Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 januari 2016
Mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie informeer ik u hierbij
over het voornemen om met ingang van 1 april 2016 een pilot te starten die de huisvesting
van Akense niet-EU studenten in de krimpregio Parkstad Limburg mogelijk maakt.
Tijdens het algemeen overleg met de commissie voor Wonen en Rijksdienst op 5 november
2014 (Kamerstuk 31 757, nr. 58) en laatstelijk op 14 januari 2016, meldde ik u dat ik samen met de Staatssecretaris
van Veiligheid en Justitie de mogelijkheden voor de inrichting van een pilot voor
huisvesting in Zuid-Limburg van niet-EU studenten die in Aken studeren zou verkennen.
Deze verkenning is gestart naar aanleiding van het verzoek van de provincie Limburg
en de regio Parkstad Limburg, welke reeds goede ervaringen hebben met de huisvesting
van Akense EU studenten. De verkenning is inmiddels afgerond en hieruit is gebleken
dat een pilot haalbaar is.
De pilot voorziet in de huisvesting van niet-EU studenten die aan de Rheinisch-Westfaelisch
Technische Hochschule (RWTH) in Aken studeren en die door het tekort aan studentenwoningen
in Aken moeilijk aan huisvesting kunnen komen. Binnen de pilot wordt het mogelijk
maximaal 75 niet-EU studenten per jaar te huisvesten in te transformeren leegstaande
panden in de regio Parkstad Limburg. Door huisvesting van de Akense niet-EU studenten
wordt het mogelijk een verbinding te leggen tussen de leegstand in de regio Parkstad
en het tekort aan woonruimte voor studenten in Aken.
De pilot sluit goed aan bij het beleid om, in verband met ontwikkeling van de grensregio’s
in de Europese Unie, de (administratieve) belemmeringen die de binnengrenzen nog vormen,
zoveel mogelijk op te heffen. In het bijzonder waar het om onderwijs en kennisontwikkeling
gaat.
Omdat de niet-EU studenten niet in Nederland studeren, komen zij niet in aanmerking
voor een Nederlandse verblijfsvergunning voor het verblijfsdoel studie. Daarom wordt
voor de afgifte van deze verblijfsvergunningen een tijdelijk beleidskader geschapen
op grond van artikel 3.4, derde lid, Vreemdelingenbesluit 2000.
De duur van de pilot is vijf jaar en wordt na twee jaar geëvalueerd. Na vijf jaar
wordt bezien of de pilot succesvol genoeg is om te worden voortgezet. Mocht tijdens
de looptijd van de pilot blijken dat er zich problemen voordoen dan kan deze voortijdig
worden beëindigd.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst,
S.A. Blok