nr. 34
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ C.S. TER
VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 21
Ontvangen 24 november 2009
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel A, onder 2, komt onderdeel a van het zesde lid
als volgt te luiden:
a. werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder
mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel
en van winkelpersoneel,.
Toelichting
Het is wenselijk om de positie van werknemers en winkeliers met weinig
of geen personeel uitdrukkelijk in de wet te benoemen. Daarmee wordt geëxpliciteerd
dat hun belangen, waaronder het recht om op zondag niet te hoeven werken,
in de gemeentelijke afweging dienen te worden betrokken. In dit verband kan
ook worden verwezen naar artikel 5:6, eerste lid van de Arbeidstijdenwet.
De sociale consequenties van toepassing van het toeristische regime voor
deze groepen worden hiermee uitdrukkelijk meegewogen.
Actal is om advies gevraagd1. De indieners
gaan ervan uit dat gelet op het feit dat het hier gaat om een explicitering
van een reeds in de oorspronkelijke wettekst verondersteld belang, dit amendement
geen extra gevolgen zal hebben voor de administratieve lasten.
Van der Staaij
Gerkens
Blanksma-Van den Heuvel
Smeets
Ortega-Martijn
BIJLAGE ACTAL ADVIES D.D. 23 NOVEMBER 2009
Op 20 november 2009 hebben wij via het bureau Wetgeving bovengenoemd
voorgenomen amendement ontvangen voor een spoedadvies.
Dit amendement beoogt om de belangen van werknemers in winkels en winkeliers
met weinig of geen personeel met name in de Winkeltijdenwet te benoemen, zodat
hun belang om op zondag niet te hoeven werken uitdrukkelijk wordt meegenomen
in de gemeentelijke afweging bij het al dan niet toestaan van koopzondagen.
Wij hebben de consequenties van het amendement voor de administratieve
lasten getoetst. Wij toetsen op vier hoofdpunten:
1. Zijn de te verwachten administratieve lasten gekwantificeerd en
is de berekening voldoende onderbouwd?
2. Is er voldoende aandacht besteed aan alternatieven, die mogelijk
minder administratieve lasten opleveren?
3. Is er binnen het doel van het amendement gekozen voor het minst
belastende alternatief?
4. Is er gekozen voor een uitvoering en toezicht met minimale administratieve
lasten?
In beeld brengen van de administratieve lasten
Het ministerie van Economische Zaken heeft inmiddels laten weten dat het
amendement geen gevolgen voor de administratieve lasten zal opleveren bovenop
de indirecte en zeer beperkte administratieve lastenstijging van het wetsvoorstel.
Wij zien echter nog twee andere indirecte gevolgen van de aanscherping
van de zogeheten toerismebepaling. De eerste betreft de gevolgen in de vorm
van meer of minder bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld het vaker aanvragen
van een individuele ontheffing tot het vaker afwijzen daarvan leiden en daardoor
tot meer bezwaren van de aanvragers. Omgekeerd zal het uitdrukkelijk meenemen
van alle belangen in de afweging én de verplichte toelichting bij de
afweging door de gemeente tot minder bezwaren en beroepen kunnen leiden, ook
bij burgers zoals de omwonenden van winkels.
Actal
Het amendement scherpt het wetsvoorstel iets aan, zodat de winkels wat
minder vaak op zondag open zullen zijn met een lichte toename van bovengenoemde
effecten qua bezwaren en beroepen.
Een tweede indirect gevolg betreft het feit dat een gemeente de verschillende
belangen alleen maar goed kan afwegen als de gemeente daar voldoende informatie
over heeft. Juist het belang beschreven in het amendement (werknemers en kleine
winkeliers, die niet op zondag willen werken) kan de gemeente voor problemen
plaatsen. Hoe kan de gemeente weten wat die belangen zijn: sommige werknemers
willen misschien wel op zondag werken, al dan niet met overwerkvergoeding,
anderen zullen principiële bezwaren daartegen hebben. Hiervoor zullen
de werknemers benaderd moeten worden. Bij grotere winkels kan misschien zodanig
met werkroosters geschoven worden dat het probleem opgelost kan worden, maar
daarvoor moeten winkeliers benaderd worden. Omdat gemeenten vrij zijn in de
wijze waarop zij deze informatie zullen verzamelen, ontstaat het risico dat
gemeenten dit op een zodanige manier zullen doen dat de administratieve lasten
stijgen.
Het is goed denkbaar dat bovenbeschreven gevolgen op administratieve lasten
zeer beperkt zijn, maar door het ontbreken van een berekening kan daar geen
zekerheid over worden gegeven. Wij adviseren u na te laten gaan
of de gevolgen inderdaad zo beperkt zijn en met name na te laten gaan hoe
gemeenten de benodigde informatie zullen verzamelen.
Alternatieven en uitvoering
Mocht bij het onderzoeken van bovengenoemde indirecte effecten blijken
dat de administratieve lastengevolgen niet te verwaarlozen zijn, dan adviseren
wij u om na te gaan of een minder belastend alternatief haalbaar is.
Eindoordeel
Wanneer wij een advies over voorgenomen regelgeving uitbrengen, geven
wij een eindoordeel waarin tot uitdrukking komt of het voorstel al dan niet
in gewijzigde vorm doorgang moet vinden. Wij hanteren 4 categorieën:
1. Indienen («ja»).
2. Indienen, nadat met onze adviespunten rekening is gehouden («ja,
nadat»).
3. Niet indienen, tenzij met onze adviespunten rekening is gehouden
(«nee, tenzij»).
4. Niet indienen («nee»).
Wij beogen met ons advies met de conclusie «ja, nadat» «nee,
tenzij» of «nee» een aanpassing of een heroverweging van
het amendement.
Ons eindoordeel over het voorgenomen amendement V.d. Staaij c.s. luidt:
ja, nadat met het vorenstaande rekening is gehouden.
Hoogachtend,
Dr. S.R.A. van Eijck
Collegevoorzitter