nr. 3
LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 3 december 2008
De commissie voor de Rijksuitgaven1 heeft
over het rapport «Aanpak harde kern jeugdwerklozen» van de Algemene
Rekenkamer (Kamerstuk 31 749, nrs. 1–2) de navolgende vragen ter
beantwoording aan de Algemene Rekenkamer voorgelegd.
Deze vragen, alsmede de daarop bij brief van 2 december 2008 gegeven
antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.
De voorzitter van de commissie,
Aptroot
De adjunct-griffier van de commissie,
Van de Wiel
1
Op pagina 14 wordt weergegeven dat de Algemene Rekenkamer
niet heeft kunnen vaststellen welk deel van «onze doelgroep» uiteindelijk
weer naar school of aan het werk gaat. Tevens wordt toegelicht dat er ten
tijde van het onderzoek geen betrouwbare gegevens op dit punt. Verwacht de
Algemene Rekenkamer dat deze gegevens in de nabije toekomst wel beschikbaar
komen? Behoort het tot de aanbevelingen om deze gegevens wel te laten verzamelen
door betrokken instanties?
Wij verwachten dat de polisadministratie van UWV de mogelijkheid zal bieden
om inzicht te krijgen in de uitstroom van werkloze jongeren naar werk (zie
pagina 45 en 46 van het rapport). Wat betreft de uitstroom naar school, heeft
het CBS (technisch gesproken) de mogelijkheid om na te gaan welk deel van
de CWI-ingeschrevenen is uitgestroomd naar school door de CWI-bestanden te
koppelen aan de gegevens over onderwijsdeelname. Het CBS had deze koppeling
ten tijde van ons onderzoek (nog) niet daadwerkelijk gemaakt, omdat er geen
verzoek voor was ingediend (door bijvoorbeeld een van de betrokken ministeries
of het CWI).
Het is ons niet bekend of één van de ministers het CBS inmiddels
heeft gevraagd om deze koppeling te maken en of zij hebben gevraagd om een
overzicht van de uitstroom naar school of werk van onze specifieke doelgroep:
jongeren zonder startkwalificatie en met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt,
die ingeschreven staan bij CWI.
We hebben in ons rapport geen aanbeveling gedaan om informatie over uitstroom
te verzamelen, omdat – zoals hierboven is beschreven – er al initiatieven
worden genomen om zicht te krijgen op de uitstroom naar werk en omdat gegevens
over uitstroom naar school in principe beschikbaar zijn. We zijn overigens
van mening dat inzicht in de mate waarin werkloze jongeren aan het werk en/of
naar school gaan, van belang is voor het ontwikkelen en bijsturen van het
beleid ter bestrijding van jeugdwerkloosheid.
2
De Algemene Rekenkamer beveelt aan om een centrale
regisseur in te voeren. Heeft de Algemene Rekenkamer zelf een aanbeveling
binnen welke instantie deze regisseur plaats zou moeten hebben?
Uit ons onderzoek is gebleken dat er niet één specifieke
instantie is die als het meest geschikt kan worden aangewezen om de regie
te voeren over de begeleiding van een jongere. Het verschilt namelijk per
jongere welke instantie deze rol het beste op zich kan nemen. Dit is bijvoorbeeld
afhankelijk van de vraag of de jongere terug naar school of naar werk begeleid
wordt, welke belemmeringen moeten worden weggenomen en welke instrumenten
hiervoor nodig zijn. Het belangrijkste is dat er één persoon
is die alle activiteiten coördineert van de verschillende instanties
die zich met de jongere bezighouden. Het is ook belangrijk dat alle betrokken
partijen duidelijke afspraken maken over wie voor een specifieke jongere de
regie over de begeleiding op zich neemt en dat het voor alle partijen duidelijk
is wat het doel van de begeleiding is en hoe de begeleiding aangepakt wordt.
In ons rapport doen we een aantal suggesties om dit te realiseren. Voorbeelden
zijn: (stimuleren van het) opzetten van casusoverleg, aanspreken van organisaties
op het uit beeld raken van jongeren, en bepalen dat de organisatie die de
jongere als eerste binnenkrijgt verantwoordelijk is voor de jongere totdat
(eventueel) de regie expliciet aan een andere instantie wordt toebedeeld.
3
De Algemene Rekenkamer beveelt aan dat de minister
van SZW, OCW en J&G de partijen stimuleren om een betere en gekoppelde
diagnose te stellen. De genoemde ministers geven aan dit niet te doen, de
Algemene Rekenkamer betreurt dit. Waarom beveelt de Algemene Rekenkamer expliciet
aan dat ministers zouden moeten stimuleren en waarom wordt de reactie van
de ministers op deze aanbeveling betreurd? Met andere woorden, waarom juist
de stimulatie door ministers?
Onze aanbevelingen over het verbeteren van de diagnose zijn in eerste
instantie gericht aan CWI en gemeenten. Zo bevelen we CWI aan om in overleg
met gemeenten te bezien hoe de diagnose verbeterd kan worden. Verder geven
we gemeenten en CWI in overweging om bij de diagnose vaker informatie in te
winnen bij instanties uit andere ketens. Dit neemt niet weg dat de betrokken
ministers verantwoordelijk zijn voor het functioneren van het systeem (onder
meer voor de taakverdeling en de samenwerking tussen instanties). Dat betekent
dat als het systeem niet goed functioneert, de ministers daarop aanspreekbaar
zijn. Daarom spreken we in ons rapport niet alleen de uitvoerende partijen
aan, maar ook de ministers. Naar onze mening kunnen de ministers stimuleren
dat partijen uit de verschillende ketens afspraken met elkaar maken over informatie-uitwisseling
en dit – indien nodig – faciliteren.
XNoot
1Samenstelling:
Leden: Van der Vlies (SGP), Kant (SP), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), Weekers
(VVD), Van Haersma Buma (CDA), De Nerée tot Babberich (CDA), Aptroot
(VVD), voorzitter, Dezentjé Hamming-Bluemink (VVD), Omtzigt (CDA),
Koşer Kaya (D66), Luijben (SP), Van der Veen (PvdA), Kalma (PvdA),
Van Gerven (SP), Blanksma-van den Heuvel (CDA), Cramer (CU), Van Dijck (PVV),
Gesthuizen (SP), Ouwehand (PvdD), Heijnen (PvdA), Tang (PvdA), Vos (PvdA),
ondervoorzitter, Sap (GL) en Vacature (CDA).
Plv. leden: Van der Staaij (SGP), Roemer (SP), Van der Burg (VVD), Jonker
(CDA), Snijder-Hazelhoff (VVD), De Vries (CDA), Van Hijum (CDA), Van Beek
(VVD), Boekestijn (VVD), De Pater-van der Meer (CDA), Van der Ham (D66), Gerkens
(SP), Vermeij (PvdA), Kuiken (PvdA), Vacature (SP), Vacature (CDA), Anker
(CU), De Roon (PVV), Irrgang (SP), Thieme (PvdD), Heerts (PvdA), Besselink
(PvdA), Depla (PvdA), Vendrik (GL) en Mastwijk (CDA).