31 767
Wijziging van de Werkloosheidswet in verband met het vergroten van kansen op werk voor langdurig werklozen

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 september 2009

De Tweede Kamer heeft de regering met een motie van het lid Ortega verzocht het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) op te dragen om maatwerk te betrachten bij het doen van een werkaanbod en dit aanbod in het voortraject af te stemmen met de betrokken langdurig werkloze1. Een tweede motie van het lid Ortega verzoekt de regering te bevorderen dat het UWV duidelijkheid schept over de beoordeling van wat in concrete gevallen van WW-gerechtigden gevraagd kan worden2. Met deze brief reageer ik op beide moties.

Naar aanleiding van deze moties is met het UWV overlegd over de uitvoering van het werkaanbod en over de beoordeling van de passendheid van beschikbare arbeid. Het UWV onderschrijft de noodzaak van maatwerk bij het werkaanbod. Het doel van het werkaanbod is immers een match te bewerkstelligen tussen de werkgever die een concrete vacature wil vervullen, en de langdurig werkloze die voor die vacature in aanmerking wordt gebracht. Het Overzicht processen Wet Stimulering arbeidsparticipatie bevat werkinstructies (interne richtlijnen) voor de handelwijze van de werkcoach van het Werkbedrijf UWV ten aanzien van langdurig werklozen, waaronder richtlijnen voor de toepassing van het werkaanbod. De werkcoach dient rekening te houden met de passendheid van het werkaanbod (de vacature) voor de betrokkene. De beschikbare vacature wordt, voorafgaand aan het werkaanbod, met betrokkene en met de werkgever besproken. Als de werkcoach de kans op een match positief inschat, wordt de langdurig werkloze naar de werkgever verwezen. De richtlijnen voor de werkcoaches dragen ertoe bij dat het UWV bij het werkaanbod maatwerk betracht, afgestemd op betrokken werkloze. Naar mijn oordeel wordt hiermee tegemoetgekomen aan de eerstgenoemde motie van mevrouw Ortega.

Overigens is juist in deze tijd een selectieve inzet van re-integratiemiddelen aangewezen. Dit brengt met zich mee dat er keuzes gemaakt moeten worden ten aanzien van de inzet van re-integratietrajecten en modules. Langdurige werkloosheid wordt tijdens een recessie vaker veroorzaakt wordt door economische vraaguitval en minder vaak door persoonlijke belemmeringen.

Werkloze werknemers moeten op grond van de WW een aangeboden passende baan aanvaarden. Het Handboek WW bevat richtlijnen voor de beoordeling van de passendheid van beschikbare arbeid in concrete gevallen. Deze richtlijnen geven aan dat het UWV (eventuele) bezwaren van de werknemer bij die beoordeling moet afwegen tegen het belang van werkhervatting. De richtlijnen voor de beoordeling van de passendheid van arbeid gelden voor alle WW-gerechtigden, niet alleen voor langdurig werklozen. WW-gerechtigden worden vanaf de aanvang van hun werkloosheid geïnformeerd over hun verplichtingen bij het zoeken naar, aanvaarden en behouden van passende arbeid.

Het Handboek WW bevordert een zorgvuldige afweging van de betrokken belangen bij de beoordeling van passende arbeid en biedt tevens een waarborg voor de gelijke behandeling van gelijke gevallen. De in het Handboek verwoorde richtlijnen voor de beoordeling van passende arbeid komen naar mijn oordeel tegemoet aan het oogmerk van de tweede motie van mevrouw Ortega.

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XNoot
1

Kamerstukken II 2008–2009, nr. 31 767, nr. 11.

XNoot
2

Kamerstukken II 2008–2009, nr. 31 767, nr. 12.

Naar boven