31 777 Persbeleid

Nr. 22 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2010

Bij het algemeen overleg met de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 19 november 2009 naar aanleiding van het adviesrapport van de Tijdelijke Commissie Innovatie en Toekomst Pers (commissie-Brinkman) heeft mijn ambtsvoorganger toegezegd, de Kamer te zullen informeren over de uitvoering van de Tijdelijke Subsidieregeling Persinnovatie en de Stimuleringsregeling voor Jonge Journalisten. Kamerstukken II, 2009–2010, 31 777, nr. 20. Die toezegging is nog eens herhaald tijdens de behandeling van de Mediabegroting 2010, op 30 november 2009.2 Beide toezeggingen doe ik met deze brief gestand.

Tijdelijke Subsidieregeling Persinnovatie

Deze regeling is met ingang van 2010 ingesteld naar aanleiding van het advies van de commissie-Brinkman3 en heeft ten doel om de innovatie in de pers en in de journalistiek te stimuleren en te versterken. De regeling staat open voor innovatieve projecten die gericht zijn op journalistieke producten, diensten of werkwijzen. Hieronder valt een breed scala aan journalistieke functies op het gebied van nieuwsgaring, nieuwsduiding en opinievorming over de maatschappelijke actualiteit, mede in het belang van politieke meningsvorming. De regeling is bedoeld om innovatie in de persbedrijfstak te stimuleren en daarmee vooral bestemd voor (uitgevers van) gedrukte media, maar beperkt zich niet daartoe. De projecten kunnen ook betrekking hebben op bijvoorbeeld audiovisuele media, internetproducten, mobiele dragers, of combinaties daarvan (crossmediale projecten). Het fonds geeft bij de uitvoering van de regeling prioriteit aan projecten, waarbij een of meer (uitgevers van) printmedia betrokken zijn.

Voor 2010 is een bedrag beschikbaar van € 8 miljoen, toe te kennen in twee aanvraagronden van elk € 4 miljoen. Op verzoek van de Kamer is in de regeling opgenomen, dat ten minste vijftig procent bestemd is voor activiteiten ten behoeve van lokale of regionale journalistiek.

Uitvoering van de regeling is opgedragen aan het Stimuleringsfonds voor de Pers.

Voor de eerste ronde van de regeling zijn in totaal 61 aanvragen bij het Stimuleringsfonds voor de Pers ingediend, waarin een totaalbedrag van ruim € 26 miljoen werd gevraagd. Zeven aanvragen werden niet in behandeling genomen: zes omdat ze te laat waren ingediend en één vanwege het ontbreken van vereiste gegevens. Twee aanvragen werden gedurende de behandelperiode ingetrokken. Na een eerste schifting van de resterende 52 aanvragen legde het bestuur van het fonds ruim de helft daarvan, die aan de criteria van de regeling leken te voldoen, voor aan een vijftal onafhankelijke experts op het terrein van innovatie. Het fonds vroeg hen met name te oordelen over het innovatieve karakter van de projecten en hun mogelijke duurzame betekenis voor innovatie van de hele perssector. De meningen van de experts heeft het bestuur vervolgens meegewogen in zijn besluitvorming over de aanvragen.

Uiteindelijk heeft het Stimuleringsfonds voor de Pers 15 aanvragen gehonoreerd, waarmee een totaalbedrag van € 3 241 442,– is gemoeid.4 Negen projecten hebben betrekking op landelijke activiteiten (€ 921 405,–) en zes betreffen lokale en regionale activiteiten (€ 2 320 037,–). Het resterend bedrag van ronde 1 (circa € 750 000,–) heeft het fonds toegevoegd aan de middelen voor ronde 2.

De tweede ronde is per 1 juli 2010 geopend. Aanvragen kunnen uiterlijk tot 15 september a.s. worden ingediend bij het fonds. Op 26 november a.s. zal het fonds zijn besluit over ingediende projecten bekend maken.

Stimuleringsregeling voor Jonge Journalisten

Deze regeling is met ingang van 2010 in werking getreden en heeft een looptijd van twee jaar. Oogmerk is om redacties van kranten (landelijk en regionaal, betaald en gratis) en opinieweekbladen in staat te stellen voor maximaal twee jaar één of meer jonge journalisten in dienst te nemen. Deze maatregel heeft een tweeledig doel: voorkomen dat een generatie jong afgestudeerde journalisten niet aan de slag komt vanwege de penibele situatie waarin veel printmedia zich bevinden; daarnaast is de regeling ook bedoeld om jong bloed in redacties te brengen, wat van pas komt bij de innovatie van printmedia. Op verzoek van de Kamer kunnen ook persbureaus een beroep op deze regeling doen.

Uitvoering van deze regeling is opgedragen aan het Stimuleringsfonds voor de Pers. Voor deze regeling is in totaal € 4 miljoen beschikbaar.

Het Stimuleringsfonds voor de Pers heeft de feitelijke uitvoering van deze regeling in handen gelegd van de Nederlandse Dagbladpers (NDP) en de Nederlandse

Vereniging van Journalisten (NVJ). Beide organisaties hebben al enkele jaren ervaring met de Instroomregeling voor Jonge Journalisten die deel uitmaakt van de Dagblad-CAO. De Stimuleringsregeling voor Jonge Journalisten komt daar nog eens (tijdelijk) bovenop. Bovendien wordt op deze wijze volstrekt helder dat de overheid zich niet bemoeit met de werving, selectie en aanstelling van deze jonge journalisten. Dat wordt volledig overgelaten aan de redacties, die een beroep doen op deze regeling.

Bij het ontwerpen van de regeling is becijferd dat dit circa 60 arbeidsplaatsen voor jonge journalisten bij redacties van kranten, opinieweekbladen en persbureaus zou opleveren. Uit de jongste gegevens van NDP/NVJ blijkt dat inmiddels aanvragen voor 55 jonge journalisten zijn gehonoreerd. Die aanvragen zijn afkomstig van nagenoeg alle krantenuitgevers, van drie opinieweekbladen en van de persbureaus ANP en GPD.5 Van de 55 toegewezen plekken zijn er inmiddels 23 bezet; de overige plekken zullen naar verwachting op korte termijn bezet worden door jonge journalisten.

Ten behoeve van de betaalde nieuwsbladen (niet-dagelijks verschijnende lokale kranten) is overleg gaande tussen de organisatie van lokale nieuwsmedia Nederlandse Nieuwsblad Pers (NNP), de NVJ en het Stimuleringsfonds voor de Pers om te komen tot een vergelijkbare regeling voor deze categorie van printmedia. Naar verwachting gaat dit op afzienbare termijn leiden tot een regeling waarmee circa 10 jonge journalisten via een roulerend poolsysteem kunnen worden aangesteld bij betaalde nieuwsbladen. Per blad gaat het dan om een aanstelling van 6 maanden. Ook deze regeling krijgt een looptijd van twee jaar, zodat elke deelnemer bij vier betaalde nieuwsbladen kan werken. De kosten komen ten laste van het Stimuleringsfonds voor de Pers.

Tenslotte

Ik stel vast dat zowel de Tijdelijke Subsidieregeling Persinnovatie als de Stimuleringsregeling voor Jonge Journalisten naar tevredenheid werken.

Over de resultaten van beide regelingen valt op dit moment nog weinig te zeggen. De Kamer zal over de voortgang en uitkomsten van beide regelingen op een nader tijdstip worden geïnformeerd.

Ik maak van deze gelegenheid gebruik om de Kamer te laten weten dat de eveneens door mijn voorganger toegezegde onderzoeken naar de toekomst van de persbureaus en naar de door de commissie-Brinkman voorgestelde regionale media centra dit najaar plaats vinden. Uiteraard zal de Kamer de bevindingen van deze twee onderzoeken daarna vernemen.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart


XNoot
2

Kamerstukken II, 2009–2010, 32 123 VIII, nr. 93.

XNoot
3

Het rapport van de commissie-Brinkman De volgende editie is op 26 juni 2009 naar de Tweede Kamer gezonden. De kabinetsreactie op dit advies is op 30 september 2009 naar de Kamer gezonden, Kamerstukken II, 2009–2010, 31 777, nr. 18.

XNoot
4

In een bijlage bij deze brief staat een overzicht van de 15 toegekende projecten. Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

XNoot
5

In een bijlage bij deze brief is het overzicht opgenomen. Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven