31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 536 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 november 2020

Hierbij zend ik u het advies Samenwerken aan passende zorg: de toekomst is nú dat ik van het Zorginstituut Nederland (Zorginstituut) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heb ontvangen1.

Gepast gebruik heeft in de afgelopen jaren een belangrijke plek gekregen in het beleid van het Ministerie van VWS. Met gepast gebruik bedoel ik het verlenen van zorg waarvan we weten dat deze meerwaarde heeft, en het niet leveren van zorg die geen meerwaarde heeft. Dit is belangrijk, omdat de zorgverlening hiermee continu verbetert en zorgt voor een doelmatige inzet van de collectieve zorguitgaven en de beperkt beschikbare zorgverleners zo optimaal mogelijk goede en liefdevolle zorg kunnen geven.

Ook in uw Kamer is de aandacht voor gepast gebruik groot. In meerdere overleggen hebben wij gesproken over het belang hiervan.2 De coronacrisis benadrukt het belang van de inzet op gepast gebruik van zorg. De coronacrisis heeft ook geleerd dat het integreren van digitale zorg in de zorgverlening waar wenselijk en mogelijk van grote meerwaarde kan zijn om de zorg organiseerbaar, toegankelijk en van goede kwaliteit te houden en deze continu te verbeteren.

In onze overleggen heb ik aangegeven dat gepast gebruik inzet vraagt van alle partijen: van zorgverlener tot zorgverzekeraar en van patiëntenorganisatie tot politiek. Ook ik heb een verantwoordelijkheid om gepast gebruik te stimuleren en te onderzoeken hoe we dit thema verder kunnen brengen. Daarom heb ik afgelopen zomer het Zorginstituut en de NZa gevraagd mij te adviseren over de randvoorwaarden voor gepast gebruik. Ik heb hen dit gevraagd vanuit hun expertise als overheidspartijen. Beide partijen zijn immers op dagelijkse basis bezig met het verbeteren van gepast gebruik van zorg.

Het advies van het Zorginstituut en de NZa is een rijk advies waarin de focus verbreed wordt naar passende zorg. Passende zorg is de combinatie van gepast gebruik en passende organisatie van zorg. Het rapport is opgebouwd uit twee delen: een deel A waarin de principes voor passende zorg en de uitgangspunten voor de randvoorwaarden worden toegelicht en een deel B waarin het Zorginstituut en de NZa een werkagenda introduceren om te komen tot passende zorg. De principes en randvoorwaarden voor passende zorg zijn:

Principes voor passende zorg:

  • is waardegedreven;

  • komt samen met en gezamenlijk rondom de patiënt tot stand;

  • is de juiste zorg op de juiste plek;

  • gaat over gezondheid in plaats van ziekte.

Uitgangspunten voor de randvoorwaarden

  • Congruentie van alle partijen en maatregelen;

  • Een lerend systeem dat continu evolueert;

  • Decentrale toepassing van de maatregelen.

Ik ben de NZa en het Zorginstituut zeer erkentelijk voor dit advies en onderschrijf het belang van een brede blik op gepast gebruik. Ik kan mij vinden in de principes en uitgangspunten voor randvoorwaarden die het Zorginstituut en de NZa benoemen. Deze sluiten aan op verschillende lopende trajecten waarover in het Hoofdlijnenakkoord Medisch-Specialistische Zorg afspraken zijn gemaakt, zoals de Juiste Zorg op de Juiste Plek, Uitkomstgerichte Zorg, Digitale zorg(innovatie) en Zorgevaluatie en Gepast Gebruik. Ik vind dat we deze weg moeten vervolgen en waardeer hoe verschillende trajecten in dit advies bij elkaar zijn gebracht.

Passende zorg en gepast gebruik vraagt om een zorgvuldige benadering. Om dit vraagstuk verder te brengen moeten belangrijke keuzes worden gemaakt in het verder versterken van het pakketbeheer en het kwaliteitsbeleid. Die keuzes wil ik samen met alle betrokken partijen maken. Het voorliggende advies geeft de eerste mooie handvatten voor het verder brengen van dit onderwerp. Het zijn handvatten om invulling te geven aan de adviezen van de Sociaaleconomische Raad, de Studiegroep Begrotingsruimte en de Brede Maatschappelijke Heroverweging. Ik hecht eraan dit zorgvuldig te doen.

Begin volgend jaar zal ik daarom in gesprek gaan met relevante veld- en overheidspartijen over het advies. Het zal in die gesprekken gaan over hoe de randvoorwaarden verder concreet gemaakt kunnen worden en waar de regelgeving en bekostiging mogelijk knellend is om tot passende zorg te komen. Tevens gebruik ik deze gesprekken om scherp te krijgen hoe de randvoorwaarden die in het advies worden genoemd bijdragen aan een merkbaar verschil voor patiënten en professionals in de dialoog en keuzes die ze maken in de (al dan niet digitale) spreekkamer. Ook ga ik in gesprek over het tempo waarop resultaten verwacht kunnen worden. Uiteraard betrek ik het Zorginstituut en de NZa bij deze gesprekken.

Zoals in het algemeen overleg Medisch specialistische zorg/ziekenhuiszorg van 9 november jongstleden toegezegd, stuur ik u rond de Kerst een brief over het onderwerp gepast gebruik3. Ik zal daarbij onder andere nader ingaan op het proces dat ik met het Zorginstituut, de NZa en met de veldpartijen wil doorlopen.

Tot slot, passende zorg is een belangrijk onderwerp om de zorg nu en in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden. Ik bedank nogmaals het Zorginstituut en de NZa voor hun advies en heb er alle vertrouwen in dat dit samen met het veld een goed vervolg zal krijgen.

De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Bijvoorbeeld op 9 november jl.: AO Medisch Specialistische Zorg; op 29 juni jl.: Nota overleg Cure (Kamerstuk 31 765, nr. 512); 17 juni jl.: algemeen overleg pakketbeheer (Kamerstuk 29 689, nr. 1073)

X Noot
3

Kamerstuk 29 248, nr. 324

Naar boven