Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 november 2012
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden is de voormalig staatssecretaris verzocht u
per brief te informeren over de sluiting van de kleinschalige woonvorm Integra in
Burgum. Ik heb hierover contact opgenomen met de betrokken zorgaanbieder, Philadelphia.
In deze brief ga ik in op de omstandigheden die hebben geleid tot het besluit omtrent
de sluiting.
Integra in Burgum is een woonvoorziening voor zes cliënten met niet-aangeboren hersenletsel.
Deze woonvorm is twaalf jaar geleden ontstaan vanuit de wens van ouders om voor hun,
toen nog, jonge kinderen een alternatieve woonplek te creëren waardoor zij niet in
een verzorgingshuis zouden hoeven verblijven.
Philadelphia geeft aan dat de kwaliteit van zorg in de voorziening al langere tijd
kwetsbaar is. Als gevolg van de kleinschaligheid wordt de zorg veelal door één medewerker
verleend. De zorg aan cliënten met niet aangeboren hersenletsel vraagt om specifieke
expertise. Daarnaast neemt de zorgzwaarte in de woonvorm toe. Gezien deze ontwikkelingen
heeft Philadelphia er voor gekozen om zich als zorginstelling niet te specialiseren
in deze zorg en daarom deze expertise niet verder uit te breiden. Philadelphia geeft
aan de intensieve zorgvraag op deze locatie vanuit het oogpunt van kwaliteit en exploitatie
niet meer op een verantwoorde wijze te kunnen organiseren.
Voorafgaand aan het besluit de woonvoorziening te sluiten heeft Philadelphia diverse
alternatieven onderzocht. Geen van deze alternatieven is haalbaar gebleken. Ik kan
mij voorstellen dat dit onzekerheid veroorzaakt bij de betrokken cliënten en hun ouders.
Philadelphia heeft aangegeven zorg te zullen dragen voor een zorgvuldige overgang
van bewoners naar een gespecialiseerde zorgaanbieder en voor de medewerkers naar een
andere werkplek.
De keuze om de kleinschalige woonvorm Integra te sluiten en de zorg aan de bewoners
bij een andere, meer gespecialiseerde zorgaanbieder onder te brengen is een besluit
van de zorginstellingen niet het gevolg van (gewijzigde) regelgeving.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. J. van Rijn