Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 augustus 2019
Naar aanleiding van het VAO Verpleeghuiszorg van 25 juni jl. is op 4 juli jl. (Handelingen
II 2018/19, nr. 102, item 3) een motie1 van het lid Hermans aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht om de Kamer over
de aanpak en de planning van de integrale vergelijking uiterlijk 1 september a.s.
te informeren. Ik kan u hierover het volgende meedelen.
Ik heb de NZa op 21 mei 2019 de opdracht gegeven om een integrale vergelijking uit
te voeren, die reeds effect heeft op de vast te stellen maximumtarieven in 20212.
De NZa heeft inmiddels een plan van aanpak opgeleverd. Dit treft u aan in de bijlage
bij deze brief3. Op mijn verzoek zal de NZa een aantal extra varianten uitwerken voor de wijze waarop
de integrale vergelijking wordt toegepast bij de vaststelling van tarieven en inkoopafspraken.
Ik hecht hieraan gezien de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de betrokken
partijen. Ook wil ik alternatieven afwegen voor de in het plan van aanpak veronderstelde
toepassing, die wetswijziging vergt.
De NZa treft inmiddels de nodige voorbereidingen voor de ontwikkeling van de integrale
vergelijking. Zo zal de NZa dit najaar bij alle verpleeghuisinstellingen gegevens
opvragen. Daarna vindt de data-analyse plaats waarmee de NZa inzicht wil verkrijgen
in factoren die van invloed zijn op de kosten die verpleeghuizen met een vergelijkbare
zzp-mix maken om goede zorg te kunnen verlenen. Doel is om meer rekening te houden
met verschillende omstandigheden waaronder de zorg moet worden georganiseerd en de
best presterende (vergelijkbare) instellingen de norm te laten zijn voor de rest.
Hiermee kan het kwaliteitskader worden gerealiseerd met de daarvoor beschikbaar gestelde
middelen.
Parallel daaraan zal bestuurlijk overleg plaatsvinden met betrokken partijen over
de voortgang, planning en de toepassingsmogelijkheden van de integrale vergelijking.
Ik zal u in november dit jaar, in de 3e voortgangsrapportage Thuis in het Verpleeghuis,
nader informeren over de uitkomsten van het bestuurlijk overleg en de voortgang van
het proces.
In lijn met de genoemde motie heb ik aan de NZa gevraagd om de uitkomsten van de integrale
vergelijking met een bijbehorende impactanalyse uiterlijk 15 maart 2020 op te leveren.
Dit geeft alle betrokken partijen, en ook uw Kamer, voldoende tijd voor overleg, besluitvorming
en voorbereiding voor implementatie van de stappen die in 2021 en daarna gezet kunnen
worden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge