nr. 21
AMENDEMENT VAN HET LID ORTEGA-MARTIJN C.S.
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Aan artikel 17, eerste lid, wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: en
stelt hierbij de jongere in de gelegenheid om schriftelijk of mondeling zijn
wensen omtrent het werkleeraanbod kenbaar te maken.
II
Aan artikel 18, eerste lid, komt te luiden:
1. Het besluit van het college, inhoudende dat aan de jongere een
werkleeraanbod wordt gedaan, bevat in ieder geval:
a. een omschrijving van de in het kader van het werkleeraanbod te
verrichten activiteit naar aard, omvang en plaats;
b. een motivatie voor het gekozen werkleeraanbod waarin tevens duidelijk
wordt gemaakt waarom al dan niet rekening is gehouden met de wensen van de
jongere, bedoeld in artikel 17, eerste lid,
Toelichting
Dit amendement regelt dat jongeren gekend worden in hun wensen ten aanzien
van het werkleeraanbod en dat deze wensen terugkomen in de motivatie van het
werkleeraanbodbesluit.
Met de invoering van het wetsvoorstel krijgen jongeren een werk- of een
leeraanbod van de gemeente. Jongeren zijn doorgaans gemotiveerder, wanneer
ze hun eigen traject mee kunnen samenstellen en daarin inspraak hebben. Nu
kunnen gemeenten zelf bepalen of ze jongeren de mogelijkheid geven de wensen
en ideeën kenbaar te maken. Dit amendement regelt dat jongeren altijd
deze mogelijkheid krijgen. In het besluit dat aan de jongere een werkleeraanbod
wordt gedaan, moet de gemeente volgens dit amendement vervolgens gemotiveerd
aangeven waarom voor een bepaald werkleeraanbod is gekozen en hierbij aangeven
om welke redenen er wel of niet rekening is gehouden met de wensen van de
jongere.
Uiteraard kan het uiteindelijke aanbod van de gemeente afwijken van de
wens van de jongere. Daarin verandert dit amendement niets.
Ortega-Martijn
Spekman
Biskop