31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 mei 2012

Hierbij zend ik u mijn reactie op het IGZ-rapport «Operatieve zorg aantoonbaar beter, voor achterblijvers blijft inspectiedruk noodzakelijk». Het rapport treft u bijgaand aan1.

Het operatieve proces is een centrale activiteit in ziekenhuizen. Het is een complex proces waar veel zorgverleners bij betrokken zijn. Vanuit het oogpunt van patiëntveiligheid kent dit proces veel risico’s. De IGZ heeft sinds 2006 onderzoek gedaan naar de naleving van de voorwaarden voor verantwoorde zorg in het operatieve proces.

Het IGZ-rapport «Operatieve zorg aantoonbaar beter, voor achterblijvers blijft inspectiedruk noodzakelijk» bevat de resultaten van het vervolgonderzoek, waarin alle fases van het operatieve proces (pre-, per- en postoperatief) onder de loep zijn genomen. Voor het onderzoek werden 30 ziekenhuizen random geselecteerd, drie academische ziekenhuizen maakten onderdeel uit van de steekproef. De onderzoeksvragen die aan dit vervolgonderzoek ten grondslag lagen, waren:

  • In welke mate voldoen de geselecteerde ziekenhuizen aan de vigerende richtlijnen en normen voor verantwoorde zorg in het operatieve proces?

  • In welke mate zijn de resultaten verbeterd ten opzichte van eerdere onderzoeken?

De hoofdconclusie uit het onderzoek van de IGZ is dat het operatieve proces in de ziekenhuizen de afgelopen jaren sterk is verbeterd. Zo zijn de overdrachten nu meer gestandaardiseerd, wordt meer gebruik gemaakt van veiligheidschecks, is de apparatuur beter onderhouden en is het gedrag rond hygiëne en infectiepreventie verbeterd. Maar ook constateert de inspectie dat nog niet alle ziekenhuizen in het gewenste tempo van veranderingen mee kunnen komen. Het is opnieuw gebleken dat sommige ziekenhuizen nadrukkelijke inspectieaandacht nodig hebben om verder te verbeteren. Met deze inspectiedruk bleken deze ziekenhuizen in staat om in enkele maanden zowel de veiligheidscultuur als de operatieve zorg fors te verbeteren. De invoering van de door de wetenschappelijke verenigingen ontwikkelde richtlijn Het Preoperatieve Traject verliep voorspoedig, maar de richtlijn was nog nergens volledig operationeel.

Het operatieve proces is één van de risicovolle processen met percentueel gezien de hoogste kans op schade in de Nederlandse ziekenhuizen. Hoewel de uitkomsten van het IGZ-rapport als een belangrijke stap voorwaarts kunnen worden gezien, is de implementatie van de richtlijnen en normen nog niet overal in de volle omvang gerealiseerd. Daarom ondersteun ik het standpunt van de IGZ dat ook in de komende jaren aanhoudende inspectiedruk noodzakelijk blijft. Zo zal de IGZ in 2012 minimaal 20 ziekenhuizen onaangekondigd bezoeken, waarbij opnieuw wordt getoetst of zij aan de vigerende richtlijnen en normen voor verantwoorde zorg in het operatieve proces voldoen. Wanneer blijkt dat daar niet aan wordt voldaan, zal de IGZ zo nodig handhavend optreden conform het toetsings- en handhavingskader.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven