De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bij niet-hoogcomplexe zorg concentratie niet leidt tot lagere kosten
en/of betere kwaliteit;
van mening dat deze zorg daarom in de regio beschikbaar en bereikbaar moet zijn;
constaterende dat concentratie van hoogcomplexe en/of laagvolumezorg wel leidt tot
betere zorg;
constaterende dat er jaren hevig gebakkeleid is tussen artsen met betrekking tot de
concentratie van kinderhartcardiologie, hetgeen veel onrust heeft gegeven en onnodig
veel zorgcapaciteit en geld heeft gekost;
constaterende dat de voorzitter van de NFU in het Financieele Dagblad opmerkt dat
veel ziekenhuizen nog een egogerichte benadering hebben;
verzoekt de regering te zorgen dat de NFU, daarbij geassisteerd door de STZ en de
NVZ, voor het najaar 2025 een herschikkingsplan maakt waarbij alle hoogcomplexe en/of
laagvolumezorg eerlijk verdeeld over heel Nederland geconcentreerd wordt;
verzoekt de regering, indien veldpartijen er niet uitkomen, de Wet op bijzondere medische
verrichtingen (Wbmv) te gebruiken als ultimum remedium en in 2025 alle voorbereidingen
te treffen zodat hoogcomplexe en/of laagvolumezorg waarover geen overeenstemming gevonden
kan worden, gereguleerd kan worden op basis van de Wet op bijzondere medische verrichtingen
en vergunningsplichtig wordt onder deze wet,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van den Berg