31 788 Stemmen uit de regio. Over de regionale publieke omroep

32 123 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2010

Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 september 2010

Tijdens het wetgevingsoverleg inzake de begroting 2010, onderdeel Media¹, is uw Kamer toegezegd dat in april 2010 de Kamer een eerste stand van zaken betreffende de toepassing van het BPPO zou worden toegezonden.

Hierbij deel ik u mede dat de gecommuniceerde planning helaas niet is gehaald, omdat de raad van bestuur van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) meer tijd nodig had om de afzonderlijke gegevens van de verschillende omroepen te verzamelen en van een nadere toelichting te voorzien. De NPO zal op korte termijn een eerste evaluatie van het BPPO aan mij toesturen², zodat ik nog voor Prinsjesdag uw Kamer inhoudelijk kan informeren. In de evaluatie wordt ook een overzicht opgenomen van eventueel gehanteerde BV-constructies met presentatoren en de reden daarvoor. Daarmee wordt dan tevens de toezegging gestand gedaan om jaarlijks een rapportage over (de afbouw van) BV-constructies aan de Kamer toe te sturen.

Tijdens het notaoverleg over de regionale omroep³, is uw Kamer toegezegd dat er overleg zal plaats vinden met kabelmaatschappijen en Digitenne over de plaatsing van regionale omroepen in digitale pakketten. Het overleg met kabelmaatschappijen heeft enige tijd terug plaats gevonden. Daarbij is nadrukkelijk gewezen op de breed gedeelde voorkeur van de Kamer. De partijen zijn nog in overleg met de stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking over de precieze plaatsingsplek. Zodra de resultaten van dit overleg bekend zijn, zal ik uw Kamer nader informeren.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

---

1 Kamerstukken II, 2009/10, 32 123 VIII, nr. 93.

2 Het BPPO is op 1 september 2009 in werking getreden.

3 Kamerstukken II, 2009/10, 31 788, nr. 4.