Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 oktober 2023
Hierbij reageer ik schriftelijk op het verzoek van uw Kamer d.d. 12 september om een brief over de stand van zaken van de IC-capaciteit, in aanloop naar
het IZA-debat van 11 oktober. De gesprekken met partijen hebben tot eind september
geduurd. Dat is de reden dat ik u deze brief iets later dan binnen de gebruikelijke
termijn doe toekomen.
Het blijft van belang om paraat te staan voor een situatie waarin we opnieuw te maken
krijgen met een hoge zorgvraag. Ik heb uw Kamer daarom eerder gemeld1, dat het kabinet inzet op flexibele en opschaalbare zorg, mede naar aanleiding van
de aanbevelingen in het OvV-rapport2. De flexibele inzetbaarheid van IC-capaciteit is daar onderdeel van. Om deze flexibiliteit
te bereiken is het van belang dat de beschikbaarheid van 1150 IC-bedden, die ook wordt
benoemd in de motie van de leden Westerveld en Kuiken3, in stand blijft.
Zoals ik eveneens eerder aan uw Kamer heb gemeld4, hebben ziekenhuizen de afgelopen jaren, dankzij de subsidieregeling opschaling curatieve
zorg COVID-19, kunnen investeren in de benodigde apparatuur en medische inventaris
om in geval van nood te kunnen opschalen tot maximaal 1700 IC-bedden. Ik heb daarbij
zorgaanbieders verzocht om de apparatuur en medische inventaris, die zij hebben aangeschaft
met subsidiemiddelen op grond van deze regeling, in stand te houden. Verder zijn in
het IZA afspraken gemaakt over de bekostiging van de IC-opschaling tot 1150 IC-bedden.
Van het opgehoogde MSZ-kader is € 35 miljoen bedoeld om eventuele meerkosten van IC-opschaling
tot 1150 bedden te bekostigen.
Om ook in de toekomst goede IC-zorg te kunnen blijven leveren en uitvoering te geven
aan de motie van de leden Westerveld en Kuiken, wil ik onder leiding van het Zorginstituut
Nederland (ZIN) een traject starten, om met zorgpartijen structurele afspraken te
maken over de beschikbare IC-capaciteit. Dit doe ik samen met Zorgverzekeraars Nederland
(ZN), de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ), de Nederlandse Federatie van
Universitair Medische Centra (NFU), de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care
(NVIC), Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland – Intensive Care (V&VN-IC) en Family
and Patient Centered Intensive Care (FCIC). Daarbij dragen alle partijen gezamenlijk
verantwoordelijkheid voor het tot stand komen van duurzame en breed gedragen afspraken
over wat nodig is om paraat te staan voor een situatie waarin we te maken krijgen
met een hoge IC-zorgvraag.
Tot het traject onder leiding van het Zorginstituut tot nieuwe afspraken heeft geleid,
is het van belang, dat wanneer we in de komende periode te maken krijgen met een grotere
zorgvraag, een opschaling tot 1150 IC-bedden gegarandeerd kan worden. Hiertoe zet
ik in op de mogelijkheden van een tijdelijke subsidieregeling ten behoeve van de instandhouding
van een fysieke infrastructuur tot 1700 IC-bedden. Randvoorwaardelijk voor deze subsidieregeling
is dat deze uitvoerbaar, rechtmatig en doelmatig binnen de financiële mogelijkheden
kan worden vormgegeven. Partijen worden geacht hieraan een bijdrage te leveren.
Over de uitkomsten van het ZIN-traject en het onderzoek naar een subsidieregeling
informeer ik uw Kamer nader.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers