nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN, VAN DEFENSIE EN VOOR
ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2009
Inleiding
Burundi is een fragiele staat die sinds de Arusha akkoorden van 2000 belangrijke
vooruitgang op het gebied van stabiliteit en veiligheid heeft geboekt. Het
blijft echter van belang de stabiliteit in Burundi verder te verankeren. Wij
menen dat de Nederlandse steun aan de veiligheidssector een essentiële
bijdrage aan de stabiliteit en wederopbouw van Burundi levert. Zo zal de veiligheidssector
een cruciale rol moeten spelen bij een vreedzaam verloop van de verkiezingen
in 2010. De steun aan de veiligheidssector vormt daarmee een belangrijk onderdeel
van de conflictpreventie in Burundi en past feilloos in het fragielestatenbeleid.
De afgelopen periode hebben wij, na een goede analyse van de politieke
context tijdens onze bezoeken aan Burundi, overeenstemming met de Burundese
regering bereikt over een strategisch kader voor samenwerking op het gebied
van Security Sector Development. Dit heeft op
10 april jl. geresulteerd in de ondertekening van een Memorandum of Understanding (MoU) door Burundi en Nederland met het
oog op een meerjarig samenwerkingsverband voor de ontwikkeling van de veiligheidssector
in Burundi. Omdat steun aan een fragiele staat nooit zonder risico’s
is, biedt dit MoU nadrukkelijk de mogelijkheid om al naar gelang de omstandigheden
de wijze van samenwerking aan te passen. Bovendien voorziet de samenwerking
in een regelmatige kritische en geëngageerde politieke dialoog met de
Burundese autoriteiten.
In deze brief informeren wij u nader over de opzet van deze samenwerking
en de uitvoering tot nu toe.
Opzet
Het Memorandum of Understanding is een strategisch
kader voor de meerjarige samenwerking op het gebied van Security Sector Development tussen Nederland en Burundi. Waar voorheen
op basis van losse projecten werd gewerkt, worden de verschillende projecten
nu in een samenhangend programma ondergebracht. Dit programma heeft niet alleen
betrekking op de ontwikkeling van leger en politie, maar richt zich ook op
de betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld bij de ontwikkeling van
en controle op de veiligheidssector. Daarnaast voorziet het MoU in een regelmatige
politieke dialoog, waarin het functioneren van de veiligheidssector onderwerp
van gesprek zal zijn. Naast het gezamenlijk uitvoeren van een aantal concrete
projecten, stelt Nederland bovendien adviseurs ter beschikking aan het Burundese
ministerie van Defensie en het ministerie van Publieke veiligheid, waaronder
de politie ressorteert. De samenwerking en de activiteitenportefeuille zullen
iedere twee jaar opnieuw worden bekeken en waar nodig aan de nieuwe (politieke)
situatie worden aangepast. Door scherpe monitoring, evaluatie en een ingekaderde
politieke dialoog kan worden ingespeeld op mogelijke risico’s en politieke
ontwikkelingen.
Uitvoering
Toezicht op de veiligheidssector
De verbetering van de democratische controle op de veiligheidssector vormt
een onmisbaar onderdeel van de samenwerking. Burundi en Nederland hebben in
dit verband de volgende concrete activiteiten geïdentificeerd. In de
eerste plaats betreft het een project gericht op ondersteuning van het Burundese
parlement bij de uitvoering van zijn controlerende taak ten opzichte van de
veiligheidssector. Een tweede activiteit beoogt het maatschappelijk middenveld
nauwer te betrekken bij het regelmatig «monitoren» van de relatie
tussen de veiligheidssector en de bevolking. Tenslotte zal de reeds bestaande
dialoog tussen de verschillende maatschappelijke groeperingen over onder andere
verbetering van de veiligheidssituatie in Burundi worden ondersteund.
Burundese strijdkrachten
Voor de periode 2009–2011 hebben Burundi en Nederland een aantal
gezamenlijke activiteiten geïdentificeerd, waarvan de volgende op korte
termijn van start gaan.
Het eerste project betreft de opbouw van de constructiecapaciteit van
de Burundese genie. Daartoe wordt een Nederlandse genie-eenheid in Burundi
ingezet van eind augustus tot begin november 2009. De omvang van de eenheid
bedraagt ongeveer veertig militairen. Doel van deze inzet is het overdragen
van kennis en vaardigheden aan de Burundese genie.
Een andere activiteit heeft betrekking op de opbouw van de Informatie
en Computer Technologie (ICT) infrastructuur binnen het Burundese ministerie
van Defensie. Hiermee kan de informatie-uitwisseling op het ministerie verder
worden bevorderd. Een Nederlandse officier zal deze maand een werkbezoek aan
Burundi afleggen en een advies opstellen.
Daarnaast wordt ondersteuning geboden bij de modernisering van de hout-
en metaalwerkplaats van het Burundese leger. Door de opbouw van een genie
constructiecapaciteit kan het Burundese leger in de toekomst niet alleen in
de eigen constructiebehoefte voorzien, maar ook bijdragen aan de wederopbouw
van het land. De hout- en metaalwerkplaats kan bovendien dienst
doen als opleidingslocatie voor gedemobiliseerde militairen die een beroepsopleiding
volgen ter voorbereiding op hun re-integratie in de burgermaatschappij.
Voor de voorbereiding en uitvoering van deze en toekomstige projecten
zullen Nederlandse militairen voor korte periodes in Burundi worden ingezet.
Naast de eerder genoemde inzet van ongeveer veertig Nederlandse genisten,
zullen in 2009 en 2010 ongeveer tien militairen worden ingezet.
Burundese politie
In nauwe samenwerking met België zullen binnenkort de volgende activiteiten
ter ondersteuning van de politie van start gaan. Ten eerste een trainingsproject
om de politie voor te bereiden op haar taken en verantwoordelijkheden bij
de voor 2010 voorziene verkiezingen. Tevens wordt een activiteit uitgewerkt
die zich richt op de bevordering van gedragsverandering bij de politie met
name ten opzichte van de burgerbevolking. Ook zal binnenkort een gezamenlijke
Belgisch-Nederlandse missie worden uitgezonden om – in nauw overleg
met de Burundese betrokkenen – een aantal contouren van een programma
ter ondersteuning van de politie op de langere termijn nader in kaart te brengen.
Ten slotte zal binnenkort een door Nederland medegefinancierd programma van
start gaan dat een aantal knelpunten bij de opslag van politiewapens moet
verhelpen.
De minister van Buitenlandse Zaken,
M. J. M. Verhagen
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop
De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A. G. Koenders