31 757
Stedenbeleid vanaf 2010

nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2009

Het fenomeen bevolkingsdaling staat in toenemende mate politiek en beleidsmatig in de belangstelling. Dat is niet zonder reden. Bevolkingsdaling is op termijn onontkoombaar en heeft effecten op de kwaliteit van de openbare ruimte, de leefbaarheid en de economische dynamiek. Zowel in stad als land, en met name in economisch minder vitale regio’s. Daarbij komt dat de financiering van de aanpak van de aan bevolkingsdaling verbonden effecten lastig is, omdat de kansen op «return on investment» kleiner worden. Overigens moet niet vergeten worden dat, hoewel bevolkingsdaling reeds ingezet is in enkele delen van Nederland, voor andere delen van Nederland nog lang bevolkingsgroei verwacht wordt.

Met het Actieplan Bevolkingsdaling1 zal het kabinet richting geven aan de verdere beleidsontwikkeling en aanpak met betrekking tot bevolkingsdaling. Dit Actieplan wordt getrokken door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De basis voor het Actieplan zal worden gelegd tijdens de bestuurdersconferentie op 17 juni 2009. Ook beleidsontwikkeling en aanpak in het ruimtelijk domein zal daar aan de orde komen. Het Actieplan zal volgens planning dit najaar aan uw Kamer toegezonden worden.

Ter voorbereiding van mijn inzet met betrekking tot «ruimte en krimp» heb ik enkele studies laten uitvoeren. De «Verkenning Rijksagenda Krimp en Ruimte» en de publicatie «Ruimte maken voor Krimp» zijn daarvan het resultaat. Bijgaand stuur ik u deze toe2.

Een van de conclusies uit de studie Verkenning Rijksagenda Krimp en Ruimte betreft de behoefte aan een rijksvisie. Binnenkort informeer ik u over de langetermijnagenda’s voor Zuid-, Oost- en Noord-Nederland, waarin ik opgaven, keuzen en dilemma’s voor de lange termijn opneem.

Daarin zal ik nadrukkelijk aandacht besteden aan bevolkingsdaling. Genoemde studies zal ik hierbij betrekken.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Tweede Kamer vergaderjaar 2008–2009, 31 757, nr. 4.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven