31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 322 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 mei 2018

In het dertigledendebat over Careyn op 5 april jongstleden (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 5) heb ik aan uw Kamer een brief toegezegd over de beoordeling door de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting (hierna: de inspectie) van het naleven door Careyn van het eerste deel van de aanwijzing van de inspectie. Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van het inspectieonderzoek.

Hieronder zal ik eerst ingaan op de aanwijzing die Careyn ontvangen heeft op 7 november 2017. Vervolgens informeer ik u over de bevindingen en het oordeel van de inspectie en ten slotte sta ik stil bij het vervolg.

Aanwijzing d.d. 7 november 2017

De aanwijzing van de inspectie aan Careyn op 7 november 2017 betreft het wegnemen van tekortkomingen op het gebied van cliëntdossiers, deskundigheid en inzet van medewerkers, sturen op kwaliteit en veiligheid en goed bestuur. De inspectie heeft Careyn twee termijnen opgelegd om aan deze aanwijzing te voldoen: 1 april 2018 voor het eerste deel van de aanwijzing en 7 november 2018 voor het resterende tweede deel van de aanwijzing.

De eerste verbetertermijn had betrekking op het verbeteren van de dossiervoering (voldoen aan artikel 2 Wkkgz) en het organiseren van voldoende tijd voor rapportage en overdracht (artikel 3 Wkkgz). Na het verstrijken van deze termijn heeft de inspectie onaangekondigde bezoeken gebracht aan zes locaties van Careyn om de beoogde verbeterresultaten te toetsen in de praktijk. De inspectie heeft beoordeeld of Careyn aan de gestelde eisen voldoet en de tekortkomingen rond de onderwerpen dossiervoering en overdracht weggenomen heeft.

Inspectieoordeel over eerste verbetertermijn aanwijzing

De inspectie concludeert op basis van haar onderzoek in april 2018 dat Careyn voldoet aan het eerste deel van de aanwijzing. De inspectie ziet grote verbeteringen op het thema dossiervoering. Op alle bezochte locaties beschikken de cliënten over een compleet en actueel dossier, waarin een logisch verband is gelegd tussen de wensen, behoeften, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt enerzijds en de invulling van de zorg en behandeling anderzijds. De cliëntdossiers zijn op alle momenten toegankelijk voor de zorgverleners die direct betrokken zijn bij de zorgverlening. Dit ondersteunt de zorgverleners bij het geven van persoonsgerichte zorg aan cliënten. Ook constateert de inspectie dat Careyn op alle bezochte locaties de zorg zo heeft georganiseerd dat de aanwezige zorgverleners voldoende werktijd beschikbaar hebben voor adequate rapportage en de onderlinge overdracht van zorg.

Uit het onderzoek van de inspectie blijkt dat Careyn de gevraagde verbeteringen heeft gerealiseerd. Het gehele rapport is openbaar via de website van de inspectie. De inspectie ziet positieve ontwikkelingen bij Careyn. Dit neemt echter niet weg dat de resterende verbeteropdracht voor Careyn onverminderd van belang blijft.

Vervolg

Gezien de bevindingen en oordelen van de inspectie lijkt Careyn op de goede weg. De inspectie sluit het eerste deel van de aanwijzing nu af. De komende maanden volgt de inspectie de verdere voortgang bij Careyn. Na afloop van de verbetertermijn voor het tweede deel van de aanwijzing, zal de inspectie opnieuw de zorg bij Careyn beoordelen en toetsen of is voldaan aan het tweede deel van de aanwijzing. Ik zal uw Kamer informeren over de resultaten daarvan.

Zoals eveneens toegezegd in het dertigledendebat (Handelingen II 2017/18, nr. 70, item 5), ontvangt uw Kamer voor het zomerreces een brief over het handhavingsinstrumentarium van de inspectie, waarbij ik ook «lessons learned» tot nu toe in de casus Careyn zal betrekken. Het is daarnaast gebruikelijk dat de inspectie haar handelen in grote toezichttrajecten evalueert en dat zal ze ook doen nadat het toezichttraject bij Careyn is afgerond. Dit met het doel te leren en te verbeteren van de feedback die ze ophaalt vanuit haar eigen organisatie en van de organisaties die onder haar toezicht staan. Deze evaluatie wordt uitgevoerd onder leiding van een onafhankelijk voorzitter. Hiermee geef ik tevens uitvoering aan de gewijzigde motie van de leden Dijksma en Bergkamp, die verzoekt om een evaluatie uit te voeren1.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstuk 31 765, nr. 317.

Naar boven