Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2020
Vandaag heeft het RIVM het rapport «Impact van de eerste COVID-19 golf op de reguliere
zorg en gezondheid. Inventarisatie van de omvang van het probleem en eerste schatting
van gezondheidseffecten.» gepubliceerd. Tijdens het debat op 18 november jl. heb ik
aan het lid Wilders (PVV) toegezegd1uw Kamer dit rapport toe te zenden, zie bijlage2. Het rapport geeft een inschatting van de gezondheidsschade die is opgetreden door
het wegvallen van de reguliere zorg door COVID-19 tijdens de eerste golf van 12 maart
tot en met 31 augustus 2020.
Het eerste deel van het RIVM rapport geeft een uitgebreid overzicht van de minder
of anders geleverde zorg tijdens de eerste golf voor de ziekenhuiszorg, huisartsenzorg,
farmaceutische zorg, paramedische zorg, verpleging, verzorging en thuiszorg, geestelijke
gezondheidszorg, gehandicaptenzorg, mondzorg, zorg voor jeugd en gezin, zorg voor
kwetsbare groepen en overige sectoren van de zorg. In het tweede deel van het rapport
is door het RIVM voor de ziekenhuiszorg een schatting gemaakt van de gezondheidseffecten.
Het RIVM doet daarbij een aantal constateringen:
-
– Bij de onderzochte aandoeningen is gemiddeld 23% minder zorg geleverd, doordat een
deel van de reguliere medisch specialistische zorg vanwege de corona infecties is
uitgevallen. In de eerste weken was het uitval percentage boven de 50%, maar aan het
eind was er zelfs even sprake van extra zorg, waardoor achterstanden tijdelijk konden
worden ingelopen.
-
– Het minimale gezondheidsverlies bedraagt ongeveer 50.000 gezonde levensjaren. Het
RIVM maakt duidelijk dat de meeste verloren gezonde levensjaren het gevolg zijn van
het wegvallen van behandelingen binnen de specialismen oogheelkunde en orthopedie,
zoals staar-, knie- en heupoperaties.
-
– De schattingen over de gevolgen voor kankerpatiënten vallen buiten de berekeningen
van het RIVM. Het RIVM heeft wel een inschatting gemaakt van de gevolgen voor melanoom,
de agressiefste vorm van huidkanker. Naar schatting zijn ongeveer 1.600 tot 2.800
gezonde levensjaren verloren gegaan door deze uitgevallen zorg.
Het rapport maakt inzichtelijk dat het gezondheidsverlies door de COVID-19 infecties
zich zeker ook voordoet bij mensen die geen COVID-19 infectie hebben gehad. De cijfers
zijn groots en een persoonlijk drama voor velen. Het geschatte verlies aan gezonde
levensjaren is gebaseerd op 28% van de medisch specialistische zorg en hoewel het
RIVM laat weten, dat dit voor de totale medisch specialistische zorg niet drie of
vier keer zo hoog uitkomt, is het gezondheidsverlies voor alle mensen enorm en toont
het ons de urgentie om de corona infecties tegen te gaan. Het RIVM wijst erop dat
het verlies deels ongedaan gemaakt kan worden indien de zorg op een later moment alsnog
wordt geleverd.
Om de gezondheidsschade zo klein mogelijk te houden, is het dan ook belangrijk om
met zijn allen het coronavirus en de infecties onder controle te krijgen. Dat kan
enerzijds door ons te houden aan de gezamenlijke gedragsregels en anderzijds doordat
mensen bij medische klachten contact opnemen met hun huisarts, zodat een medische
afweging kan worden gemaakt voor de best mogelijke behandeling.
De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark