31 769
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen

nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 12 februari 2009

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

ARTIKEL II komt te luiden:

ARTIKEL II

In artikel IIB van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen wordt «of het Soeverein Besluit van 12 december 1813» vervangen door: , het Soeverein Besluit van 12 december 1813, titel 2, afdeling 5, van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens of de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie.

B

ARTIKEL III komt te luiden:

ARTIKEL III

De Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 37 wordt onder vernummering van het tweede tot derde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Indien Onze Minister voornemens is afwijzend te beslissen op de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, beslist hij binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag.

2. In artikel 38 wordt onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Indien Onze Minister voornemens is afwijzend te beslissen op de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, beslist hij binnen twaalf weken na ontvangst van de aanvraag.

C

ARTIKEL IV vervalt.

D

ARTIKEL VII komt te luiden:

ARTIKEL VII

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

TOELICHTING

A en C

Dit betreft het herstel van een wetstechnische onvolkomenheid. Daarnaast wordt de Wobka tijdelijk uitgezonderd van de dwangsomregeling. In het licht van de wijzigingen die het advies van de Commissie Kalsbeek met zich meebrengt en de onlangs scherpe daling van het aantal aspirant-adoptiefouders die zich aanmelden voor een adoptieprocedure is besloten de Wobka tijdelijk uit te zonderen van de dwangsomregeling. Hierdoor vervalt artikel IV. Met de toekomstige herziening van de huidige Wobka zal opnieuw naar de beslistermijn worden gekeken en worden onderzocht of een reële beslistermijn in de wet kan worden opgenomen.

B

Met deze wijziging wordt voorgesteld de beslistermijn voor de aanvraag van een Verklaring omtrent het gedrag voor rechtspersonen met vier weken te verlengen voor gevallen waarin de minister voornemens is afwijzend te beslissen op de aanvraag. Met deze wijziging wordt aangesloten bij de in het wetsvoorstel voorgestelde verlenging van de beslistermijn van vier weken voor het geval de minister voornemens is afwijzend te beslissen op de aanvraag van een Verklaring omtrent het gedrag voor natuurlijke personen.

D

De in het wetsvoorstel opgenomen inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2009 is reeds gepasseerd. Om die reden is aanpassing van het inwerkingtredingsartikel noodzakelijk.

De staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak

Naar boven