Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 februari 2017
Hierbij stuur ik u het rapport «Het Resultaat Telt ziekenhuizen 2015»1. De Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ) rapporteert jaarlijks over de resultaten
van alle Nederlandse ziekenhuizen aan de hand van de kwaliteitsindicatoren uit de
basisset. Het rapport bevat ook de resultaten van de uitvraag van de indicatoren over
radiotherapie bij de vijf radiotherapeutische instellingen buiten een ziekenhuis.
Kwaliteitsindicatoren worden ontwikkeld door de wetenschappelijke verenigingen van
medisch specialisten en de verenigingen van verpleegkundigen, gecoördineerd door hun
landelijke koepels (de Federatie Medisch Specialisten en V&VN) en in afstemming met
de ziekenhuiskoepels (NFU en NVZ). Elke vier jaar wordt een nieuw risicoprofiel ontwikkeld
met een beschrijving van de grootste risico’s voor de zorg, als uitgangsdocument voor
de keuze van nieuwe kwaliteitsindicatoren. In 2015 is het thema «het vernieuwde risicoprofiel».
Resultaten
De IGZ gebruikt de prestaties op de indicatoren van de basisset bij de uitvoering
van het toezicht op risico’s. Dat betekent dat indicatoren moeten kunnen leiden tot
reductie van het risico door kwaliteitsverbetering en inzichtelijk moeten kunnen maken
in welke ziekenhuizen bepaalde zorg mogelijk risicovol is. Wanneer het resultaat op
een specifieke indicator laat zien dat bepaalde risico’s voldoende onder controle
zijn, dan kan een indicator komen te vervallen. Het Resultaat Telt ziekenhuizen 2015
laat verbeteringen zien die zijn behaald in het oncologisch en operatief proces, zoals
time-out en antibiotica profylaxe en volumenormen bij hoogrisico chirurgie. De meeste
van deze indicatoren zijn inmiddels vervangen, omdat zij hun doel hebben bereikt.
Dat is verheugend, bovendien ontstaat daarmee ruimte voor nieuwe indicatoren.
Het rapport laat zien dat de overdracht van medicatie-informatie verbeteringen laat
zien door de jaren heen, maar tegelijk nog aandacht behoeft met name bij ontslag.
Medicatieverificatiegesprekken worden nog niet standaard gevoerd en in veel ziekenhuizen
was het zelfs nog onbekend of en hoe vaak deze gesprekken zijn gevoerd.
De prestaties op de indicator palliatieve radiotherapie in 2015 tonen aan dat een
procesindicator kwaliteitsverbetering teweeg kan brengen, aldus de IGZ. In alle ziekenhuizen
waren de wachttijden in 2015 van de palliatieve radiotherapeutische behandelingen
bekend. De streefnorm is dat 80% van de patiënten tot en met zeven dagen na aanmelding
wordt bestraald. In 2015 is deze norm gehaald, terwijl dit gemiddelde percentage in
2014 nog onder de streefnorm lag.
Uit het nieuwe risicoprofiel blijkt dat de door zorgprofessionals ervaren risico’s
verschoven zijn van het oncologisch en het operatieve proces naar het diagnostische
proces. Medicatie blijft ook een groot risico en kwetsbare groepen patiënten lopen
het hoogste risico. Rondom het medicatieproces zijn in de afgelopen jaren nieuwe indicatoren
ontwikkeld en er zijn ook nieuwe indicatoren in ontwikkeling, zoals de indicator hoog
risico medicatie. Diagnostiek, in combinatie met medische technologie, is het grootste
en meest complexe risico. Om indicatorontwikkeling op dit onderdeel te stimuleren
heeft de inspectie een bijeenkomst georganiseerd met de diagnostische vakken.
Reactie
Uit de rapportenreeks Het Resultaat Telt spreekt duidelijk dat het risico-indicatoren
toezicht van de IGZ kwaliteitsverbetering bewerkstelligt. De rapporten bieden de ziekenhuizen
zicht op de eigen prestaties. Door relevante en actuele risico-indicatoren op te nemen
in de basisset ontstaat in de sector structurele aandacht voor een bepaald domein.
Uit het rapport «Het Resultaat Telt 2015» blijkt dat dit effect in 2015 opnieuw zichtbaar
is in de betere prestaties van ziekenhuizen.
Ik vind het nieuwe risicoprofiel interessant omdat het een weergave is van de risico’s
in de medisch specialistische zorg, zoals zorgprofessionals deze zelf ervaren. Daarmee
bestaat draagvlak om te werken aan verbeteringen. De thema’s kwetsbare groepen en
medicatie zijn risicogebieden die ook al in eerdere rapporten van de IGZ en van het
NIVEL naar voren kwamen. Diagnostiek is een relatief nieuw aandachtsgebied. Het is
goed dat de IGZ proactief indicatorontwikkeling op dit thema stimuleert.
Ik dank de IGZ voor dit rapport en voor haar inspanningen om samen met de professionals,
de ziekenhuizen en de wetenschappelijke verenigingen continu te werken aan verdere
aantoonbare verbetering van de veiligheid en kwaliteit van de zorg ten behoeve van
de patiënt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.I. Schippers