31 726
Wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en de Kadasterwet (aanvulling, verduidelijking en enige technische verbeteringen van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en aanvulling van de Kadasterwet in verband met de toedeling van taken aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers ten aanzien van de landelijke voorziening voor de basisregistraties adressen en gebouwen)

nr. 5
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 20 oktober 2008

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel I wordt na onderdeel I een onderdeel ingevoegd, luidende:

Ia

Artikel 17, tweede lid, komt te luiden:

2. Bij ministeriële regeling wordt voor de adressenregistratie en de gebouwenregistratie een systeembeschrijving vastgelegd, die in ieder geval omvat:

a. de gegevensdefinities van de in paragraaf 2 en 3 van dit hoofdstuk genoemde gegevens, en

b. de beschrijving van het koppelvlak met de landelijke voorziening ten behoeve van het elektronisch berichtenverkeer met die voorziening.

B

Artikel I, onderdeel L, komt te luiden:

L

De artikelen 19, tweede lid, 20, tweede lid, 22, tweede lid, 23, tweede lid, 24, tweede lid, en 25, tweede lid, worden als volgt gewijzigd:

1. In de onderdelen a wordt «artikel 18» vervangen door: een proces-verbaal als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel b.

2. Na de onderdelen a wordt, onder lettering van de onderdelen b en c tot c en d, een onderdeel ingevoegd, luidende:

b. de aantekening «in onderzoek», indien toepassing is gegeven aan artikel 39, tweede lid, of 41, tweede lid;.

C

Artikel I, onderdeel M, komt te luiden:

M

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt na «de identificatiecode van de woonplaats» ingevoegd: , zoals opgenomen in de landelijke woonplaatsentabel,.

2. In het tweede lid, onderdeel b, wordt «artikel 18» vervangen door: een proces-verbaal als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel b.

3. In het tweede lid wordt na onderdeel b, onder lettering van de onderdelen c en d tot d en e, een onderdeel ingevoegd, luidende:

c. de aantekening «in onderzoek», indien toepassing is gegeven aan artikel 39, tweede lid, of 41, tweede lid;.

D

Artikel I, onderdeel O, komt te luiden:

O

Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na «de wijziging van die gegevens» ingevoegd: langs elektronische weg.

2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.

3. Het tweede lid (nieuw) komt te luiden:

2. Bij het verstrekken van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, nemen burgemeester en wethouders in acht de beschrijving van het koppelvlak met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel b.

Toelichting

Algemeen

Deze nota van wijziging bevat een aantal wijzigingen van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en de Kadasterwet (aanvulling, verduidelijking en enige technische verbeteringen van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen en aanvulling van de Kadasterwet in verband met de toedeling van taken aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers ten aanzien van de landelijke voorziening voor de basisregistraties adressen en gebouwen) (Kamerstukken II 2008/2009, 31 726, nr. 2; hierna: het wetsvoorstel).

Deze wijzigingen zijn deels inhoudelijk van aard. Het betreft hier de wijziging van de tweede leden van de artikelen 19 tot en met 25 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (hierna: de wet). Deze wijziging is opgenomen in de onderdelen L, onder 2, en M, onder 3, van artikel I van het wetsvoorstel, zoals gewijzigd bij de onderdelen B en C van deze nota van wijziging. De overige wijzigingen in deze nota van wijziging strekken tot technische en redactionele verbeteringen die grotendeels samenhangen met voornoemde inhoudelijke wijziging.

Onderdeel A (wijziging artikel 17, tweede lid, van de wet)

Onderdeel A van deze nota van wijziging voegt aan artikel I van het wetsvoorstel een nieuw onderdeel Ia toe, waarbij artikel 17, tweede lid, van de wet opnieuw wordt geformuleerd. De voorgestelde tekst van dit artikellid, dat een opsomming bevat van de onderdelen die de in dat lid bedoelde systeembeschrijving voor de adressenregistratie en de gebouwenregistratie in ieder geval moet bevatten, wijzigt de bestaande tekst op twee punten.

In de eerste plaats is onderdeel c van artikel 17, tweede lid, dat de verplichting bevat voor het geven van nadere voorschriften in de systeembeschrijving met betrekking tot de aantekening «in onderzoek», komen te vervallen. Achtergrond hiervan is dat deze aantekening, als gevolg van de wijziging van de tweede leden van de artikelen 19 tot en met 25 van de wet, zoals voorgesteld bij de onderdelen B en C van deze nota van wijziging, thans als een (niet-authentiek) gegeven in de zin van de wet wordt aangemerkt. Hierdoor vallen de met betrekking tot deze aantekening in de systeembeschrijving te geven voorschriften onder de reikwijdte van artikel 17, tweede lid, onderdeel a, van de wet, dat de verplichting bevat om in de systeembeschrijving de gegevensdefinities van de in paragraaf 2 en 3 van hoofdstuk 3 van de wet genoemde gegevens op te nemen. Gelet hierop is artikel 17, tweede lid, onderdeel c, van de wet niet langer noodzakelijk.

De tweede wijziging in artikel 17, tweede lid, van de wet behelst een redactionele verbetering van onderdeel b van dat artikellid. Dit artikelonderdeel bevat de verplichting om in de systeembeschrijving een specificatie van de berichten ten behoeve van elektronisch berichtenverkeer op te nemen. Gebleken is dat deze omschrijving onvolledig is. De documenten die in dit kader bij het implementatieproces van de basisregistraties adressen en gebouwen worden gebruikt en die tevens van de in artikel 17, tweede lid, van de wet bedoelde systeembeschrijving deel zullen gaan uitmaken, hebben een bredere strekking. Deze strekking is in de thans voorgestelde formulering («de beschrijving van het koppelvlak met de landelijke voorziening ten behoeve van het elektronisch berichtenverkeer met die voorziening») tot uitdrukking gebracht.

Onderdelen B en C (wijziging artikel 19, tweede lid, 20, tweede lid, 21, eerste en tweede lid, 22, tweede lid, 23, tweede lid, 24, tweede lid, en 25, tweede lid, van de wet)

In de onderdelen B en C van deze nota van wijziging worden de onderdelen L en M van artikel I van het wetsvoorstel opnieuw geformuleerd. De onderdelen L, onder 1, en M, onder 1 en 2, zijn reeds in het wetsvoorstel opgenomen. Toegevoegd zijn de onderdelen L, onder 2, en M, onder 3. Deze onderdelen strekken ertoe aan de tweede leden van de artikelen 19 tot en met 25 van de wet een nieuw onderdeel toe te voegen, op grond waarvan de aantekening «in onderzoek», indien deze met toepassing van artikel 39, tweede lid, of 41, tweede lid, van de wet in de adressenregistratie of de gebouwenregistratie is geplaatst, als niet-authentiek gegeven wordt aangemerkt. Bij de totstandkoming van de wet is aanleiding gezien om deze aantekening vanwege de gevolgen die de wet aan het plaatsen daarvan verbindt niet als een gegeven in de zin van de wet aan te merken, maar als een eigensoortige grootheid. Inmiddels is gebleken dat voor het maken van dit onderscheid vanuit informatietechnisch en wetssystematisch oogpunt geen noodzaak bestaat. Teneinde het systeem van de adressenregistratie en de gebouwenregistratie nader te stroomlijnen, is het daarom wenselijk dit onderscheid thans los te laten. Dit is in de onderdelen L, onder 2, en M, onder 3, van artikel I van het wetsvoorstel, zoals toegevoegd bij de onderdelen B en C van deze nota van wijziging, vervat.

Onderdeel D (wijziging artikel 31 van de wet)

In onderdeel D van deze nota van wijziging wordt onderdeel O van artikel I van het wetsvoorstel, dat betrekking heeft op artikel 31 van de wet, opnieuw geformuleerd.

Onderdeel O, onder 1, is reeds in het wetsvoorstel opgenomen.

Onderdeel O, onder 2, is thans toegevoegd en strekt ertoe artikel 31, tweede lid, van de wet te doen vervallen, onder vernummering van het derde lid tot tweede lid. Aan deze wijziging ligt dezelfde reden ten grondslag als aan het vervallen van artikel 17, tweede lid, onderdeel c, van de wet (zie hierboven de toelichting bij onderdeel A). Door het aanmerken van de aantekening «in onderzoek» als een (niet-authentiek) gegeven in de zin van de wet, is artikel 31, tweede lid, van de wet niet langer noodzakelijk, omdat het door burgemeester en wethouders ten behoeve van vermelding in de landelijke voorziening mededeling doen van het plaatsen of verwijderen van de aantekening «in onderzoek» aan de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, genoemd in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster, thans onder de reikwijdte valt van artikel 31, eerste lid, van de wet. Dit artikellid bevat een soortgelijke verplichting als bedoeld in het tweede lid ten aanzien van de gegevens die zijn opgenomen in de adressenregistratie en de gebouwenregistratie.

Onderdeel O, onder 3, is evenzeer reeds in het wetsvoorstel opgenomen, zij het dat dit onderdeel bij deze nota van wijziging opnieuw wordt gewijzigd. Het betreft hier een tweetal technische verbeteringen. De eerste verbetering strekt ertoe de in artikel 31, derde lid (thans vernummerd tot tweede lid), van de wet opgenomen verwijzing naar de specificatie van de berichten ten behoeve van elektronisch berichtenverkeer, bedoeld in artikel 17, tweede lid, onderdeel b, van de wet, in overeenstemming te brengen met de wijziging van laatstgenoemd artikelonderdeel zoals voorgesteld bij onderdeel A van deze nota van wijziging. De tweede verbetering behelst het doen vervallen van de verwijzing naar artikel 31, tweede lid (oud), van de wet.

De minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Naar boven