31 777 Persbeleid

28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 29 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 september 2021

Tijdens het plenaire debat over agressie tegen en bedreiging van journalisten van 9 september 2021 (Handelingen II 2020/21, nr. 104, Debat over agressie en bedreiging van journalisten) zijn er enkele moties ingediend, waarvan uw Kamer nog geen appreciatie heeft ontvangen. Middels deze brief geef ik u, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een appreciatie van deze moties.

Motie van de leden Den Haan en Van Baarle over het opnemen van weerbaarheidslessen in het curriculum van de opleidingen journalistiek (Kamerstuk 32 827, nr. 220)

De leden Den Haan (Fractie Den Haan) en Van Baarle (DENK) verzoeken in hun motie om het opnemen van weerbaarheidslessen in het curriculum van de opleidingen journalistiek1. Ik geef u hierbij een appreciatie van deze motie, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Ik ontraad deze motie. Bij opleidingen in het hoger onderwijs stelt de onderwijsinstelling zelf de samenstelling vast van de opleidingen of studies en onthoudt de overheid zich van inhoudelijke bemoeienis. Via het initiatief PersVeilig wordt er al aandacht besteed aan dit onderwerp en worden er colleges aangeboden voor studenten op hbo- of wo-niveau. Studenten leren hoe om te gaan met agressie, ook leren zij met deze colleges risico’s te herkennen. Speciale aandacht is er voor sociale media. Sinds het collegejaar 2019–2020 zijn er in totaal 35 colleges gegeven op studies in Tilburg, Utrecht, Zwolle, Groningen (master) en Leiden. In Ede moeten de colleges nog worden ingepland. In totaal zijn hiermee 525 studenten bereikt.

Motie van het lid Koekkoek c.s. over de Nederlandse inzet inzake het actieplan voor Europese Democratie (Kamerstuk 32 827, nr. 228)

Tijdens het plenaire debat over agressie tegen en bedreiging van journalisten van 9 september jl. is door de leden Koekkoek (Volt), Kathman (PvdA), Ellemeet (GroenLinks) en Simons (Bij1) een motie ingediend die de regering verzoekt de Kamer te informeren over de Nederlandse inzet inzake het actieplan voor Europese Democratie (hierna: Actieplan) in de onderhandelingen in de Raad van de Europese Unie, ook op ambtelijk niveau. De motie verzoekt de regering tevens de Kamer te informeren over haar visie op de Nederlandse implementatie van de voorstellen uit het actieplan voor Europese Democratie.2 Ik geef u hierbij een appreciatie van deze motie, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

In het Actieplan zijn maatregelen voorgesteld op het terrein van het tegengaan van online desinformatie, bevordering van mediapluralisme en persvrijheid. Over de Nederlandse inzet ten aanzien van het Actieplan is uw Kamer geïnformeerd via een BNC-fiche en zijn enkele vragen beantwoord. Tevens is het Actieplan op 23 februari jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2296) besproken tijdens een informele videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken (RAZ). Uw Kamer is middels een geannoteerde agenda en een verslag geïnformeerd over deze bespreking. Het kabinet erkent dat de digitale transformatie het democratische politieke debat heeft veranderd en onderschrijft – met enige aantekeningen – de inzet van de Commissie voor het tegengaan van online desinformatie en politieke advertenties. In het Actieplan zijn verschillende acties aangekondigd die direct aan de persvrijheid raken, zoals een voorstel over tegengaan van strategische rechtszaken en een aanbeveling over de bescherming van journalisten. Het kabinet ziet deze voorstellen tegemoet en zal er indien opportuun op reageren.

Ik laat de appreciatie van deze motie aan het oordeel van de Kamer.

Motie van het lid Koekkoek c.s. over de structurele problemen met betrekking tot persvrijheid analyseren (Kamerstuk 32 827, nr. 229)

Tijdens dit debat is tevens een motie ingediend door leden Koekkoek (Volt), Kathman (PvdA) en Simons (Bij1) die de regering verzoekt een analyse te maken van de structurele problemen met betrekking tot persvrijheid alsook van mogelijke oplossingen om mediavrijheid in Nederland te versterken, en die in de vorm van een Kamerbrief zo spoedig mogelijk te doen toekomen aan de Tweede Kamer.3 Ik geef u hierbij een appreciatie van deze motie, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Persvrijheid is een groot goed dat beschermd moet worden. Het kabinet staat pal voor dit grondrecht. Journalisten spelen een onmisbare rol in een democratie en rechtsstaat als de onze. Andersom onderschrijf ik dat een sterke rechtsstaat een voorwaarde is voor de bescherming van de persvrijheid. Het kabinet werkt vanuit verschillende verantwoordelijkheden aan het waarborgen van onze democratische rechtsstaat.

Ik laat de appreciatie van deze motie aan het oordeel van de Kamer.

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob


X Noot
1

Kamerstuk 32 827, nr. 220

X Noot
2

Kamerstuk 32 827, nr. 228

X Noot
3

Kamerstuk 32 827, nr. 229

Naar boven