn verplichting betreffende het Z-share; zo neen, wordt dit dan nog verwacht en wanneer?

RBS heeft aan een gedeelte van haar verplichtingen omtrent het Z-Share voldaan. Zo werkt zij (samen met Banco Santander en de Staat) op dit moment aan het vinden van een structuur om de Z-Share te beheren nadat afsplitsing van het N-Share heeft plaatsgevonden. Op grond van de CSA is de taak van RBS rond het Z-Share pas afgerond als het gehele Z-Share is afgewikkeld. Deze afwikkeling houdt onder meer de verkoop van een aantal activa en het voldoen van een aantal passiva in. De verwachting is dat dit pas na langere tijd volledig is afgerond, maar dat RBS zal voldoen aan haar verplichtingen.

14 en 102

Is er al onderzoek gedaan naar de mogelijkheid van externe financiers in verband met de kapitaalbehoefte en op welke wijze heeft dit plaatsgevonden?

Is overwogen de positie van institutionele beleggers te vergroten, zodat de kapitalisatie vanuit de Staat kan worden verkleind? Zo ja, waarom is niet hiertoe besloten? Zo neen, waarom niet?

Bij de financiering van de toekomstige ABN AMRO Group N.V. moet men in het achterhoofd houden dat deze vennootschap nog niet bestaat en dat er nog geen sprake is van één bank. Een beroep op de kapitaalmarkt is dan weinig realistisch. Zelfs na integratie zal het geruime tijd kosten duren voor er sprake is van één organisatorisch en strategisch geheel. Het zal moeilijk zijn deze nieuwe bank te waarderen en private beleggers toe te laten voordat de integratie is afgerond.

15

Aan welke kapitaalseisen wil het N-share tezamen met Fortis gaan voldoen? En hoe staat dit in verhouding tot de op dit moment geldende minimum wettelijke kapitaalseis?

Het kapitaalplan is gebaseerd op het door de DNB gestelde minimumkapitaaleisen. Deze komen voort uit SREP-analyses en stresstests. Er is geen rekening gehouden met streefwaarden die ABN AMRO en Fortis Bank wellicht om andere reden, bijvoorbeeld het verkrijgen van een credit rating, heeft geformuleerd.

18

Welke restricties zijn er opgelegd door de Europese Commissie voor de marktpositie, bedrijfsvoering e.d. van de bank(-delen) die in het bezit zijn van de Nederlandse Staat?

Vooralsnog heeft de EC geen restricties opgelegd aan het N-share of aan Fortis Bank Nederland wat betreft marktpositie, bedrijfsvoering e.d. De EC heeft informeel laten weten dat er na de EC remedy geen additionele herstructurering meer nodig zal zijn. Dat neemt niet weg dat de EC nog wel een aantal gedragsmaatregelen op kan leggen. Bij deze maatregelen kan worden gedacht aan een verbod op bepaalde aankopen van onderdelen van andere banken of een verbod om het staatsaandeelhouderschap te gebruiken in promotionele zin. Over de precieze inhoud van deze gedragsmaatregelen zijn wij nog in overleg met de EC.

19, 40 en 43

Wat zijn de inschattingen van de kosten indien Fortis Bank Nederland als zelfstandige bank zou verder gaan?

Kan FBN voorlopig nog als stand-alonebank blijven draaien met ondersteuning van Fortis Bank Holding (IT platform)?

Is het mogelijk voor Fortis Bank Nederland om zelfstandig de diensten te ontwikkelen waarvoor zij nu nog afhankelijk is van Fortis Bank België? Zo ja, kunt u een inschatting van de kosten daarvan geven?

De mogelijkheden voor verlenging van de dienstverlening uit België zijn beperkt. In het voorjaar van 2008 heeft Fortis Bank Nederland een «transitional services agreement» met Fortis Bank SA/NV gesloten, die diende als raamwerk voor de uitloop van meer dan 300 diensten. De diensten worden beëindigd na zes tot achttien maanden, met de mogelijkheid tegen extra betaling enkele maanden te verlengen. Verdere verlenging is praktisch bezwaarlijk, omdat Fortis Bank SA/NV op haar beurt migreert naar systemen en diensten van BNP Paribas. Het zelfstandig ontwikkelen van ondersteunende diensten en systeem is technisch uiteraard mogelijk, maar hier zijn aanmerkelijke kosten aan verbonden. Daarnaast moet er ook worden geïnvesteerd in het opbouwen van een passende, nieuwe handelsnaam.

20

Is de verwachte verkoopopbrengst van twee banken niet groter dan die van één grotere bank?

Nee, niet per definitie. Potentiële kopers zullen zelf een inschatting maken van de prijs die zij bereid zijn te betalen. Hierbij zullen o.a. mogelijke synergievoordelen een rol spelen.

39

Deelt u de mening dat twee kleinere banken makkelijker te verkopen zijn dan één grote bank? Hoe verhoudt zich de voorgenomen integratie zich ten opzichte van de wens om in de toekomst met kleinere banken te gaan werken?

ABN AMRO (N-share) en Fortis Bank Nederland zijn al veel kleiner, doordat zij geen onderdeel meer uitmaken van hun grote moederonderneming. De banken hebben een lager risicoprofiel omdat ze nu bijvoorbeeld geen investment banking activiteiten meer uitvoeren.

21

Is er bij de strategische alternatieven ook gedacht over de gevolgen voor de werkgelegenheid en economische ontwikkelingen, zoals leegstand in de kantorenmarkt?

Werkgelegenheid is, als onderdeel van de verantwoordelijkheden binnen een onderneming, uitdrukkelijk meegewogen in de bestudering van alternatieven. De vakbonden hebben inmiddels aangegeven op hoofdlijnen ingenomen te zijn met het voorgestelde sociaal plan om de nadelige werkgelegenheidseffecten van integratie zo veel mogelijk te beperken.

Economische ontwikkelingen buiten de onderneming zijn niet als criterium gebruikt. Het gaat hier om strategische beslissingen met lange termijn implicaties, waarbij de conjunctuur niet teveel kan worden meegenomen.

22

Voor welke bedragen dient er garant te worden gestaan bij de splitsing van ABN AMRO Holding NV (R-share, N-Share, S-Share & Z-Share)?

De letteraandelen (N-shares, R-shares, S-shares en Z-shares) zijn uitgegeven op het niveau van RFS Holding en niet op het niveau van ABN AMRO Holding. Bij afwikkeling van de N-share in RFS holding zijn thans geen garantstellingen van de Staat voorzien.

23

Kunt u de verschillen tussen het oorspronkelijke integratieplan met zijn synergievoordelen en het integratieplan van het huidige transitieteam en de verschillen ook verklaren?

Uit de vraag blijkt niet of met het oorspronkelijke integratieplan de beoogde fusie tussen het Fortis-concern en het N-share wordt bedoeld, of het integratieplan dat het transitieteam eerder dit jaar heeft gepresenteerd. Vergelijkingen met de plannen van het Fortis-concern zijn moeilijk te maken. Weliswaar hadden die vergelijkbare synergievoordelen op de Nederlandse retailmarkt meegebracht, maar het zakelijke segment zou, vanwege de samenwerking met de Belgische en Luxemburgse activiteiten, een geheel ander beeld hebben opgeleverd. De verschillen met de «houtskoolschets» die het transitieteam eerder dit jaar heeft gepresenteerd zijn veel kleiner. De huidige plannen vormen een uitwerking en verfijning van die plannen.

26

Hoeveel extra geld zal binnen de nieuw te vormen bank worden besteed aan het duurzaamheidsbeleid t.o.v. wat gebruikelijk is binnen de banken in Nederland?

Het transitieteam heeft laten weten maatschappelijk verantwoord ondernemen hoog op de agenda te zetten en op dit gebied toonaangevend te willen blijven. Duurzaamheid is in dit kader geen afzonderlijk te begroten kostenpost, maar een integraal deel van het beleid van de onderneming.

27 t/m 30

Wat is de nominale waarde van het «hybride kapitaal» bij Fortis Bank Nederland dat niet in handen is van de Nederlandse Staat?

Wat zijn de financiële gevolgen indien de volledige integratie van Fortis Bank Nederland geen doorgang kan vinden door de aandeelhouders van de laatste 2,2%?

Wat is het maximale bedrag of vergoeding in aandelen voor de resterende 2,2% aandelen van Fortis Bank Nederland?

Kunt u de afspraken omtrent toekomstige afspraken met de medeaandeelhouders aan de Kamer verstrekken indien deze worden gemaakt?

In deze vragen wordt, naar ik begrijp, gedoeld op de preferente aandelen A van Fortis Bank Nederland. Dergelijke arrangementen zijn niet ongebruikelijk voor financiële instellingen.

De 150 000 «niet-cumulatief preferente aandelen A» hebben een nominale waarde van € 500. Ze worden alle gehouden door een special-purpose vehicle, FBN(H) Preferred Investments B.V., dat op haar beurt in handen is van de Staat en twee institutionele beleggers. De investering van de beleggers is € 210 mln, waarover zij, als de resultaten het toelaten, een niet-cumulatief dividend van 5,85% ontvangen. De beleggers genieten een fiscale deelnemingsvrijstelling.

De Staat heeft via een prioriteitsaandeel controle over de SPV, en daardoor effectief ook 100% zeggenschap in de ava van Fortis Bank Nederland. Dit betekent ook dat de Staat verregaande beslissingen kan nemen om de integratie mogelijk te maken. Gezien de sterk veranderende omstandigheden wordt echter groot belang gehecht aan een goed overleg met de beide institutionele beleggers. Het uitkopen van de partijen heeft daarbij niet mijn voorkeur. Denkbaar is dat zij een vergelijkbare positie als de huidige krijgen in het kapitaal van ABN AMRO Group, maar daarover is het gesprek nog gaande. Ik zal de Kamer informeren over wijzigingen in deze verhoudingen.

31

Hoe wordt het Z-share verdeeld; welke zaken worden aan ABN AMRO Nederland toebedeeld en welke risico’s worden hiermee gelopen (claims, rechtszaken)?

Het Z-Share bestaat uit activa en passiva die niet toegedeeld kunnen worden aan een van de consortiumpartners. De consortiumpartners delen naar hun relatieve belang in de baten en lasten van de portefeuille. Het is de verwachting dat de recentelijk aan u voorgelegde kapitaalinjectie voldoende kapitaal biedt om het overheidsdeel van het tekort in het Z-Share te kunnen opvangen.

33

Hoeveel kapitaal moet worden geïnjecteerd in beide afzonderlijke delen (FBN en ABN AMRO) om naast elkaar te kunnen blijven bestaan en te voldoen aan de solvabiliteitseisen van DNB (i.v.m. bankvergunning)?

Het huidige kapitaalplan gaat uit van de eis van DNB dat beide delen adequaat moeten zijn gekapitaliseerd voor integratie mogelijk is. De in de brief genoemde bedragen voor kapitaalversterking en -herijking hebben betrekking op de hier gestelde vraag.

34

Bij de integratie van FBN en ABN AMRO gaan 8000 banen verloren. Hoeveel banen gaan verloren bij de verkoop van HBU aan DB? Hoeveel banen blijven behouden als niet wordt geïntegreerd?

Over behoud van werkgelegenheid zijn geen contractuele afspraken gemaakt met Deutsche Bank. Bij New HBU en IFN Finance werken ongeveer 1400 mensen (1200 fte’s). Aangezien Deutsche Bank met de transactie beoogt een Nederlandse «footprint» te verkrijgen, mag worden verondersteld dat zij een groeistrategie voor zich ziet, met bijbehorende vraag naar medewerkers.

35

Na de voorgenomen kapitaalinjectie heeft de Nederlandse belastingbetaler meer dan 30 mrd geïnjecteerd in ABN AMRO en FBN. Hoe groot acht u de kans dat deze geïntegreerde bank ooit met winst voor de belastingbetaler verkocht zal worden? Hoeveel nettowinst dient deze bank dan te maken (voor belasting) op jaarbasis? Is dit wel realiseerbaar als nationale consumentenbank?

De zorg over het terugverdienen van een dergelijke investering is begrijpelijk en terecht. Bedacht moet worden dat de transactie van 3 oktober 2008 niet voortkwam uit commerciële motieven – de Staat is immers geen beleggingsfonds – maar uit de dringende noodzaak het financiële systeem voor een crash te behoeden. Terugverdienen was derhalve niet het doel, maar is wel het streven.

Hierbij zijn drie factoren van belang: de winstverwachting, de verkoopopbrengst en de gehanteerde verdisconteringvoet. Wat betreft de winstverwachting is van belang dat de synergie tussen beide banken thans wordt berekend op een extra winst van € 1,1 mrd per jaar voor belastingen. Wat betreft de verkoopopbrengst moet worden bedacht dat niet alleen FBN en ABN AMRO, maar ook ASR en FCI onderdeel waren van de transactie van € 16,8 mrd. FCI is inmiddels verkocht voor € 0,35 mrd.

Volledigheidshalve zij opgemerkt dat van de totale investering slechts een bescheiden gedeelte is «geïnjecteerd». De koopsom van € 16,8 mrd (dit is incl. de verzekeringsmaatschappijen) is geheel terechtgekomen bij het oude Fortis-concern en van het nu voorliggende kapitaalplan betreft een belangrijk gedeelte verrekeningen tussen de consortiumpartijen.

36

Is de mogelijkheid onderzocht om de noodzakelijke kapitaalinjectie als vreemd vermogen aan te trekken door een deel van de aandelen te verkopen of door bedrijfsobligaties uit te geven?

Nee. Het probleem zit bij beide banken niet in de totale omvang van het vermogen of in de liquiditeit, maar in de hoeveelheid gekwalificeerd eigen vermogen, in toezichtstermen aangeduid als tier-1-kapitaal. Om die reden is er bij FBN voor gekozen vreemd vermogen om te zetten in eigen vermogen.

37

De president van DNB, de heer Wellink, heeft aangegeven dat meer staatssteun (en de uitgifte van meer staatsobligaties) schadelijk is voor de Nederlandse economie en de kredietverlening, doordat banken de voorkeur geven aan staatsobligaties boven de verstrekking van meer risicodragende kredieten. In hoeverre versterkt een nieuwe emissie van staatsobligaties de vastgelopen kredietverlening?

Bij het opstellen van het huidige kapitaalplan ben ik juist om deze reden kritisch geweest. Ongelimiteerde staatssteun in ongewenst; ook de EC verbindt om die reden strenge voorwaarden aan het verlenen van steun. Steun is alleen toegestaan als het strikt noodzakelijk is en tegen marktconforme voorwaarden wordt verstrekt. Het aan de Tweede Kamer voorgelegde kapitaalplan is erop gericht het systeem te stabiliseren en draagt daarmee bij aan normale marktomstandigheden, waaronder kredietverlening het best tot zijn recht komt.

38 en 66

Kunt u de verwachte synergievoordelen (1,1 mrd) nader specificeren?

Kan er een nadere onderbouwing worden gegeven van het synergievoordeel van 1,1 mrd per jaar en de berekening van de netto contante waarde van € 4 mrd?

Het synergievoordeel is bepaald door het transititieteam na een initiële «top-down»-inschatting en een gedetailleerde «bottom-up»-onderbouwing van de besparingen, waarbij de bottom-upanalyse is uitgewerkt door het management van de onderdelen zelf. Deze besparingen worden gerealiseerd in verschillende deelgebieden (particulier, zakelijk, it/operations). De besparingen bestaan voornamelijk uit personeelsreductie, besparing op huisvesting en besparingen op ict-systemen.

De netto contante waarde van € 4 mrd (na belasting) is vastgesteld op basis van de door het transitieteam aangeleverde synergieopbrengsten (jaarlijks € 1,1 mrd voor belasting) en integratiekosten (tussen 2009 en 2012 in totaal € 1,6 mrd voor belasting). Deze opbrengsten en kosten zijn in de tijd verdisconteerd tegen de kosten van kapitaal, waarbij de conservatieve aanname is gemaakt dat pas vanaf 2013 de volledige synergieopbrengsten (van € 1,1 mrd voor belasting) gehaald zullen worden. In de jaren naar 2013 toe wordt slechts een (jaarlijks toenemend) gedeelte van de synergieopbrengsten gerealiseerd. Voor alle duidelijkheid: de netto contante waarde van de integratiekosten is € 1,0 mrd na belasting, de netto contante waarde van de synergieopbrengsten is € 5,1 mrd na belasting en het verwachte nettovoordeel van integratie is derhalve € 4,1 mrd.

41

Waar is uw inschatting op gebaseerd dat Fortis Bank Nederland te klein is om zelfstandig te groeien? Stellen de goede winstcijfers van de afgelopen jaren Fortis Bank Nederland de onderneming niet in staat om private financiering voor eventuele groeiplannen te vinden?

Fortis Bank Nederland heeft de afgelopen jaren goede winstcijfers geboekt. De afsplitsing van dit concern heeft echter grote operationele en financiële gevolgen gehad. Voor enkele cruciale diensten, onder andere op gebied van ict, is de bank nog afhankelijk van Fortis Bank SA/NV. De contracten hiervoor zijn tijdelijk en vormen geen langetermijnoplossing. Integratie van beide banken betekent dat deze diensten ofwel van elkaar kunnen worden betrokken, ofwel dat de ontwikkelingskosten kunnen worden gedeeld. Anders zou Fortis Bank Nederland deze kosten zelfstandig moeten dragen, op een relatief kleine omzetbasis. Tevens mist Fortis Bank Nederland schaal om haar activiteiten geheel vanuit de eigen retailbank te funden, waardoor relatief veel geld uit de geld- en kapitaalmarkt moet worden gehaald.

42

Waar is uw inschatting op gebaseerd dat ABN AMRO te klein is om zelfstandig waarde te creëren?

Ook voor het N-share heeft de afsplitsing van het bestaande ABN AMRO-concern grote operationele gevolgen. Het N-share heeft een voldoende groot aandeel in de retailmarkt, maar mist een internationaal netwerk om aan de volledige behoefte van zijn zakelijke klanten te voldoen. Daarnaast zal het N-share ook ondersteunende diensten in eigen beheer moeten ontwikkelen. Integratie van beide banken betekent dat deze diensten ofwel van elkaar kunnen worden betrokken, ofwel dat de ontwikkelingskosten kunnen worden gedeeld. Anders zou N-share deze kosten zelfstandig moeten dragen, op een relatief kleine omzetbasis, hetgeen ertoe kan leiden dat ABN AMRO onvoldoende waarde kan creëren.

44 en 45

Is het mogelijk voor ABN AMRO om zelfstandig de ondersteunende activiteiten te ontwikkelen. Zo ja, kunt u een inschatting van de kosten daarvan geven?

Zijn er naast de ontwikkeling van ondersteunende diensten die thans nog niet zelfstandig uitgevoerd kunnen worden andere kosten verbonden aan het zelfstandig laten voortbestaan van de twee banken? Zo ja, kunt u hier een inschatting van geven?

Van de additionele € 4,4 mrd in het kapitaalplan hangt € 3,2 mrd niet samen met integratie. Deze kapitaalbehoefte moet worden vervuld, ongeacht of er wel of niet geïntegreerd wordt. Als beide banken zelfstandig zouden verder gaan, zouden additionele kosten gemaakt moeten worden om voor iedere bank individueel eigen systemen en netwerken op te bouwen. Van deze additionele kosten is geen exacte berekening gemaakt, omdat er juist is gekozen voor het samenvoegen van beide banken, zodat op elkaars netwerk en diensten kan worden gebouwd. Dit leidt tot jaarlijkse synergievoordelen van € 1,1 mrd voor belasting, welke niet behaald zouden worden als de banken ieder afzonderlijk verder zouden gaan.

48 en 51

Is duidelijker aan te geven hoe specifiek de verschillende alternatieven zijn onderzocht?

Kan de minister de verschillende varianten voor de banken met elkaar vergelijkbaar maken door in te gaan op kosten van integratie, dan wel separatie, waardecreatie, technische complexiteit, synergievoor- en nadelen, gevolgen voor concurrentie, eisen van mededingingsautoriteiten, economie en werkgelegenheid en deze aspecten te kwantificeren?

Verscheidene strategische alternatieven zijn onderzocht, zowel direct in oktober en november 2009 als in de zomer van 2009. Er is destijds niet alleen gekeken in hoeverre een alternatief voldeed aan de doelstellingen van de Staat met betrekking tot deze investeringen (zoals vermeld in de brief van 19 november), maar ook is een afweging gemaakt op basis van een analyse van de strategisch impact, waardecreatie, haalbaarheid en tegemoetkoming aan eisen van toezichthouders en de EC. Bij het onderzoeken van alternatieven is steeds intensief overlegd met het management van de banken, ondernemingsraden, De Nederlandsche Bank en marktpartijen. Deze analyses zijn besproken in uitgebreide sessies waar ik persoonlijk aan heb deelgenomen. Een aantal voorkeursscenario’s zijn uitgediept in discussies met management en toezichthouders. Op basis van deze uitvoerige analyse is de uiteindelijke keuze voor de strategische richting gevallen op integratie van de twee banken.

50

Is er bij studie naar de verschillende alternatieven gekeken wat ze betekenen voor de verhoudingen op de verschillende deelmarkten, zoals onder andere corporate, retail, enz.? Wat zijn de gevolgen van de voorgestelde combinatie voor die verhoudingen op deelmarkten, en welke appreciatie geeft het kabinet daaraan?

Er is bij de bestudering van de alternatieven gekeken welke verhoudingen er binnen bepaalde deelmarkten zouden ontstaan, en of deze mogelijk mededingingsbezwaren van de Europese Commissie tot gevolg hebben. Als gevolg van de integratie wordt een sterke mid-marketspeler gecreëerd, met een gezonde positie op verschillende deelmarkten. Deze speler draagt daarmee bij aan uiteenlopende doelstellingen van het kabinet, waaronder het waarborgen van een gezond competitief financieel landschap in Nederland.

52, 57 en 58

Kan de koopsom alleen naar beneden of ook naar boven worden bijgesteld? Wat is de maximale prijsaanpassing of is deze ongelimiteerd? Kunt u aangeven welke variabelen op welke wijze invloed hebben op de uiteindelijk verkoopprijs?

Kan de koopsom voor de aandelen New HBU en IFN Finance van € 700 mln alleen maar naar beneden worden aangepast? Welke afspraken gelden hieromtrent? Waarop hebben de fees betrekking die kunnen worden verrekend met de koopsom?

Om welke voorzieningen voor kredietverliezen waardoor de koopsom naar beneden kan worden aangepast gaat het? Hoe verhoudt dit zich tot de garantie die ABN AMRO verstrekt via de gemaximeerde credit umbrella?

Een correctie van de koopsom is een gebruikelijk mechanisme bij overnames. Het prijsaanpassingsmechanisme wordt op alle onderdelen normaal toegepast, zowel naar boven als naar beneden, maar als dat tot een uitkomst zou leiden die groter is dan € 700 mln wordt de aanpassing afgekapt op een niveau van € 700 mln. De oorspronkelijke overeenkomst voorzag in mogelijkheden tot forse prijsaanpassingen tussen ondertekeningsdatum en overdrachtsdatum en zelfs een jaar na overdrachtsdatum. Onder het nu getekende principeakkoord is het prijsaanpassingmechanisme eenvoudiger en zijn aanpassingen op overdrachtsdatum beperkt, en niet meer mogelijk na overdrachtsdatum. De onderhandelingen resulteerden in twee keuzes voor de hoogte van de koopsom:

• € 660 mln met het afgesproken prijsaanpassingsmechanisme,

• € 700 mln met het afgesproken prijsaanpassingsmechanisme afgekapt op € 700 mln.

Er is gekozen is voor de tweede variant van € 700 mln, omdat inschattingen van ABN AMRO aangaven dat dit de voordeligste optie is. Concreet is het met Deutsche afgesproken prijsmechanisme als volgt:

• De prijs van € 700 mln wordt gecorrigeerd voor het verschil tussen het eigen vermogen van New HBU en IFN Finance per 31 maart 2009 en per de overdrachtsdatum.

• Het verschil van New HBU (Bij IFN Finance speelt dit niet) wordt vervolgens gecorrigeerd voor de mutatie van twee specifieke posten. De specifieke posten betreffen:

1. De tussentijdse mutatie in de voorzieningen op leningen wordt gecorrigeerd voor 75%. Dit wordt gedaan omdat deze verliezen van New HBU door ABN AMRO voor 75% worden afgedekt onder de credit umbrella (Door deze correctie wordt voorkomen dat ABN AMRO hiervoor tweemaal betaalt).

2. De toename in de post «vooruitontvangen fee-inkomsten» van New HBU wordt gecorrigeerd, wat een positief effect heeft. Deze specifieke aanpassing is overeengekomen omdat New HBU pas na 31 maart 2009 vooruit ontvangen fees is gaan reserveren. Partijen waren het erover eens dat de verslaggevingregels consistent moeten worden toegepast tussen 31 maart 2009 en overdrachtsdatum.

Zoals hiervoor is aangegeven, is er bij het prijsmechanisme rekening mee gehouden dat ABN AMRO niet tweemaal hoeft te betalen voor hetzelfde verlies.

55

Wat is de reden voor de afspraak dat ABN AMRO II de garantie pas na drie jaar over kan dragen aan een andere partij?

ABN AMRO II kan op elk moment na drie jaar de credit-umbrellagarantie overdragen aan een door Deutsche Bank goedgekeurde marktpartij. Deutsche Bank verwacht dat de migratie van New HBU ongeveer drie jaar in beslag zal nemen. Daarom is overeengekomen gedurende die periode de credit-umbrellagarantie niet over te dragen.

56

Wat is de reden dat de aansprakelijkheid voor elkaars schulden voor ABN AMRO II naar verwachting in 3 tot 5 jaar terugloopt naar 0?

De wederzijdse aansprakelijkheid betekent voor ABN AMRO II dat indien New HBU failliet gaat, de crediteuren die bestonden bij afsplitsing van HBU tot € 1,6 mrd kunnen verhalen op ABN AMRO II. De verwachting is dat binnen 3 tot 5 jaar deze uitstaande crediteurenschuld van € 1,6 mrd afneemt naar € 0 door aflossingen. Dientengevolge verdwijnt ook het verhaalrecht van deze crediteuren op ABN AMRO II.

59 en 62

Kunt u aangeven waarom er voor gekozen is New HBU te verkopen voor een bedrag dat lager is dan het eigen vermogen van New HBU?

Het eigen vermogen van de afgesplitste partij bedraagt € 950 mln, terwijl de koopsom € 700 mln bedraagt. Hoe zijn deze bedragen met elkaar te rijmen?

Het eigen vermogen van circa € 1 mrd is gebaseerd op de waarde van het bedrijf zoals die in het verleden is opgebouwd. Winsten werden aan het eigen vermogen toegevoegd en verliezen ervan afgetrokken. Bij het bepalen van een prijs kijkt een koper naar de toekomst. Als in zijn ogen de winsten minder hoog zijn, dan zal hij een lagere waarde (en dus prijs) aan een bedrijf toekennen, dan waarvoor het in de boeken staat. Deutsche Bank was en is de enige concrete koper voor New HBU, waardoor het niet mogelijk was om meer concurrentie tussen geïnteresseerde kopers te creëren, die ertoe had kunnen leiden dat een hogere prijs geboden zou zijn. In de huidige marktomstandigheden is het zeker in de financiële sector niet ongebruikelijk dat prijzen voor (delen van) bedrijven onder de boekwaarde blijven.

61

Kan preciezer aangegeven worden hoe de omvang van de portefeuille die onder de credit umbrella valt, zich ontwikkelt?

De inschatting is dat de kredietportefeuille afneemt tot ca. 50–60% van het oorspronkelijke uitstaande bedrag in jaar 1, tot 40%-50% in jaar 2, tot ca. 20–30% in jaar 5, en vervolgens tot ongeveer 10% in jaar 10. Formeel loopt de laatste lening en daarmee de credit umbrella af na 35 jaar, vanwege een aantal langlopende hypotheken. De looptijd kan korter zijn omdat normaal gesproken versnelde aflossingen plaatsvinden.

64

Verzet artikel 2:334t van het Burgerlijk Wetboek zich niet tegen het verstrekken van een vrijwaring voor wederzijdse aansprakelijkheid?

Artikel 2:334t Burgerlijk Wetboek regelt het aansprakelijkheidsregime geldende voor de ontvangende (NEW HBU II) en gesplitste rechtspersoon (ABN AMRO Bank N.V.). Dit aansprakelijkheidsregime betreft de aansprakelijkheid van beide vennootschappen naar derden (en werknemers) en niet de aansprakelijkheid onderling. Een wederzijdse vrijwaring tussen de ontvangende en gesplitste rechtspersoon raakt niet aan deze «externe» aansprakelijkheid. Uiteindelijk kunnen derden beide vennootschappen gewoon aansprakelijk stellen op grond van het bepaalde in artikel 2:334t. Dat partijen onderling elkaar vrijwaren doet daar niets aan af. Er is dus geen strijd met artikel 2:334t Burgerlijk Wetboek.

65

Waarom wordt de impact op de kapitaalbehoefte van de overige kosten (inclusief verliezen credit umbrella) iets groter naarmate de tijd vordert? Welk aandeel hebben de overige kosten en welk aandeel heeft de credit umbrella op de kapitaalimpact?

In de tabel in de brief nemen de overige kosten, inclusief verliezen onder de credit umbrella, toe van € 0,74 mrd bij overdracht tot € 0,79 mrd op termijn. Dit is ten eerste het gevolg van een toename als het gevolg van ontvlechtingkosten, die ABN AMRO pas op termijn tegemoet ziet (€ 0,12 mrd). Zo moeten ondersteunende afdelingen van ABN AMRO die diensten leveren aan New HBU gereorganiseerd worden, zodra New HBU op termijn volledig onafhankelijk van ABN AMRO wordt. Deze kosten worden pas op dat moment verantwoord in het operationeel resultaat van ABN AMRO.

Ten tweede is er een tegengesteld effect als gevolg van vrijval van kapitaal1 (ca. € 0,07 mrd) dat wordt aangehouden voor wederzijdse aansprakelijkheden (afloop na 5 jaar) en cliëntgaranties en -onderpanden die na pas twee jaar worden overgedragen vanuit ABN AMRO naar New HBU.

67

Moet de break-up fee van €35 mln ook betaald worden wanneer de Tweede Kamer niet instemt met de integratie of de verkoop van HBU?

In de principeovereenkomst met Deutsche Bank is opgenomen dat Deutsche Bank recht heeft op een break-up fee indien (a) deze transactie niet voor goedkeuring wordt aanbevolen aan de Kamer, hetgeen inmiddels is gebeurd, of (b) als de voorgenomen integratie van beide banken geen doorgang vindt.

Deutsche Bank heeft dus geen recht op de break-up fee indien de Tweede Kamer de verkoop niet goedkeurt, maar wel als er geen voornemen tot integratie meer is – ongeacht waardoor dit wordt veroorzaakt.

68

Is er ook een break-up fee wanneer Deutsche Bank afziet van de transactie?

Nee, als Deutsche Bank afziet van de transactie is er geen break-up fee verschuldigd. Als ABN AMRO om een andere reden (dan de twee genoemde) van de transactie afziet, is er evenmin een break-up fee verschuldigd (mogelijk is er dan wel recht op schadevergoeding). Het staat Deutsche Bank niet vrij de SPA zonder geldige reden te beëindigen. Een geldige reden is er in beginsel alleen als niet voldaan wordt aan een closing condition.

70

Heeft u naast de experts van ABN AMRO nog een externe partij de verliezen op de credit umbrella in laten schatten?

De Staat heeft afgelopen zomer Citibank een analyse laten uitvoeren naar de verwachte verliezen onder de credit umbrella. Dit is in eerste instantie gedaan omdat er sprake van was dat de Staat mogelijk de credit umbrella zou afdekken door een contra garantie aan ABN AMRO. Aangezien de analyse van buitenaf is uitgevoerd, waarbij voornamelijk externe (dus niet ABN AMRO’s eigen) historische informatie over de prestatie van leningen is gebruikt en conservatieve aannames zijn gemaakt, is deze analyse gehanteerd als een worst case scenario. U wordt hierover vertrouwelijk geïnformeerd.

72

Kan in een overzicht worden weergegeven wat er respectievelijk gebeurt in geval van verkoop van HBU en IFN aan Deutsche Bank en in het hypothetische geval dat HBU en IFN onderdeel blijven van ABN AMRO met de boekwaarde van HBU en IFN, de verliezen vanwege kredietrisico’s/credit umbrella, de kapitaalsvoorzieningen vanwege kredietrisico’s en eventuele overige kosten? Kunnen de verschillen tussen beide situaties worden verklaard?

In de brief van 19 november is uiteengezet wat de kapitaalimpact is op ABN AMRO van de verkoop van New HBU en IFN Finance aan Deutsche Bank. Als er geen verkoop plaatsvindt zou er geen directe kapitaalimpact zijn geweest. De belangrijkste redenen zijn:

• Indien geen verkoop plaatsvindt, wordt de boekwaarde niet afgewaardeerd. Er wordt ook geen verkoopprijs ontvangen.

• De verwachte kredietverliezen op de portefeuille moeten onder IFRS bij verkoop direct worden voorzien. Indien er geen verkoop plaatsvindt, worden kredietverliezen onder de verslaggevingregels pas genomen indien deze zich voordoen.

• Overige kosten zijn gerelateerd aan de transactie en betreffen migratiekosten, verkoopkosten, wederzijdse aansprakelijkheden, et cetera. Deze kosten worden niet gemaakt door ABN AMRO indien er geen verkoop zou plaatsvinden.

• Er valt geen kapitaal vrij, omdat de activiteiten van New HBU en IFN Finance bij ABN AMRO blijven. Er wordt daarbij verondersteld dat de aflopende kredietportefeuille door nieuwe productie wordt vervangen.

Indien de EC remedy niet wordt uitgevoerd, komen op termijn de kredietverliezen op de portefeuille voor 100% voor rekening van ABN AMRO in plaats van voor 75% onder de credit umbrella. Daarnaast zal de EC remedy operationele resultaten blijven genereren die het kapitaal van ABN AMRO positief zullen beïnvloeden.

73

Hoe is het verschil tussen de «overige kosten inclusief verliezen credit umbrella» in de tabel op pagina 10, namelijk € 740 tot € 790 mln, en diezelfde kostenpost in de tabel op pagina 11, namelijk € 940 mln, te verklaren?

De tabellen zijn opgesteld op basis van twee verschillende raamwerken:

• De kapitaalimpact volgt de verantwoordingsregels van het door DNB gereguleerde kapitaal.

• Het aangepaste transactieresultaat heeft als doelstelling een volledig beeld van de financiële impact van de transactie aan de Kamer te verstrekken.

Het verschil tussen € 0,74 mrd en € 0,94 mrd is te verklaren door twee posten:

• ABN AMRO moet tijdelijk kapitaal aanhouden voor de credit umbrella. De kapitaalkosten hiervoor bedragen € 0,14 mrd. De transactie verbruikt kapitaal, dat dan niet meer beschikbaar is voor andere winstgenererende activiteiten van ABN AMRO. De «economic opportunity costs» van dit kapitaalverbruik zijn meegenomen in het aangepaste transactieresultaat. DNB staat niet toe kapitaalkosten mee te nemen in de berekening van de kapitaalimpact.

• In het aangepaste transactieresultaat zijn de verwachte ontvlechtingskosten opgenomen, die ABN AMRO pas op termijn tegemoet ziet (€ 0,12 mrd). In de kapitaalimpact worden deze kosten later verantwoord als operationele kosten. Zie ook het antwoord op vraag 65.

In de kapitaalimpact is rekening gehouden met het aanhouden van kapitaal voor wederzijdse aansprakelijkheden en cliëntgaranties. Dit kapitaal loopt in een periode van 2–5 jaar af. Zie ook het antwoord op vraag 65. In het aangepaste transactieresultaat zijn alleen de kapitaalkosten voor het aanhouden van dit kapitaal meegenomen. De netto-impact is € 0,06 mrd.

74

Verandert de mate van vrijval van kapitaal als gevolg van het afnemende kredietrisico vanwege de credit umbrella nog als het aan de Staat toekomende deel van ABN AMRO wordt afgesplitst of als het vervolgens wordt geïntegreerd met Fortis Bank Nederland?

De afsplitsing en de integratie heeft op zichzelf geen effect op de kapitaalvrijval.

75

Waarop is de hoogte van het bedrag van € 300 mln gebaseerd waarmee de negatieve kapitaalimpact als gevolg van de voorgenomen transactie met Deutsche Bank gedeeltelijk wordt gedekt? Welke rol heeft de sterke afname van de kapitaalimpact gespeeld in de vaststelling van de hoogte van het bedrag? Hoe verhoudt de hoogte van dit bedrag zich tot de omvang van de prudentiële marge die tijdelijk wordt verstrekt?

De kapitaalimpact op overdrachtsdatum bedraagt € 0,47 mrd en neemt af naar € 0,18 mrd in jaar 1. De Staat is niet bereid om meer dan het gemiddelde kapitaaltekort in jaar 1 als gevolg van de EC remedy ter beschikking te stellen. De prudentiële marge in het totale kapitaalplan bedraagt € 0,5 mrd en is voldoende om het tijdelijk hogere tekort op overdrachtsdatum te dekken.

76

Wat is het gevolg van een latere overdrachtsdatum van New HBU en IFN Finance aan Deutsche Bank?

Een latere overdrachtsdatum van New HBU en IFN Finance kan impact hebben op de uiteindelijke koopsom. Naar verwachting zal dit niet materieel zijn. Belangrijker is dat de EC een latere overdrachtsdatum niet zonder meer zal goedkeuren. Tevens is New HBU niet gevormd om gedurende langere tijd als zelfstandige entiteit te functioneren. Derhalve moet er snel duidelijkheid komen over de toekomst van New HBU.

77

Zijn er naast de genoemde verbeteringen in de overeenkomst met Deutsche Bank ook punten te noemen waarop de positie van de Staat is verslechterd?

Het startpunt van Deutsche Bank bij de onderhandelingen was de oorspronkelijke overeenkomst met Fortis. Ik heb de Kamer beloofd dat de overeenkomst in totaliteit gunstiger moet zijn dan de koopovereenkomst die Fortis in 2008 had gesloten.

De Staat heeft op belangrijke punten verbeteringen ten opzichte van de oorspronkelijke overeenkomst gerealiseerd. Er zijn ons op basis van het principeakkoord geen materiële zaken bekend die zijn verslechterd ten opzichte van de oorspronkelijke overeenkomst.

78

In welk stadium is er begonnen met het zoeken naar de verschillende alternatieven? Wanneer zijn de verschillende alternatieven voor het eerst serieus uitgewerkt en wanneer werd duidelijk voor de verschillende alternatieven duidelijk dat ze niet aanvaardbaar waren?

Direct na de overname van de Nederlandse activiteiten van Fortis Bank Nederland (op 3 oktober 2008) is gestart met het onderzoeken van verscheidene strategische alternatieven. Op 21 november 2008 heeft het kabinet de strategische richting gecommuniceerd. In de tussenliggende tijd zijn alle alternatieven voor integratie geëvalueerd en werd duidelijk dat ze niet aanvaardbaar waren. Hierbij is onder meer intensief overlegd met bestuurders, ondernemingsraden, De Nederlandsche Bank en marktpartijen. Toen afgelopen september de onderhandelingen door Deutsche Bank werden afgebroken, is een gedeelte van de alternatieven voor integratie opnieuw bekeken, en wederom werd geconcludeerd dat integratie van de banken het meest aantrekkelijke alternatief blijft. Wat betreft de alternatieven voor de remedy zijn in de periode december 2008 tot februari 2009 verscheidene opties bekeken. Ook tijdens de onderhandelingen met Deutsche Bank (vanaf maart 2009) zijn alternatieven voor de remedy voortdurend in ogenschouw genomen. Van de alternatieven voor de remedy is tussen maart 2009 en afgelopen oktober gebleken dat ze niet haalbaar waren.

79

Kan de definitieve afrekening tussen de consortiumpartners ook tegenvallen waardoor er meer dan € 0,74 mld. nodig is?

Ja. Er is nog een aantal lopende discussies rond de definitieve afrekening tussen de consortiumpartners. Er is een inschatting gemaakt van de maximale negatieve impact hiervan. Als de afrekening lager uitvalt, dan komt de meevaller rechtstreeks ten gunste van de staatsschuld.

80

Waaruit bestaan de nadere voorwaarden die De Nederlandsche Bank heeft geformuleerd voor het N-share van ABN AMRO en voor Fortis Bank Nederland en op welke wijze vullen deze de kapitaaleisen aan?

Deze voorwaarden bevatten diverse eisen ten aanzien van de governance en integratieplannen van Fortis Bank Nederland en het N-share van ABN AMRO. Deze hebben, kort gezegd, tot doel voor een inzichtelijke en slagvaardige governancestructuur te zorgen en tegelijk de continuïteit van de verschillende bedrijfsonderdelen te waarborgen gedurende de verschillende separatie- en integratietrajecten.

81

Welke gronden bestaan er voor de verwachting dat de aanvullende kapitalisatie ook toereikend zal zijn voor de kapitaaleisen na samenvoeging van ABN AMRO II en Fortis Bank Nederland? Kan het gebeuren dat door de samenvoeging de kapitaalspositie verbetert? Zo ja, zijn er dan alsnog maatregelen te verwachten van de Europese Commissie als gevolg van de staatssteunregels?

Hierover hebben uiteraard gesprekken plaatsgevonden met de toezichthouder. De verwachte plussen en minnen staan in redelijke verhouding tot elkaar. Van de samenvoeging op zichzelf wordt geen directe verbetering van de kapitaalpositie verwacht. Wel zou de overgang van Bazel I naar Bazel II door het N-share enige verlichting van de risk-weighted assets kunnen opleveren. In de huidige kapitaaleisen is daarnaast rekening gehouden met enkele onzekerheden die door de separatie zullen verdwijnen.

Daartegenover staat de verwachting dat de kapitaaleisen de komende jaren in internationaal verband zullen worden aangescherpt. Ook wordt aangenomen dat onder Bazel II een zgn. «capital floor» op basis van Bazel I van kracht zal blijven.

De resterende onzekerheid kan worden opgevangen uit de prudentiële marge die in het kapitaalplan is opgenomen. De EC heeft informeel laten weten dat na de uitvoering van de EC remedy geen aanvullende herstructureringsmaatregelen geëist zullen worden. Wel bestaat de mogelijkheid dat de EC enkele gedragsmaatregelen oplegt.

82

Er wordt gesproken van een investering die zichzelf terugverdient. Welke afspraken zijn er dan gemaakt over dividenduitkeringen?

Zoals verwoord in de brief, heeft deze kapitalisatie voor zover die voorziet in het financieren van separatie en integratie het karakter van een investering die zichzelf terugverdient in de vorm van een nieuwe winstgevende bank. Het reserverings- en dividendbeleid en de dividenduitkering worden vastgesteld door de algemene vergadering van aandeelhouders, dat wil zeggen de Staat. In de praktijk zal hierover nauw overleg plaatsvinden met de raad van bestuur en de raad van commissarissen. Gestreefd wordt naar een bestendig dividendbeleid. Het praktische uitgangspunt is dat herinvestering van winst financiële meerwaarde moet hebben, uiteraard binnen de eisen die de toezichthouder stelt. Bedacht moet wel worden dat de winst- en verliesrekening in de nabije toekomst belast zal worden door de integratie, hetgeen gevolgen voor de boekwinst heeft.

83

Er wordt gesteld dat door de versterking van de kapitaalbasis van de bank de waarde van de bank ook navenant toeneemt. Hoe is het dan te verklaren dat de boekwaarde en het balanstotaal van New HBU en IFN Finance beide veel groter zijn dan de verkoopwaarde?

FBN en ABN AMRO hebben additioneel kapitaal nodig om aan hun minimumkapitaaleisen te voldoen. Bij een waardebepaling van een financiële instelling zullen eventuele tekorten aan kapitaal zich navenant terugvertalen in een lagere waarde van de financiële instelling. Bij New HBU en IFN was dit niet aan de orde.

84 en 85

Kunt u aangeven wat de bijdrage is van RBS ten behoeve van de definitieve afrekening binnen het consortium?

Kunt u aangeven wat de bijdrage c.q. de ontvangste is van Santander ten behoeve vanuit de definitieve afrekening?

De Staat heeft (nog) geen volledig en accuraat inzicht in de ontvangsten en bijdragen van de andere consortiumpartners. Er is nog een aantal lopende discussies en de Staat heeft geen inzicht in door de partners gemaakte inschattingen van deze lopende discussies. Derhalve is het prematuur om uitspraken te doen over de bijdragen van RBS en Santander.

86

Wat was de verwachting van de kapitaalbehoefte van de Z-share ten tijde van de overname van ABN AMRO door de Staat?

Het aandeel van de Staat in het Z-sharetekort was € 2,2 mrd. Dit bedrag was bij de acquisitie van Fortis Bank Nederland op 3 oktober 2008 bekend.

87

Is zowel de bijdrage van Santander als van RBS ten behoeve van de kapitaalversterking van het Z-share gelijk aan de bijdrage van de Staat?

Zoals overeengekomen in de aandeelhoudersovereenkomst (CSA) wordt het kapitaaltekort in het Z-share verdeeld naar de consortiumproporties van RBS, de Staat en Santander, respectievelijk 38,2780%, 33,8103% en 27,9117%.

89

Wat gebeurt er met het Z-share wanneer het kapitaal hiervan op peil gebracht is?

Het grootste deel van de activa en verplichtingen van het Z-share is al afgestoten, geliquideerd of geheralloceerd. Een beperkt deel van de activa en verplichtingen resteert naar de huidige planning en verwachting na de separatie nog in het Z-share.

De aandeelhouders, RBS, Santander en de Staat, zijn momenteel in gesprek over de wijze waarop deze resterende activa en verplichtingen zullen worden beheerd. Deze resterende activa en verplichtingen blijven juridisch deel uitmaken van de huidige ABN AMRO Bank N.V. (na de separatie The Royal Bank of Scotland (RBS) N.V. geheten), de economische eigendom echter blijft naar consortiumproporties verdeeld tot activa en passiva zijn afgewikkeld.

90

Wanneer zal de definitieve afrekening met Santander en RBS plaatsvinden, of wanneer is de verwachting dat dit zal plaatsvinden?

De definitieve afrekening voor bedrijfsonderdelen die eerder zijn verdeeld onder de partners zal op het moment van separatie plaatsvinden.

91

Klopt het dat de Staat voor het moment waarop ABN AMRO II en Fortis Bank Nederland definitief samen gaan afhankelijk is van RBS?

In zoverre dat voor de afsplitsing van ABN AMRO II de medewerking van de consortiumpartijen is vereist.

92

Afwikkeling van het Z-share vereist een kapitaalaanvulling van € 2,22 mrd. Wat wordt er verkregen voor deze investering?

Over de samenstelling van het Z-share is de Kamer in oktober 2008 en in juli, september en oktober 2009 openbaar en vertrouwelijk geïnformeerd. Kort weergegeven vallen onder deze noemer verplichtingen en activiteiten die niet specifiek aan een consortiumpartij zijn toe te rekenen. Het bedrag van € 2,2 mrd was bij de acquisitie op 3 oktober 2008 bekend. Deze kapitalisatie is een essentiële stap om de afsplitsing mogelijk te maken, en daarmee de weg vrij te maken naar de creatie van de nieuwe bank

93

De behoefte tot herkapitalisatie komt onder meer voort uit de integratiekosten en uit de remedy-deal. Waarom leiden de kosten van integratie tot een even grote behoefte aan kapitaal (1,20 mrd) en de kosten van de remedy deal niet (kosten 1,1 mrd en kapitaal 0,3)? Daarbij speelt toch ook mee dat de kosten van integratie zichzelf terugverdienen?

Het gaat in het kapitaalplan om de activiteiten die de nieuwe bank gaat uitvoeren en de effecten daarvan op de benodigde hoeveelheid kapitaal via de minimumkapitaaleisen van DNB. Bij de integratiekosten gaat het om een voorziening die genomen wordt door ABN AMRO voor kosten die gemaakt moeten worden om te integreren. Deze kosten drukken in volle omvang op het beschikbare kapitaal van ABN AMRO. Het bedrag van € 1,2 mrd in het kapitaalplan voorziet hierin. Dit wordt gefinancierd door het CRI, waardoor ABN AMRO via de prijstelling een prikkel heeft om tot aflossing over te gaan zodra zij het beschikbare kapitaal toeneemt (o.a. door winstgeneratie en integratiebaten).

Uitgelegd is dat de EC remedy een impact heeft op de kapitaalbehoefte van ABN AMRO die wordt gedekt door de injectie van € 0,3 mrd (zie vraag 75). Op basis van de regelgeving van DNB, wordt de kapitaalbehoefte bepaald door het verschil tussen het beschikbare kapitaal en het vereiste kapitaal. De remedytransactie verlaagt enerzijds direct het beschikbare kapitaal door een boekverlies (verschil tussen verkoopprijs en boekwaarde) en overige kosten die gemaakt moeten worden bij verkoop. Anderzijds neemt het vereiste kapitaal dat ABN AMRO moet aanhouden voor de kredietportefeuille af over de tijd. Op transactiedatum neemt Deutsche Bank, 25% van de risico’s van de New HBU portefeuille voor haar rekening. Voor de resterende 75% van de portefeuille loopt ABN AMRO nog kredietrisico, waarvoor kapitaal is vereist. Het vereiste kapitaal neemt af (d.w.z. de zogenaamde vrijval neemt toe), naarmate de door de credit umbrella afgedekte kredietportefeuille afloopt.

94

Is de kapitaalbehoefte à 1,26 mrd van Fortis Bank Nederland een gevolg van nieuwe inzichten met oude eisen of een gevolg van nieuwe eisen door de toezichthouder of een combinatie van beide?

Uit de combinatie van de implementatie van Bazel II en een macro-economische stresstest uitgevoerd door DNB is gebleken dat Fortis Bank Nederland een kapitaalbehoefte van € 1,26 mrd heeft, die kan worden ingevuld door tier-2-vermogen om te zetten in tier-1-vermogen. De totale omvang van het kapitaal verandert daardoor niet.

95

Waar moet het beloningsbeleid voor het senior management concreet aan voldoen, wil het uw goedkeuring weg kunnen dragen?

Om mijn goedkeuring te kunnen wegdragen moet er sprake zijn van een duurzaam beloningsbeleid dat voldoet aan nationale en internationale standaarden. Daarbij denk ik in ieder geval aan de Code Banken, het herenakkoord, de principes van DNB/AFM en de aanbevelingen van de Europese Commissie.

96

In de brief van 26 juni 2009 staat vermeld dat tegenover de verplichtingen ten aanzien van het Z-share ook een kapitaalsurplus stond van € 300 mln, waardoor het nettotekort € 1,9 mrd bedroeg in plaats van de nu gepresenteerde € 2,22 mrd. Hoe is het verschil te verklaren?

In de brief van 26 juni staat inderdaad vermeld dat het Z-share een tekort kent van € 2,2 mrd . Het kapitaalsurplus waarnaar verwezen wordt betrof een surplus in het N-share. Tevens werd toen melding gemaakt van separatiekosten van € 600 mln, die bij de kapitalisatie in aanmerking worden genomen. Zoals indertijd is aangegeven, was dit een tijdelijke oplossing. Om de nodige stappen te kunnen zetten voor de voorbereiding van de afsplitsing. Het volledige kapitaalplan is u op 19 november jl. gepresenteerd.

97

Kan het verschil tussen de kosten voor separatie van het N-share zoals die in de brief van 26 juni 2009 en zoals die in onderhavige brief staan vermeld nader worden verklaard?

In de brief van juni werden de separatiekosten genoemd, maar niet gespecificeerd. Voor de opbouw van de nu gepresenteerde € 1,90 mrd verwijs ik u naar de separate brief die hierover wordt gestuurd.

98

Hoe wordt invulling gegeven aan de tijdelijkheid van de prudentiële marge van € 500 mln die de Staat voornemens is te verstrekken aan het N-share?

In het volledige kapitaalplan staan twee posten die slechts in aanmerking komen voor tijdelijke financiering: de integratiekosten en de prudentiële marge, samen € 1,7 mrd. De integratiekosten worden terugverdiend, de prudentiële marge moet op den duur uit de operationele opbrengsten kunnen worden bekostigd. Tegenover deze middelen staat het eveneens tijdelijk credit relief instrument van € 1,7 mrd.

99

Hoe hoog zijn de renteontvangsten op het deel van de leningen die de Staat heeft overgenomen van het Fortis-concern en die nu worden omgezet in aandelenkapitaal? Welke ontvangsten uit dividend zijn hier tegenover te verwachten?

De rentederving is afhankelijk van de coupon van de leningen die worden omgezet. De precieze omzetting is momenteel nog niet bekend. Daarnaast kent een groot gedeelte van de leningen een variabele rente. Daarom is de rentederving ingeschat op basis van de begroting. De beoogde omvang van de omzetting bedraagt € 1,35 mrd. Dit is gelijk aan 23% van de leningen aan Fortis Bank Nederland in 2010. De rente-ontvangsten voor de Staat op deze portefeuille worden geraamd op € 200 mln. De rentederving als gevolg van een omzetting van € 1,35 mrd in aandelenkapitaal kan worden geraamd op € 40 tot 45 mln. Over dividend is op dit moment nog geen uitspraak te doen.

101

Welke bestaande financiële instrumenten die de garantie van een moedermaatschappij vereisen worden bedoeld?

Het gaat om de volgende instrumenten:

• verplichting van de holding in kader van het € 1 mrd tier 1 instrument (transfer van deze verplichtingen naar nieuwe staatsholding is goedgekeurd in consent meeting door noteholders)

• 403 statements en overige garanties of verwijzingen naar de holding afgegeven in kader van bepaalde programma’s (zoals bijvoorbeeld groenbank)

• in het algemeen de – 403 statement van de holding naar de bank

103

Kunt u aangeven waarom ABN AMRO Group voornemens is de Corporate Governance code (code-Tabaksblat) waar mogelijk te volgen en niet overal?

De Code Corporate Governance is in beginsel van toepassing op Nederlandse beursvennootschappen. ABN AMRO Group N.V. is geen beursvennootschap omdat de aandelen niet worden verhandeld op een beurs. Dit laat onverlet dat ABN AMRO Group N.V. de algemene opvattingen voor goede corporate governance, zoals neergelegd in de Code Corporate Governance, volledig onderschrijft. De nieuwe holding zal de code vrijwillig, voor zover van toepassing, volgen. Best-practicebepalingen die direct samenhangen met de verhandelbaarheid van aandelen op een beurs blijven bijvoorbeeld buiten beschouwing.

104

Welke afweging ligt ten grondslag aan het besluit om direct vanaf de oprichting van de nieuwe holding het verlichte structuurregime in te voeren? Is dit regime alleen van toepassing op de raad van commissarissen?

De afweging is dat bij een verlicht structuurregime de bestuurders worden benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders en niet door de raad van commissarissen, zoals bij een gewone structuurvennootschap het geval is. Het verlichte regime is van toepassing op de vennootschap als geheel, niet alleen op de raad van commissarissen.

105

Is aan te geven of de Europese Commissie ook akkoord had kunnen gaan met de verkoop van HBU en andere onderdelen ná de integratie van Fortis en ABN, bijvoorbeeld door de onderdelen tijdelijk in handen van de staat te stellen?

Nee, bij fusies kan de Commissie bepalen dat de remedy moet worden uitgevoerd voordat de fusie tot stand wordt gebracht. In dit geval heeft de Commissie van die mogelijkheid gebruik gemaakt.

106

Wanneer volgt formele toestemming door de EC en DNB?

Als er een SPA getekend is, zal deze worden voorgelegd aan de EC en aan DNB. DNB neemt formeel 13 weken voor haar oordeelsvorming rond een verklaring van geen bezwaar (vvgb). Goedkeuring door de EC moet zeer snel kunnen gaan. De EC heeft immers Deutsche Bank al een keer als koper goedgekeurd. Een exacte tijdslijn valt echter niet te geven.

107

Zijn er nog problemen te verwachten bij een van de genoemde partijen die akkoord moeten gaan met de overeenkomst met Deutsche Bank?

Mijn ambtenaren zijn met alle genoemde partijen in gesprek over de remedy. Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat genoemde partijen niet akkoord gaan met de overeenkomst met de Deutsche Bank. Na ondertekening van de definitieve koopovereenkomst moet nog een aantal stappen worden gezet om de transactie af te ronden. Deze voorwaarden zijn, voor zover daar eerder al niet aan is voldaan, dat:

• het voornemen beide banken te integreren nog steeds bestaat;

• DNB, Europese Commissie, consortiumpartners en Tweede Kamer hun goedkeuring geven;

• voldaan is aan de vereisten krachtens de Wet op de ondernemingsraden;

• de Commissie akkoord is met de voorliggende remedy en bevestigt dat deze voldoende herstructurering vormt ter compensatie van de diverse steunmaatregelen voor Fortis Bank Nederland en ABN AMRO en de integratie van beide banken;

• zich geen belangrijke negatieve ontwikkelingen («material adverse changes») voordoen binnen New HBU of IFN Finance.

Nadat aan deze opschortende voorwaarden is voldaan, kan de overdracht van aandelen plaatsvinden. Op dit moment wordt verwacht dat dit in het voorjaar van 2010 zal gebeuren.


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: Van der Vlies (SGP), Blok (VVD), voorzitter, Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, Weekers (VVD), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Haverkamp (CDA), Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA), Koşer Kaya (D66), Irrgang (SP), Luijben (SP), Kalma (PvdA), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Van der Burg (VVD), Van Dijck (PVV), Spekman (PvdA), Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Tang (PvdA), Vos (PvdA), Bashir (SP), Sap (GL) en Linhard (PvdA).

Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Remkes (VVD), Pieper (CDA), Aptroot (VVD), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Mastwijk (CDA), Elias (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Pechtold (D66), Kant (SP), Ulenbelt (SP), Van der Veen (PvdA), Smilde (CDA), Anker (CU), Nicolaï (VVD), De Roon (PVV), Heerts (PvdA), Karabulut (SP), Thieme (PvdD), Heijnen (PvdA), Roefs (PvdA), Van Gerven (SP), Vendrik (GL) en Smeets (PvdA).

XNoot
1

De lijn «vrijval kapitaal» in de brief van 19 november toont alleen de zuivere kapitaalvrijval die voortkomt uit de credit umbrella. Beperkt kapitaal (€ 0,07 mrd) dat moet worden aangehouden voor wederzijdse aansprakelijkheden en tijdelijk niet-overdraagbare klantgaranties en onderpanden zijn opgenomen in de lijn «overige (kosten) inclusief verliezen credit umbrella».

Naar boven