31 786 Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo–mbo2 2008–2013 in verband met onder meer technische aspecten

C/nr. 3 HERDRUK 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 3 juni 2010.

De wens dat het in de maatregel of regeling geregelde onderwerp bij de wet wordt geregeld kan door of namens een van beide Kamers te kennen worden gegeven uiterlijk op 1 juli 2010.

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juni 2010

Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de Regeling houdende wijziging van de Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo–mbo2 2008–2013 in verband met onder meer de borging van het experiment vmbo–mbo22. Voor de inhoud van de regeling verwijs ik u naar de toelichting. De datum van inwerkingtreding van de regeling wordt bij afzonderlijke regeling vastgesteld.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven procedure in de Wet overige OCW-subsidies en de Kaderwet LNV-subsidies.

De wet bepaalt dat door of namens de Kamers binnen vier weken de wens te kennen kan worden gegeven dat het onderwerp van de regeling bij wet moet worden geregeld.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van de regeling met ingang van 9 juli 2010. Dit wordt nader toegelicht in de toelichting.

De beoogde inwerkingtredingsdatum van 9 juli 2010 maakt het noodzakelijk om de voorhangprocedure bij deze regeling te volgen voorafgaand aan het zomerreces van uw Kamer. In verband met de verkiezingen voor de Tweede Kamer is er sprake van een extra reces voorafgaand aan het zomerreces.

Daardoor is het mij niet mogelijk om deze regeling voor te leggen op een zodanig tijdstip dat ten minste driekwart van de voorhangtermijn van vier weken buiten een reces valt. Naar ik hoop heeft uw Kamer begrip voor deze bijzondere situatie.

Een afschrift van deze brief heb ik heden gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


XNoot
1

Dit kamerstuk is eerder abusievelijk gepubliceerd als kamerstuk 31 786, nr. 1/C dat hiermee komt te vervallen.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven