31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 maart 2012

Middels deze brief zend ik Uw Kamer de resultaten (zie bijlage)1 van en mijn reactie op een onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), zoals ik heb toegezegd in antwoorden op de Kamervragen van Kamerleden Van Gerven en Leijten (Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2011/12, nr. 488).

Het betreft een onderzoek naar de inzet van Indiase operatieassistenten in Nederlandse ziekenhuizen en de mogelijke risico’s daarvan voor de patiëntveiligheid.

Geen incidenten

Uit het onderzoek blijkt dat de inzet van Indiase operatieassistenten niet heeft geleid tot onveilige situaties in de bezochte ziekenhuizen, mede doordat ziekenhuizen zich bewust zijn geweest van mogelijke risico’s en deze hebben ondervangen.

Ziekenhuizen zijn zelf verantwoordelijk voor het leveren van verantwoorde zorg. De IGZ moet hier toezicht op houden en indien nodig handhaven. Ziekenhuizen hebben Indiase operatieassistenten geworven en begeleid om in Nederland te komen werken. Toen zij merkten dat extra inzet nodig was om verantwoorde zorg te kunnen leveren, hebben zij daarvoor gezorgd. In gevallen waarbij de operatieassistenten niet aan het gewenste kwaliteitsniveau konden voldoen zijn de operatieassistenten teruggegaan naar hun land van herkomst.

Zowel uit het reguliere toezicht van de IGZ als uit dit specifieke onderzoek, als ook uit de gegevens van het Veilig Incident Melden (VIM) blijkt niet dat de inzet van Indiase operatieassistenten leidt tot extra risico’s voor patiëntveiligheid.

Tijdsinvestering en werkbelasting

In het onderzoek van de IGZ is naar voren gekomen dat de inzet van Indiase operatieassistenten tot extra werkdruk heeft geleid voor werkgevers en voor reeds in Nederland werkzame operatieassistenten. Ziekenhuizen hebben aangegeven dat het maar de vraag is of zij een dergelijk traject in de toekomst opnieuw zouden uitvoeren.

Zoals ik Uw Kamer via mijn antwoorden op de Kamervragen van Van Gerven en Leijten (Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2011/12, nr. 488) heb laten weten, heb ik in nauwe samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen en de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra in 2010 het Fonds Ziekenhuisopleidingen opengesteld. Gegeven de positieve ontwikkelingen rond het Fonds Ziekenhuisopleidingen zal het (tijdelijk) werven van Indiase operatieassistenten niet of nauwelijks meer aan de orde zijn.

Mochten ziekenhuizen toch besluiten om (tijdelijk) Indiase arbeidskrachten te werven, dan ben ik hier niet principieel op tegen. Zolang de ziekenhuizen zich aan kwaliteitseisen en ethische wervingsnormen van de WHO houden.

De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven