31 753 Rechtsbijstand

Nr. 131 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2016

Uw Kamer heeft voor het Algemeen Overleg stafrechtelijke onderwerpen van 17 november a.s. mijn brief van 1 september1 inzake de korte termijn monitor naar de gemiddelde verhoorduur en die van 22 augustus2 inzake de organisatie van de rechtsbijstand in de eerste fase van het opsporingsonderzoek geagendeerd. De NOvA heeft op beide brieven aan Uw Kamer gereageerd3.

Ik acht het van belang om voorafgaand aan het Algemeen Overleg nog het volgende onder de aandacht van Uw Kamer te brengen.

Korte termijn monitor gemiddelde verhoorduur

In mijn brief van 1 september (Kamerstuk 31 753, nr. 120) heb ik u de analyse toegestuurd van onderzoeksbureau Significant naar de gemiddelde duur en het aantal verhoren per zaak in de piketfase. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek heb ik de conclusie getrokken dat er vooralsnog geen aanleiding is om de per 1 maart 2016 geldende vergoedingen voor verhoorbijstand in de piketfase aan te passen. In mijn brief van 1 september heb ik tevens aangekondigd dat het WODC de gemiddelde verhoorduur over een langere periode zal blijven monitoren, als onderdeel van de lange termijn monitor van het WODC naar de ervaringen met de toepassing van het recht op verhoorbijstand in de praktijk sinds 1 maart 2016.

In het kader van de opgestarte lange termijn monitor en mede naar aanleiding van de kritiek van de NOvA heeft het WODC een reactie opgesteld op basis van de rapportage van Significant, de door onderzoeksbureau APE in opdracht van de NOvA uitgevoerde review op die rapportage, en de respons van Significant daarop. De notitie van het WODC heb ik voor uw informatie als bijlage bij deze brief gevoegd4. Het WODC concludeert dat de op grond van de beschikbare gegevens door Significant getrokken conclusies voldoende zijn onderbouwd en wetenschappelijk verantwoord zijn. Met behulp van ruime aannames is verantwoord omgegaan met de tekortkomingen in het onderliggende materiaal.

Wel tekent het WODC aan dat de korte periode en de gegevensbeperkingen waarmee Significant heeft moeten werken geen harde, definitieve conclusies toestaan. Het is dan ook geboden om over een langere periode de registraties te verzamelen en bovendien te toetsen aan andere typen gegevens (processen-verbaal/interviews), om te bezien of de uitkomsten dezelfde orde van grootte hebben als de korte termijn-resultaten. Dit is een van de doelstellingen van de lange termijn monitor.

Rechtsbijstand in de eerste fase van het strafproces

In mijn brief van 22 augustus jl. (Kamerstuk 31 753, nr. 119) heb ik de hoofdlijnen voor de structurele vormgeving en organisatie van de rechtsbijstand in het kader van de ZSM-werkwijze geschetst. De belangrijkste uitgangspunten waren ook al aangekondigd in de kabinetsreactie op het rapport van de Commissie Wolfsen (Kamerstuk 31 753, nr. 118) en mijn brief van 6 juli 2016 met een reactie op de tussenevaluatie van de ZSM-werkwijze (Kamerstuk 29 279, nr. 334). Deze hoofdlijnen zijn:

  • Het verlenen van consultatie- en verhoorbijstand blijft vooralsnog voorbehouden aan advocaten.

  • Een aangehouden verdachte van een cat. B-feit (feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten) kan pas afstand doen van zijn recht op consultatiebijstand nadat hij door een advocaat is geïnformeerd over de consequenties (iedere verdachte krijgt dus standaard een eerste contactmoment met een advocaat voorafgaand aan zijn eerste verhoor door de politie);

  • Consultatiebijstand vindt in beginsel plaats via een videoverbinding tussen de centrale ZSM-locaties en de locaties waar verdachten worden opgehouden. Daartoe zullen gedurende de openingstijden van ZSM advocaten worden gestationeerd op de centrale ZSM-locaties.

In genoemde brief heb ik aangegeven dat deze nieuwe werkwijze in nauwe samenwerking met de betrokken ketenpartners en de NOvA verder zal worden uitgewerkt. Voor dit najaar is een implementatieplan aangekondigd waarin in kaart wordt gebracht wat er bij de verschillende ketenpartners moet gebeuren om deze werkwijze te realiseren én dat zicht biedt op een realistische én tijdige invoeringsdatum.

In de afgelopen maanden is in nauw overleg met alle betrokken partijen (inclusief de NOvA) een aanvang gemaakt met het uitwerken van de werkwijze op basis van de in mijn brief van 22 augustus (Kamerstuk 31 753, nr. 119) genoemde uitgangspunten in samenhang met het per 1 maart 2016 ingevoerde recht op verhoorbijstand, waarbij het doel is geweest een werkwijze te ontwerpen waarbij de rechtsbescherming van de verdachte, het belang van een adequaat opsporingsproces én een betekenisvolle afdoening door het OM in evenwicht moeten zijn. Helaas heb ik moeten constateren dat er – vooralsnog – geen overeenstemming tussen de betrokken partijen bestaat over hoe dit te organiseren, omdat er nog onvoldoende zicht is op de operationele, organisatorische en financiële consequenties. Daarmee moet ik constateren dat mijn ambitie om in het najaar een implementatieplan gereed te hebben niet realiseerbaar lijkt.

Het blijft onverminderd mijn ambitie om de rechtsbijstand in het ZSM-proces operationeel zo vorm te geven dat een goede balans wordt gevonden tussen de belangen van de rechtsbescherming van de verdachte, van een adequaat opsporingsproces én van een betekenisvolle afdoening door het OM; belangen waarvoor ik alle drie verantwoordelijk ben.

Daarom wil ik een extern bureau de opdracht verlenen om in een businesscase verschillende mogelijkheden op operationele, organisatorische en financiële haalbaarheid door te lichten en aan te geven wat op welke termijn gerealiseerd kan worden. Van de in mijn brief van 22 augustus (Kamerstuk 31 753, nr. 119) genoemde uitgangspunten kan daarbij zo nodig worden afgeweken.

Ik zal Uw Kamer in het voorjaar van 2017 over de voortgang berichten.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Kamerstuk 31 753, nr. 120.

X Noot
2

Kamerstuk 31 753, nr.119.

X Noot
3

Met brieven van respectievelijk 7 september 2016 en 25 augustus 2016.

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven