31 765 Kwaliteit van zorg

Nr. 230 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 juli 2016

Met mijn brief over «Waardigheid en Trots» d.d. 4 juli 2016 (Kamerstuk 31 765, nr. 215) heb ik u o.a. de «Eindrapportage toezicht IGZ op 150 verpleeg-zorginstellingen» doen toekomen (bijlage bij Kamerstuk 31 765, nr. 215). Op 5 juli 2016 heeft de IGZ mij per brief geïnformeerd over de zorgaanbieders waarop dit rapport betrekking heeft, alsmede de daarbij gehanteerde categorisering. Met mijn brief van 5 juli 2016 (Kamerstuk 31 765, nr. 224) heb ik u deze brief van de IGZ doen toekomen.

Op 6 juli 2016 hebben uw Kamer en ik gedebatteerd over het voorgaande (Handelingen II 2015/16, nr. 105, debat over de verpleeghuiszorg). In dat kader werd een motie aangenomen die de inspectie verzoekt een geactualiseerde lijst (met de 150 betrokken aanbieders) te publiceren en ervoor zorg te dragen dat in ieder geval de medicatieveiligheid bij de instellingen in «categorie 1» bij de volgende rapportage op orde is. De inspectie zal daarom in haar oordeel de nadruk leggen op de medicatieveiligheid.

Ik heb toegezegd uw Kamer over dit alles in oktober te informeren.

Om u op de hoogte te houden over het proces dat de IGZ daartoe voor ogen heeft, doe ik u bijgaande brief van de IGZ aan mij toekomen waarin de inspectie in gaat op de door haar reeds ondernomen en te ondernemen activiteiten1.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven