nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in het
Burgerlijk Wetboek en in enkele bijzondere wetten de beslistermijnen aan te
passen met het oog op de inwerkingtreding van de Wet dwangsom en beroep bij
niet tijdig beslissen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Aan artikel 7 van boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt een lid toegevoegd,
luidende:
7. Onze Minister van Justitie doet de schriftelijke mededeling van
het voornemen binnen twintig weken.
ARTIKEL II
In artikel IIB van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
wordt na «het Soeverein Besluit van 12 december 1813» ingevoegd: «Afdeling
5. Verklaringen omtrent gedrag» van de Wet justitiële en strafvorderlijke
gegevens,.
ARTIKEL III
In artikel 37 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens
wordt onder vernummering van het tweede lid tot derde lid een lid ingevoegd,
luidende:
2. Indien Onze Minister voornemens is afwijzend te beslissen op de
aanvraag, bedoeld in het eerste lid, beslist hij binnen acht weken na ontvangst
van de aanvraag.
ARTIKEL IV
Aan artikel 5 van de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie wordt
een lid toegevoegd, luidende:
9. Onze Minister beslist binnen dertig maanden op het verzoek tot
verlening van een beginseltoestemming.
ARTIKEL V
Aan artikel 4 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus
wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. Onze Minister beslist binnen dertien weken op de aanvraag van
een vergunning.
ARTIKEL VI
Artikel 4 van de Wet wapens en munitie wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding 1. geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Onze Minister beslist binnen dertien weken op het verzoek tot
ontheffing.
ARTIKEL VII
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2009. Indien
het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december
2008, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Justitie,