31 740 (R 1868)
Verdrag inzake de wijziging van het Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot Aruba en de regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake douane-voorinspectie; Washington, 22 mei 2008

A
nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 oktober 2008

Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op 16 oktober 2008.

De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring wordt onderworpen kan door de Gevolmachtigde Ministers van Aruba te kennen worden gegeven uiterlijk op 15 november 2008.

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en tweede lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen het op 22 mei 2008 te Washington totstandgekomen verdrag inzake de wijziging van het Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot Aruba en de regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake douane-voorinspectie (Trb. 2008, 128).

Een toelichtende nota bij dit verdrag treft u eveneens hierbij aan.

De goedkeuring wordt voor Aruba gevraagd.

Aan de Gouverneur van Aruba is verzocht hogergenoemde stukken op over te leggen aan de Staten van Aruba.

De Gevolmachtigde minister van Aruba is van deze overlegging in kennis gesteld.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

TOELICHTENDE NOTA

Algemeen

Het onderhavige wijzigingsverdrag voorziet in een amendering van het op 2 december 1994 te Washington totstandgekomen Verdrag tussen de regering van het Koninkrijk der Nederlanden met betrekking tot Aruba en de regering van de Verenigde Staten van Amerika inzake douane-voorinspectie (Trb. 1994, 276). Het laatstgenoemde verdrag, dat op 4 maart 1996 in werking is getreden (zie Trb. 1996, 103), bevat bepalingen inzake voorinspectie op de luchthaven van Aruba met betrekking tot passagiers, bemanningsleden, bagage, vliegtuigen en vliegtuigvoorraden met het oog op de toelating tot de Verenigde Staten van Amerika (hierna: de VS). De inspectiebevoegdheid omvat de controle op handelswaar en andere artikelen, waaronder zogenaamde «controlled substances» (met inbegrip van drugs, alsmede chemische en farmaceutische producten), geld, documenten en waardepapieren (zie de toelichtende nota, Kamerstukken 1995/96, 24 413 (R 1545), nrs. 10 en 1).

Met het wijzigingsverdrag wordt de werkingssfeer van het douane-voorinspectieverdrag uitgebreid tot privé-vliegtuigen. Daarnaast voorziet de wijziging in een toevoeging van een controle op eventuele radioactieve en illegale chemische materialen. Deze uitbreidingen passen zowel in het beleid van de Arubaanse regering om een volledig dienstenpakket van voorinspectie op de Arubaanse luchthaven aan te bieden, als in het beleid van de Amerikaanse regering om de Amerikaanse grensbewaking aan te scherpen.

Hoewel in het verdrag de regeringen als partijen worden genoemd, zal het verdrag uiteraard gelden tussen beide landen.

De wijzigingen

In het kader van het Verdrag van 1994 wordt een vlucht vanuit Aruba technisch gezien beschouwd als een binnenlandse vlucht. De wijziging ten aanzien van de voorinspectie-faciliteiten op de Arubaanse luchthaven zal voortaan aan privé-vliegtuigen de mogelijkheid bieden om naast de internationale luchthavens in de VS, ook niet-internationale luchthavens aan te doen. De immigratie- en douane-inklaringsprocedures voor passagiers die gebruikmaken van lijn-, charter- en/of privé-vluchten kunnen dan ook in Aruba in hun geheel worden afgerond. Dit nieuwe aspect biedt grote commerciële voordelen voor de Arubaanse luchthaven en uiteindelijk het faciliteren van het toerisme van, naar en via Aruba.

In de gewijzigde situatie blijven de huidige voornoemde controles op de Arubaanse luchthaven gehandhaafd. Aan deze inspectiebevoegdheden wordt toegevoegd de controle op chemisch, radiologisch en/of nucleair materiaal. Dit is een extra voorzorgsmaatregel, die de Amerikaanse autoriteiten voor zowel alle internationale luchthavens op het grondgebied van de Verenigde Staten, als de «Preclearance Area(s)» in het buitenland, waaronder die in Aruba, wenst in te voeren. De nieuwe inspectiebevoegdheid heeft geen gevolgen voor de geldende Arubaanse wettelijke verplichtingen met betrekking tot het veilig opslaan van nucleair en chemisch materiaal, alsmede het strafbaar stellen van het vervoer van schadelijke en illegale chemische stoffen, en nucleair materiaal.

Artikelsgewijze toelichting

Artikelen I en III

Deze artikelen voorzien in een actualisering van enkele termen uit het Verdrag van 1994.

Artikel II

Het nieuwe artikel I bevat omschrijvingen van enkele begrippen die in het (gewijzigde) verdrag worden gebruikt. Met de omschrijving van de begrippen «Air Carrier» en «Aircraft Commander» wordt een onderscheid gemaakt tussen de voorinspectiediensten ten behoeve van commerciële lijn- en/of chartervluchten («air carriers») en de toekomstige voorinspectiediensten voor privé-vliegtuigen («aircraft commanders»). In onderdeel d wordt verwezen naar de bijlage bij het Verdrag van 1994. Deze «Facilities Annex» wordt gewijzigd overeenkomstig artikel IX van het wijzigingsverdrag.

Artikel IV

Het nieuwe artikel II maakt een voorbehoud ten aanzien van «state aircraft» (staatsvliegtuigen).

Met staatsvliegtuigen wordt in het kader van het verdrag bedoeld: vliegtuigen die ingezet worden ten behoeve van militaire diensten, alsmede douane- en politiediensten (zie ook artikel 3 onderdeel b van het op 7 december 1944 te Chicago totstandgekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart en de Nederlandse vertaling daarvan (Trb. 1973, 109). Deze vliegtuigen komen niet automatisch in aanmerking voor een douane-voorinspectie.

Verder wordt in onderdeel b van het nieuwe artikel de mogelijkheid tot douane-voorinspectie met betrekking tot vrachtvervoer expliciet uitgesloten. Deze uitsluiting geldt niet voor de overige lading aan boord van een vliegtuig. Gelet op het ongewijzigde artikel VII van het Verdrag van 1994 kan deze lading onderworpen worden aan douane-voorinspectie op smokkelwaar of het vervoeren van agrarische producten of andere goederen die door de Amerikaanse regelgeving worden verboden.

Artikel V

Dit artikel voorziet in een wijziging van artikel IV van het Verdrag van 1994. Onderdeel A bevat een wijziging van paragraaf c. Met verwijzing naar de laatste regel van de gewijzigde paragraaf zullen de Amerikaanse en Arubaanse autoriteiten voor het veilig stellen van radiologische en/of nucleaire vondsten zo spoedig mogelijk samen een uitgebreid plan van aanpak opstellen. Zoals hierboven is opgemerkt heeft de controle op chemisch, radiologisch en/of nucleair materiaal geen gevolgen voor de geldende wettelijke Arubaanse verplichtingen terzake. De desbetreffende wetgeving strekt ter uitvoering van onder meer:

• het op 3 maart 1980 te Wenen/New York totstandgekomen Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal (Trb. 1980, 166);

• het op 26 september 1986 te Wenen totstandgekomen Verdrag inzake de verlening van bijstand in het geval van een nucleair ongeval of een calamiteit met radioactieve stoffen (Trb. 1986, 126); en

• het op 3 september 1992 te Genève totstandgekomen Verdrag tot verbod van de ontwikkeling, de produktie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens (Trb. 1993, 162).

Artikelen VI t/m VIII en artikel IX, onderdelen A en B

In deze bepalingen gaat het niet zo zeer om verdragswijziging maar eerder om een duidelijke omschrijving van hoe de voorinspectie wordt uitgevoerd, aan welke voorwaarden men moet voldoen om geïnspecteerd te worden of wanneer voorinspectie geweigerd kan worden en wanneer na-inspectie in de VS alsnog kan plaatsvinden.

Artikel IX, onderdelen C en D

Onderdeel C voorziet in een wijziging van een bepaling van de «Facilities Annex». Met deze wijziging wordt de aanwezigheid van Arubaanse opsporingsambtenaren of politiefunctionarissen belast met de grensbewaking (law enforcement officer) in de voorinspectieruimte verzekerd.

Ingevolge onderdeel D wordt een nieuwe paragraaf aan de «Facilities Annex» toegevoegd. Het betreft een Amerikaanse standaardbepaling en heeft betrekking op de beschikbare begrotingsmiddelen waarover het Amerikaanse Congres nog een besluit dient te nemen. De toekomstige voorinspectiediensten voor privé-vliegtuigen zal aan Amerikaanse zijde een kleine personeelsuitbreiding tot gevolg hebben. Deze uitbreiding dient nog begroot te worden.

Overigens zijn de kosten voor onderdak en eventueel transport terug van personen die de voorinspectie niet doorgekomen zijn, voor rekening van de betrokken luchtvaartmaatschappij en/of de piloot van het privé-vliegtuig. De aan de nieuwe uitbreiding verbonden kosten op de Arubaanse luchthaven zullen door de luchthavenautoriteiten van Aruba worden gedragen.

Artikel X

Het wijzigingsverdrag wordt vanaf de ondertekening voorlopig toegepast. Voorlopige toepassing van het verdrag werd noodzakelijk geacht om de voorinspectie op privé-vliegtuigen en op eventuele radioactieve en illegale chemische materialen reeds op basis van de wijzigingen te kunnen laten plaatsvinden.

Koninkrijkspositie

Evenals het Verdrag van 1994 zal het wijzigingsverdrag, voor wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, alleen voor Aruba gelden.

De minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Naar boven