31 774
Wijziging van de Algemene Ouderdomswet in verband met opname van de mogelijkheid om op verzoek van de pensioengerechtigde het ouderdomspensioen geheel of ten dele op een later tijdstip te laten ingaan

32 163
Verhoging AOW-leeftijd

nr. 9
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2009

U verzoekt ons uw Kamer te informeren hoe wetsvoorstel 31 7741 zich verhoudt tot het kabinetsvoornemen om de AOW-leeftijd te verhogen. Verder verzoekt u ons aan te geven of wij een gezamenlijke behandeling van dit wetsvoorstel met het nog door de regering in te dienen wetsvoorstel tot verhoging van de AOW-leeftijd opportuun achten.

Het wetsvoorstel 31 774 geeft mensen de mogelijkheid de AOW later dan de AOW-gerechtigde leeftijd (nu 65 jaar) te laten ingaan. Bij verhoging van de AOW-leeftijd kan dezelfde methode van flexibilisering worden toegepast. Dit betekent dat men de AOW later dan 67 jaar kan laten ingaan.

Wij zouden het op prijs stellen als uw Kamer het wetsvoorstel 31 774 zo spoedig mogelijk zou willen behandelen met het oog op snelle invoering zodat mensen er al op korte termijn gebruik van kunnen maken. Ook bij de huidige AOW-gerechtigde leeftijd kan immers behoefte bestaan om de AOW later te laten ingaan. Als de AOW-gerechtigde leeftijd in de toekomst wordt verhoogd, schuift de mogelijkheid om de AOW later te laten ingaan automatisch mee. Een gezamenlijke behandeling van het wetsvoorstel 31 774 met het nog in te dienen wetsvoorstel tot verhoging van de AOW-leeftijd is daarom niet noodzakelijk.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma


XNoot
1

Wijziging van de AOW in verband met opname van de mogelijkheid om op verzoek van de pensioengerechtigde het ouderdomspensioen geheel of ten dele op een later ijdstip te laten ingaan.

Naar boven