Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 juli 2019
In het VAO verpleeghuiszorg van 4 juli jl., (Aanhangsel Handelingen II 2018/19, nr.
102) diende het lid Agema een motie in waarin zij verzoekt de regering te bewerkstelligen
dat airconditioning wordt opgenomen in het programma van eisen voor een Wlz-instelling
(Kamerstuk 31 765, nr. 419). In deze brief ga ik nader in op wooneisen die aan verpleeghuizen worden gesteld
en hoe klimaatbeheersing past binnen deze eisen.
Graag wil ik vooropstellen dat een aangename en prettige woonomgeving voor kwetsbare
ouderen die in een verpleeghuis wonen, van groot belang is. Daar hoort wat mij betreft
ook bij dat het binnenklimaat moet aansluiten bij de behoefte van de bewoners. Ook voor zorgverleners is het belangrijk dat
zij hun werk kunnen doen in een prettige omgeving.
In het Bouwbesluit 2012 zijn eisen opgenomen waaraan zorginstellingen moeten voldoen
en die erop gericht zijn dat bewoners veilig en gezond kunnen wonen. Hierbij gaat
het bijvoorbeeld om eisen die betrekking hebben op daglicht en luchtverversing. Ik
vind het van groot belang dat instellingen rekening houden met deze eisen aangezien
op deze manier een goede woonomgeving wordt gecreëerd voor kwetsbare verpleeghuisbewoners
met een zware zorgbehoefte. Aandacht besteden aan het binnenklimaat is essentieel,
maar dit dient uiteraard in samenhang met het gehele pakket aan vereisten uit het
Bouwbesluit te worden bewerkstelligd door instellingen.
Ook het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg stelt bij het thema wonen en welzijn eisen
aan het wooncomfort in verpleeghuizen. Elk verpleeghuis dient aantoonbaar invulling
te geven aan wooncomfort en dit zichtbaar te maken in het kwaliteitsplan en het kwaliteitsverslag.
Daarnaast verdient het aanpassen van de woonomgeving aan de wensen en mogelijkheden
van de verschillende doelgroepen van verpleeghuiszorg specifieke aandacht. Ook het
Kwaliteitskader schrijft dus voor dat bewoners moeten kunnen rekenen op een goede
woonomgeving, waaronder ook een goede klimaatbeheersing te rekenen is.
De IGJ houdt toezicht op de veiligheid en kwaliteit van de zorg in verpleeghuizen
door middel van het analyseren van gegevens en het afleggen van bezoeken. Wanneer
de IGJ oordeelt dat de kwaliteit of veiligheid van zorg onvoldoende is, wordt gekeken
naar de oorzaken en wordt indien nodig handhavend opgetreden. Wanneer klachten omtrent
de woonomgeving van verpleeghuisbewoners of specifiek de klimaatbeheersing voorkomen,
kan dat voor de IGJ aanleiding zijn om onderzoek te doen en te interveniëren.
Ik concludeer dat er diverse waarborgen zijn in de geldende wet- en regelgeving voor
een aangenaam woonklimaat in verpleeghuizen. Als airconditioning nodig is om dit vereiste
woonklimaat te realiseren, dan dienen zorginstellingen deze voorziening aan te brengen.
Er kunnen echter ook andere manieren zijn om dit doel te bereiken. Het is aan instellingen
om hierin, samen met de cliëntenraad en de medewerkers, de goede keuzes te maken.
Er zijn bij de IGJ en bij mij geen signalen bekend dat, ondanks de geldende eisen,
bij de nieuwbouw van verpleeghuizen onvoldoende aandacht wordt besteed aan een aangenaam
binnenklimaat en temperatuurregeling. Ik houd hierover wel de vinger aan de pols.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge