31 728
Wijziging van de Winkeltijdenwet met het oog op inkadering van de bevoegdheid om vrijstelling te verlenen of een ontheffingsbevoegdheid toe te kennen in verband met de toeristische aantrekkingskracht van een gemeente

nr. 34
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN DER STAAIJ C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 21

Ontvangen 24 november 2009

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel A, onder 2, komt onderdeel a van het zesde lid als volgt te luiden:

a. werkgelegenheid en economische bedrijvigheid in de gemeente, waaronder mede wordt begrepen het belang van winkeliers met weinig of geen personeel en van winkelpersoneel,.

Toelichting

Het is wenselijk om de positie van werknemers en winkeliers met weinig of geen personeel uitdrukkelijk in de wet te benoemen. Daarmee wordt geëxpliciteerd dat hun belangen, waaronder het recht om op zondag niet te hoeven werken, in de gemeentelijke afweging dienen te worden betrokken. In dit verband kan ook worden verwezen naar artikel 5:6, eerste lid van de Arbeidstijdenwet.

De sociale consequenties van toepassing van het toeristische regime voor deze groepen worden hiermee uitdrukkelijk meegewogen.

Actal is om advies gevraagd1. De indieners gaan ervan uit dat gelet op het feit dat het hier gaat om een explicitering van een reeds in de oorspronkelijke wettekst verondersteld belang, dit amendement geen extra gevolgen zal hebben voor de administratieve lasten.

Van der Staaij

Gerkens

Blanksma-Van den Heuvel

Smeets

Ortega-Martijn

BIJLAGE ACTAL ADVIES D.D. 23 NOVEMBER 2009

Op 20 november 2009 hebben wij via het bureau Wetgeving bovengenoemd voorgenomen amendement ontvangen voor een spoedadvies.

Dit amendement beoogt om de belangen van werknemers in winkels en winkeliers met weinig of geen personeel met name in de Winkeltijdenwet te benoemen, zodat hun belang om op zondag niet te hoeven werken uitdrukkelijk wordt meegenomen in de gemeentelijke afweging bij het al dan niet toestaan van koopzondagen.

Wij hebben de consequenties van het amendement voor de administratieve lasten getoetst. Wij toetsen op vier hoofdpunten:

1. Zijn de te verwachten administratieve lasten gekwantificeerd en is de berekening voldoende onderbouwd?

2. Is er voldoende aandacht besteed aan alternatieven, die mogelijk minder administratieve lasten opleveren?

3. Is er binnen het doel van het amendement gekozen voor het minst belastende alternatief?

4. Is er gekozen voor een uitvoering en toezicht met minimale administratieve lasten?

In beeld brengen van de administratieve lasten

Het ministerie van Economische Zaken heeft inmiddels laten weten dat het amendement geen gevolgen voor de administratieve lasten zal opleveren bovenop de indirecte en zeer beperkte administratieve lastenstijging van het wetsvoorstel.

Wij zien echter nog twee andere indirecte gevolgen van de aanscherping van de zogeheten toerismebepaling. De eerste betreft de gevolgen in de vorm van meer of minder bezwaar en beroep. Zo zal bijvoorbeeld het vaker aanvragen van een individuele ontheffing tot het vaker afwijzen daarvan leiden en daardoor tot meer bezwaren van de aanvragers. Omgekeerd zal het uitdrukkelijk meenemen van alle belangen in de afweging én de verplichte toelichting bij de afweging door de gemeente tot minder bezwaren en beroepen kunnen leiden, ook bij burgers zoals de omwonenden van winkels.

Actal

Het amendement scherpt het wetsvoorstel iets aan, zodat de winkels wat minder vaak op zondag open zullen zijn met een lichte toename van bovengenoemde effecten qua bezwaren en beroepen.

Een tweede indirect gevolg betreft het feit dat een gemeente de verschillende belangen alleen maar goed kan afwegen als de gemeente daar voldoende informatie over heeft. Juist het belang beschreven in het amendement (werknemers en kleine winkeliers, die niet op zondag willen werken) kan de gemeente voor problemen plaatsen. Hoe kan de gemeente weten wat die belangen zijn: sommige werknemers willen misschien wel op zondag werken, al dan niet met overwerkvergoeding, anderen zullen principiële bezwaren daartegen hebben. Hiervoor zullen de werknemers benaderd moeten worden. Bij grotere winkels kan misschien zodanig met werkroosters geschoven worden dat het probleem opgelost kan worden, maar daarvoor moeten winkeliers benaderd worden. Omdat gemeenten vrij zijn in de wijze waarop zij deze informatie zullen verzamelen, ontstaat het risico dat gemeenten dit op een zodanige manier zullen doen dat de administratieve lasten stijgen.

Het is goed denkbaar dat bovenbeschreven gevolgen op administratieve lasten zeer beperkt zijn, maar door het ontbreken van een berekening kan daar geen zekerheid over worden gegeven. Wij adviseren u na te laten gaan of de gevolgen inderdaad zo beperkt zijn en met name na te laten gaan hoe gemeenten de benodigde informatie zullen verzamelen.

Alternatieven en uitvoering

Mocht bij het onderzoeken van bovengenoemde indirecte effecten blijken dat de administratieve lastengevolgen niet te verwaarlozen zijn, dan adviseren wij u om na te gaan of een minder belastend alternatief haalbaar is.

Eindoordeel

Wanneer wij een advies over voorgenomen regelgeving uitbrengen, geven wij een eindoordeel waarin tot uitdrukking komt of het voorstel al dan niet in gewijzigde vorm doorgang moet vinden. Wij hanteren 4 categorieën:

1. Indienen («ja»).

2. Indienen, nadat met onze adviespunten rekening is gehouden («ja, nadat»).

3. Niet indienen, tenzij met onze adviespunten rekening is gehouden («nee, tenzij»).

4. Niet indienen («nee»).

Wij beogen met ons advies met de conclusie «ja, nadat» «nee, tenzij» of «nee» een aanpassing of een heroverweging van het amendement.

Ons eindoordeel over het voorgenomen amendement V.d. Staaij c.s. luidt: ja, nadat met het vorenstaande rekening is gehouden.

Hoogachtend,

Dr. S.R.A. van Eijck

Collegevoorzitter


XNoot
1

Het advies is opgenomen als bijlage bij dit amendement.

Naar boven